In 1935 jaar diende J.S. Postma een aanvraag bij de gemeente in voor een vergunning tot slootdemping, straataanleg, de aanleg van een inrit en de bouw van een aanlegsteiger aan de Sneker Trekweg. De aanvraag hield verband met de nieuwbouw van een mengvoederfabriek voor de productie van voer voor pluimvee, De Friesche Kip vh. J.S. Postma en Zn. (Holwerd), dat destijds was gelieerd aan Koopmans Meelfabrieken N.V. te Leeuwarden. Het bewuste fabrieksgebouw met een silo, kantoorruimte en een garage was ontworpen door de latere rijksbouwmeester J.J.M. (Jo) Vegter (Sappemeer 1906 – Gorssel 1982). Vegter had zich in maart 1935 vanuit Delft in Leeuwarden gevestigd door de te koop staande praktijk van de juist overleden Doeke Meintema over te nemen. Het plan voor het fabrieksgebouw moet dus een van Vegters eerste ontwerpen, zo niet het allereerste, voor Leeuwarden zijn geweest. Uit advertenties in de Leeuwarder Courant op 12, 13, 14 en 15 juni 1935 blijkt, dat de aanbesteding van de bouw plaats had op zaterdag 22 juni 1935. Laagste inschrijver was de aannemer R. de Jong uit Grouw voor een bedrag van f 15.657,-. Uit de tekst “De Friesche Kip heeft haar nieuwe fabriek aan den Sneekertrekweg betrokken” in een advertentie in de Leeuwarder Courant van 22 februari 1936 blijkt vervolgens, dat het fabrieksgebouw begin 1936 al werd opgeleverd. De oorspronkelijke staat van het gebouw is goed te zien op een uit juni 1936 daterende foto door H.A. Rollema, in bezit van het Historisch Centrum Leeuwarden. Het vooroorlogse fabrieksgedeelte is gebouwd in een voor de bouwtijd progressieve, zakelijke Interbellumstijl. In 1947 kwam het fabrieksgebouw in bezit van en in gebruik bij de firma Dijkstra, die er verfproducten en coatings produceerde onder de bedrijfsnaam Zandleven Coatings. In de jaren-1960, -1970 en -1980 vonden er verbouwingen plaats aan het gebouw. In 1974 onderging de voorgevel een verandering, wat omstreeks 2000 nogmaals gebeurde (naar ontwerp van architect Auke de Vries uit Drachten). In 1983 is de fabriek achter de silo uitgebreid met een volume dat buiten de bescherming valt. Het voormalige pluimveevoederbedrijf is een van de laatst overgebleven vooroorlogse bedrijfsgebouwen aan de Snekertrekweg. De bescherming geldt het oorspronkelijke fabrieksgebouw inclusief de silo. Exterieur: Bedrijfsgebouw, bestaande uit een langgerekt fabrieksgebouw met kantoorruimten en garage van deels twee, deels drie bouwlagen onder een zadeldak met de noklijn haaks op de Snekertrekweg, en uit een hoger opgetrokken silogedeelte onder een zadeldak evenwijdig aan de straat aan de achterzijde (zuidzijde). Het bedrijfsgebouw is opgetrokken vanuit een rechthoekige plattegrond, in schone gele baksteen (het platvolle voegwerk lijkt vernieuwd), en staat onder een uitkragend zadeldak met flauw hellende dakschilden met bitumineuze dakbedekking. De gevelopeningen zijn deels rond en deels recht gesloten. De voorgevel is op de begane grond voorzien van twee smalle en tweede brede, oorspronkelijke gevelopeningen met een jongere invulling van glassteen achter de pui (ca. 2000). De gevelopeningen worden omlijst en geaccentueerd door een wit geschilderd stalen frame. Daarboven bevat de gevel drie staande vensters met vierdelig raam, waarvan de middelste en de rechter onder een segmentboogvormige ontlastingsboog staan. Het linker venster is later toegevoegd. De bovenhoeken van de gevel zijn licht uitgemetseld. De linker zijgevel is opgedeeld in twee geveldelen met een geheel eigen karakter. Het rechter geveldeel is op de begane grond voorzien van een breed venster met twaalfdelig raam. Daarboven bevinden zich vier ronde vensters met smalle kunststenen lekdorpels en een roedeverdeling in de stalen ramen. Vlak onder de dakrand is een grote vensterpartij met samengesteld stalen raam in de gevel opgenomen. In de linker zijgevel hebben enkele veranderingen plaats gevonden. Het linker deel van de gevel is op de begane grond voorzien van een breed venster met een 28-delige houten raampartij. Dit deel van de gevel was oorspronkelijk voorzien van twee dubbele deuren en een enkele deur. Bij een verandering aan de gevel waarbij ook de vensters op de begane grond vergroot en doorgetrokken zijn, zijn de deuropeningen dicht gemetseld. Hierboven zijn twee liggende vensterpartijen en een rond venster met roedeverdeling in het stalen raam in de gevel geplaatst. Rechts tegen het minder hoge linker venster bevindt zich een staande gevelopening, waarin mogelijk een laaddeur was geplaatst. Dit deel van de gevel wordt beëindigd door een doorlopende vensterreeks met een roedeverdeling in de lage ramen, die per negen van elkaar worden gescheiden door een houten penant. De invulling van de ramen op de begane grond is niet oorspronkelijk en ook de hogere van de twee reeksen in het midden van het linker geveldeel is niet origineel. Oorspronkelijk was deze vensterpartij even hoog als die er links van. Aan de achterzijde is het bedrijfsgebouw verbonden met de even brede, niet meer als zodanig in gebruik zijnde silotoren. Op de begane grond is de toren aan de linker zijde voorzien van een brede vensterpartij met samengesteld raam. Aan de rechter zijkant is op de begane grond, in een vernieuwd gevelveld, één venster opgenomen. Daarboven is de oorspronkelijke gevelbekleding van de blinde toren in 1976 verdwenen achter of vervangen door stalen damwandprofielen (stalen platen met damwandprofiel), waardoor het beeld van de toren veel vlakker is geworden. Ook is een oorspronkelijk op de kap staande, uit glas en staal samengestelde rechthoekige (lift)koker met uitkragend zadeldak verwijderd tussen 1999 en 2008. De rechter zijgevel van het bedrijfsgebouw is links op de begane grond voorzien van een rond venster met een smalle kunststenen lekdorpel en een roedeverdeling in het stalen raam. Rechts hiervan bevindt zich een deur met tweedelig raam in het zijlicht. Links hiervan wordt het grootste deel van de gevel op de begane grond voorzien van een brede, doorgetrokken vensterpartij met een fijne raamverdeling. Op twee plaatsen wordt de vensterpartij doorbroken door een deur. Oorspronkelijk stond tussen deze twee deuren nog een dubbele deur in deze gevel. De gevel wordt iets boven het midden geleed door een vrij korte en een veel bredere vensterpartij met een fijne raamverdeling. Tussen de ramen van de bredere vensterpartij zijn twee laad- en losdeuren geplaatst. Rechts van dit brede venster staat een rond venster met stalen raam, identiek aan het links in deze gevel staande venster. Linksboven in de gevel is een grote, ondiepe erker in de gevel opgenomen. De erker steunt op twee paar houten klossen, die op een uitmetseling zijn geplaatst. Der erker is voorzien van smalle zijramen en een samengesteld raam met stalen roeden, onder een houten luifel in de vorm van een lessenaardakje. De gevel wordt pal onder de dakrand beëindigd door een met de vensters daaronder overeenkomende vrij korte en een zeer lange vensterreeks met een fijne raamverdeling. In het dakschild boven deze gevel staat een schoorsteen van rode baksteen met daarop een gelede betonnen rookafvoer. Interieur: In het ingrijpend gewijzigde inwendige van het bedrijfspand zijn weinig oorspronkelijke onderdelen bewaard gebleven. In het voorste gedeelte is in het trappenhuis nog een originele glaswand met roedeverdeling bewaard gebleven. Ook de constructieve onderdelen in het gebouw, zoals de dragende ijzeren kolommen en moerbalken met kinderbalken zijn nog uit oudste bouwtijd. In het achterste deel van het pand sluit de zolder aan op een houten wand van de silo, die is te betreden door middel van een zeer steile houten trap. De constructie in de silo is samengesteld uit houten palen, balken en vloeren, en wanden van in rabat aangebrachte planken.