Inleiding

Het waarschijnlijk omstreeks 1830 als woonhuis gebouwde pand is al vanaf 1877 in gebruik als winkelpand voor de verkoop van naaimachines van de Singer-Maatschappij. Bij een ingrijpende verbouwing in de eerste maanden van 1901 kreeg het pand in opdracht van Singer de huidige, door architect W.C.

Pand waarvan de gevel is afgesloten door kroonlijst gelijk aan die van nr 1.

PAND onder voor afgeschuind zadeldak; rechte kroonlijst op gelijke hoogte als nr 1 en 3.

Pand waarvan de verdieping geleed is door schijnpilasters tussen de vensterdammen. Geblokte kroonlijst.

Pand met verdieping onder zadeldak tegen hoge trapgevel; gevel geleed door pilasters.

Hoekpand aan de Speelmanstraat. Boven hoge beganegrond verdieping met pilasters in de vensterdammen; gevels geheel gepleisterd waaronder waarschijnlijk 17e eeuwse gevels; in het pleisterwerk dan ook gedateerd 1652.

In 1890 en 1902 werden voor het voorheen al bebouwde perceel Slotmakersstraat 16 hinderwetvergunningen aangevraagd voor een brood-, koek- en banketbakkerij van J.S. van Leer. Het huidige pand is vermoedelijk omstreeks 1905 gebouwd als woonhuis.

Van oorsprong een 17e-eeuwse (1781) gevelsteen in Lodewijk XVI-trant, geplaatst in een veel jongere gevel van een winkelwoning. De steen is vrijwel zeker afkomstig van een Joods ritueel badhuis (mikwe), dat aan de Nieuweburen stond.

Op de stadsplattegrond van Leeuwarden van Johannes Sems uit 1603 is ter plaatse van Slotmakersstraat 2 een woonhuis van drie bouwlagen ingetekend en een zolder onder een zadeldak tussen topgevels weergegeven. De voorgevel wordt trapsgewijs beëindigd en heeft de entree in het midden.

In 1935 jaar diende J.S. Postma een aanvraag bij de gemeente in voor een vergunning tot slootdemping, straataanleg, de aanleg van een inrit en de bouw van een aanlegsteiger aan de Sneker Trekweg.

In de stadsuitleg naar ontwerp van Thomas Romein rond 1870 ontstaan twee bouwlagen tellend blokvormig pand onder leien gedekt afgeknot schilddak; witgepleisterd en gedeeltelijk voorzien van getrokken voegen; de gevelvelden verticaal en horizontaal geleed door respectievelijk verdiepte pilasters m