GROTE of MARTINIKERK met TOREN. Geheel in steen overwelfde pseudo-basiliek met enkelvoudig koor, opgetrokken 1446-1466 bij oudere toren en ter vervanging van de eenbeukige tufstenen kerk waarvan de grondslagen tijdens de restauratie (1955) zijn blootgelegd.

PAND onder zadeldak tegen gevel met grote trappen waarin gebeeldhouwde klauwstukken; gebeeldhouwde bekroning.

PAND onder hoog zadeldak tegen in de top gewijzigde klokgevel met aanzetkrullen.

PAND onder zadeldak tegen klokgevel met gebeeldhouwde bekroning waarop siervaas.

Het pand vormt de begrenzing van de onderbreking in de belangrijke ruimtebepalende gevelwand (hoofdgracht) ten behoeve van de situering van de kerk. Het pand is uitermate passend in de ordening van de gevarieerde ruimtelijke opbouw van de stadsstructuur.

PAND onder zadeldak tegen halsgevel.

PAND onder zadeldak tegen plm 1889 herbouwde trapgevel.

PAND onder zadeldak tegen halsgevel, rijk versierd met klauwstukken, bekroning cartouche, festoen en lambrequins, 1729.

WOONHUIS onder zadeldak met voorschild, waarboven topschoorsteen. Omlijste ingang zesruitsvensters.

WOONHUIS met opgehaalde voorbouw onder laag schilddak met twee hoekschoorstenen. Omlijste ingang, zes en vier-ruitsvensters, kroonlijst met triglyphen en modillons. Achterbouw onder zadeldaken.

Eenvoudig WOONHUIS welks gevel door rechte kroonlijst is afgesloten; omlijste ingang.

WOONHUIS onder zadeldak tegen klokgevel met aanzetkrullen.