Noordeinde 18
Inleiding
Ten noordoosten van de kerk bevindt zich een WATERPUT. Via een goot van het kerkgebouw werd regenwater vanaf het kerkdak in de put opgevangen.
Omschrijving
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Inleiding
Doopsgezinde VERMANING, in 1874 gebouwd ter vervanging van een houten kerk. In 1873 is door architect J.H. Lehman een ontwerptekening gemaakt voor een "kerk voor de Doopsgezinde Gemeente te Noordeind van Graft" (Rijksarchief Haarlem, no. G. $492.629.031(31). Bij de uitvoering van de kerk is de door Lehman ontworpen hoofdvorm gevolgd; de detaillering is evenwel veel soberder gehouden.
De kerk bevat een in 1793 door J.S. Strümphler gebouwd ORGEL dat mede onder de bescherming valt. Volgens mondelinge overlevering is het instrument oorspronkelijk geleverd aan de R.K. statie St. Engelmundus te Velsen. Omstreeks 1897 is het door de doopsgezinde gemeente te Graft-Noordeinde aangekocht en aldaar in het kerkgebouw geplaatst. Het orgel is in 1992 gerestaureerd door Flentrop orgelbouw te Zaandam.
Omschrijving
De kerk is gebouwd op langgerekte plattegrond, met de korte zijde (W) naar de weg gekeerd, en bestaat uit één bouwlaag, opgetrokken uit paarsrode baksteen in kruisverband met risalerende, gecementeerde plint met afzaat.
De oost- en zuidgevel zijn geheel gecementeerd.
De kerk wordt afgedekt door een zadeldak met zwart geglazuurde Hollandse pannen.
Aan de achterzijde van de kerk (O) bevindt zich een rechthoekige aanbouw, opgetrokken uit paarsrode baksteen in halfsteens verband, onder schilddak met zwart geglazuurde Hollandse pannen aan de oost- en zuidzijde en rode Hollandse pannen op het noordelijke dakschild.
De voorgevel van de kerk (W) wordt op de hoeken afgegrensd door lisenen die, evenals de geveltop, door goudkleurige acroteria worden bekroond. De plint is bij deze gevel alleen aan de onderzijde gecementeerd. De gevel wordt verlevendigd door sierbanden van rood en grijs gekleurde baksteen. In het midden bevindt zich boven een hardstenen stoep de hoofdingang. Deze bestaat uit een dubbele paneeldeur met kolom in het midden en rondboog bovenlicht voorzien van houten roeden. Ter weerszijden van de ingang zijn twee rondboogvensters, eveneens met houten roeden, en recht boven de deur is een gietijzeren rozetvenster aangebracht.
De zijgevels (N en Z) worden door lisenen in vijf traveeën verdeeld, waarvan de laatste vier (gezien vanuit het westen) zijn voorzien van rondboogvensters met houten roeden.
De aanbouw aan de achterzijde bevat aan de zuidzijde een deur met levensboom in bovenlicht; rechts daarvan een ruitvormig raampje; aan de oostzijde twee zesruits schuiframen en aan de noordzijde één zesruits schuifraam.
Het interieur bestaat uit een rechthoekige kerkruimte onder een houten tongewelf. Aan de westzijde bevindt zich het ingangsportaal en ter weerszijden daarvan een kleine ruimte, waarvan het linker een trap bevat die leidt naar het orgelbalkon. Dit orgelbalkon heeft een houten balustrade boven een kroonlijst rustend op twee Ionische zuilen op piedestals. Deze houten kroonlijst, zuilen en piedestals zijn gemarmerd.
Op het orgelbalkon staat een één-klaviersorgel dat volgens pijpinscripties in het jaar 1793 is vervaardigd door de Amsterdamse orgelbouwer J.S. Strümphler.
De zijgevels van de kerkruimte zijn voorzien van stucco-decoratie in de vorm van ezelsrugbogen boven en lisenen tussen de vensters. Aan het uiteinde van de lisenen zijn onder de overkapping van de kerk consoles geplaatst. Consoles, lisenen en bogen rusten op kraagstenen. Langs alle wanden zijn houten lambrizeringen aangebracht.
In de kerkruimte bevinden zich aan de westzijde, ter weerszijden van het middenpad vier achter elkaar geplaatste kerkbanken, langs de zuidgevel één rij banken naast elkaar. De preekstoel met klankbord is tegen het midden van de oostgevel geplaatst.
De aanbouw aan de oostzijde van de kerk, door twee deuropeningen in de oostgevel bereikbaar, bevat de consistoriekamer met wandbetimmering en aan de zuidzijde een ingangsportaal met toiletruimte.
Waardering
De doopsgezinde vermaning is van algemeen belang uit architectuur- en cultuurhistorische oogpunt als historisch-functioneel hoofdonderdeel van het Vermaning-complex. Tevens is het object van belang vanwege de gaafheid van zowel het exterieur (hoofdvorm en detaillering), als van het interieur met onder meer een Strümphler-orgel uit 1793.
| Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
|---|---|---|---|---|
| Kerk | Religieuze gebouwen | Kerk en kerkonderdeel | oorspronkelijke functie | Ja |
| Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Noordeinde | 18 | – | 1485 EV | Noordeinde | – | – | Ja |
| Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
|---|---|---|---|---|
| – | F | 560 | – | Graft-De Rijp |
| Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
|---|---|---|---|
| 1874 | 1874 | – | vervaardiging |
| Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
|---|---|---|---|
| Religieuze gebouwen | Kerk en kerkonderdeel | – | Vermaning |
| Name | Beroep | Notitie |
|---|---|---|
| Lehman, J.H. ; Noord-Holland | architect / bouwkundige / constructeur | – |
Inleiding
Ten noordoosten van de kerk bevindt zich een WATERPUT. Via een goot van het kerkgebouw werd regenwater vanaf het kerkdak in de put opgevangen.
Omschrijving
Inleiding
KOSTERSWONING van de Doopsgezinde Gemeente te Graft-Noordeinde, in 1881 gebouwd ten noorden van de Doopsgezinde Vermaning uit 1874 (Noordeinde 18) in traditioneel-ambachtelijke, streekeigen bouwtrant.
Omschrijving
Inleiding
BRUG die de verbinding vormt tussen het perceel waarop de vermaning en kosterswoning zijn gelegen en de evenwijdig aan de sloot lopende weg. De brug bevindt zich aan de westzijde, in het midden van het voornoemde perceel.
Omschrijving