Rijksinstituut voor Rassenonderzoek, Bennekom

Inleiding

INSTITUUT VOOR RASSENONDERZOEK VAN LANDBOUWGEWASSEN (I.V.R.O.) als hoofdonderdeel van complex 'Groot Nergena' uitgevoerd in de periode 1952-1954 in opdracht van de Directie van Landbouw ten behoeve van onderzoek en registratie van de teelt-, bewerkings- en productiemethoden in het belang van de naoorlogse bedrijfsmatige aanpak van de agrarische sector. In het gebouw zijn ruimten gerealiseerd voor het botanisch rassenonderzoek, het cultuurwaardenonderzoek van rassen, zelfstandige beproeving van gewassen, statistische verwerking van de gegevens en administratief personeel.

Het I.V.R.O. is zelfstandig ontworpen door M. BOLTEN (geb. 1916) als rechterhand van rijksbouwmeester G. FRIEDHOFF. Het ontwerp is zowel beinvloed door de geschiedenis van de plek en de 19e-eeuwse overblijfselen van de in oorsprong 18e eeuwse tuinaanleg van het voormalige landgoed 'de Nergena' als de modern-traditionele bouwstijl van Friedhoff. De bouwstijl van Friedhoff kenmerkt zich door duurzaamheid, degelijkheid, waardigheid, zonder experimentele toepassingen, waarbij eventuele nieuwe technieken ondergeschikt waren aan de traditionele architectuur. A. Haytsma kreeg de opdracht voor een reliëf boven de ingang.

De oorspronkelijke uitstraling van het I.V.R.O. is op onderdelen gewijzigd doordat de witte keimlaag van de baksteen is verwijderd, de van oorsprong gebroken wit geschilderde deuren zijn groen geschilderd en de vensters zijn vervangen door kunststof met behoud van de beeldwaarde met behulp van roeden. In het interieur zijn de oorspronkelijk glad gestuukte wanden afgewerkt met glasvezel, de plafonds voorzien van verlaagde plafonds. De oorspronkelijke afwerking van de vloeren met linoleum is vervangen door vloerbedekking.

Omschrijving

Het INSTITUUT VOOR RASSENONDERZOEK VAN LANDBOUWGEWASSEN (I.V.R.O.) is symmetrisch van opzet met een u-vormige plattegrond, gesitueerd rondom de ronde vijver, bestaande uit drie bouwvolumes met elkaar verbonden middels twee gemetselde muren. Naast de fysieke verbinding zijn de bouwvolumes mede onlosmakelijk met elkaar verbonden door ontwerp wat tot uiting komt in de identieke hoofdvorm (rechthoekige volume afgesloten door een schilddak), toegepaste materialen, detaillering en constructie (o.a. baksteen, wildverband, oorspronkelijk wit gekeimde gevels, gesmoorde keramische dakpannen, rode tegelvloeren, houten deuren, vensters).

Het HOOFDVOLUME met rechthoekige plattegrond onderscheidt zich van de bijgebouwen in hoogte en symmetrie. Het hoofdgebouw bestaat uit twee bouwlagen in tegenstelling tot de eenlaags bijgebouwen. De symmetrische gevelindeling bestaat uit een centrale ingangspartij benadrukt door de geprofileerde baksteen schoorsteen op de nok van het dak met in de voorgevel een dubbele deur met ervoor een bakstenen bordestrap, aan weerszijden tegen de gevel een lantaarn en erboven een ingemetseld natuurstenen reliëf, ontworpen door A. Haytsma uit Amsterdam. Het reliëf verbeeldt vijf figuren (de kweker, de boer, de koopman, de bakker en de huisvrouw) en hun relatie met het kweken, verbouwen, oogsten en verkopen en verwerken van het ras tot een eindproduct voor de consument. Boven de ingangspartij drie vensters op de verdieping. In de achtergevel is het interne trappenhuis te herkennen aan vijftien identieke vierkante vensters, gegroepeerd in een vlak van vijf vensters hoog en drie breed. Aan weerszijden van de ingangspartij bevinden zich in de voor- en de achtergevel vijf identieke vensterassen bestaande uit twee identieke vensters per bouwlaag. Laag in het dekschild, zowel voor als achter, zes regelmatig verdeelde, identieke dakkapellen afgesloten door een zadeldak. De twee vensterassen in kopse gevels zijn identiek aan die in de voorgevel met daartussen een centraal geplaatste dubbele deur met bovenlicht en bakstenen bordestrap. In het bovenlicht een lantaarn identiek aan de lantarens tegen de voorgevel. De vensterindeling op de verdieping van de rechter zijgevel wijkt af met zes regelmatig verdeelde meerruits ramen en een groot glasvlak in het dakschild. Deze indeling verwijst naar de voormalige functie van het botanisch laboratorium met de daaraan gekoppelde lichtvoorziening voor het kiemen van zaden.

De structuur in het INTERIEUR is op alle bouwlagen grotendeels nog aanwezig. Op de begane grond en de verdieping kenmerkt de structuur zich door een rood betegelde middengang met aan weerszijden kamers, willekeurig verdeeld. De indeling van de kamers is op onderdelen gewijzigd. De paneeldeuren zijn grotendeels nog oorspronkelijk. De doorgangen kenmerken zich door een geprofileerde omlijsting en een hardstenen dorpel. De gang op de begane grond komt uit op de deuren in de kopgevels. De entree is iets gewijzigd voor wat betreft de structuur van de ruimte waardoor de symmetrie hier verdwenen is. De trapopgang is ongewijzigd, afgezien van toevoegingen voor de brandweerscheiding. Een belangrijk element in het interieur is het hoger gelegen plafond met lichtbak van het voormalig botanisch laboratorium op de verdieping op de kop van het gebouw. Het daklicht in het dakschild zorgde voor de lichtinval die werd weerkaatst door spiegels naar de lichtbak. De spiegels zijn niet meer aanwezig. Deze ruimte is tevens te herkennen aan de afwijkende vensters in de kopgevel. De toiletgroepen bevinden zich op de oorspronkelijke plek voorzien van nieuw sanitair. De zolder kent geen waardevolle indeling en is van belang vanwege de kapconstructie en de betonnen ondersteuning van de schoorsteen.

Centraal in de gevel van het LINKER BIJGEBOUW bevinden zich zeven vensters identiek aan die in het hoofdgebouw, die verwijzen naar de achterliggende ruimte met segmentboogvormig stucplafond, van oorsprong in gebruik als demonstratiezaal. Momenteel (2009) is de ruimte opgedeeld. Aan weerszijden van de vensterpartij bevinden zich identieke ingangspartijen bestaande uit een dubbele deur met bovenlicht en bakstenen bordestrap waarin lantaarn met laag in het dakschild een dakkapel afgesloten door een zadeldak. De linker deur is de toegang tot de voormalige demonstratiezaal, de rechter deur de toegang tot de voormalige kiemplaats voor de aardappelen. Uiterst links bevindt zich de toegang tot de voormalige ambtswoning eveneens voorzien van een klein bakstenen bordes, uiterst rechts bevindt zich de (dichtgezette) opening van de voormalige garage. Links op de nok bevindt zich een bakstenen schoorsteen van de voormalige ambtswoning. De daklantaarn op de nok ter plaatse van de kiemruimte is verdwenen.

In het INTERIEUR is de structuur grotendeels nog aanwezig zij het dat grote ruimten nu verder zijn opgedeeld. Van oorsprong huisvestte dit bouwdeel onder meer een ambtswoning, demonstratiezaal, kiemplaats voor aardappelen, garage en werkplaats. Met name in de ambtswoning zijn wanden doorgebroken en/of verdwenen. De van oorsprong gescheiden functies van ambtswoning, demonstratieruimte , kiemplaats en garage zijn nu intern met elkaar verbonden. Aan waardevolle interieuronderdelen is onder meer vermeldenswaardig de oorspronkelijke structuur en de trapopgang van de ambtswoning, de rode tegelvloer van de demonstratiezaal, oorspronkelijke deuren en het plafond van de demonstratiezaal.

De gevelindeling van het RECHTER BIJGEBOUW is in grote lijnen identiek aan het linker bijgebouw. De structuur van het INTERIEUR is nog grotendeels aanwezig en is op onderdelen aangepast aan het huidige gebruik. Dit bouwdeel huisvestte een koelruimte, werkplaats en een zaadmagazijn.

Waardering

INSTITUUT VOOR RASSENONDERZOEK VAN LANDBOUWGEWASSEN (I.V.R.O.) met RELIEF als onderdeel van complex 'Groot Nergena' uitgevoerd in de periode 1952-1954 is een evidente mijlpaal in de ontwikkeling van de architectuur, stedenbouw, landinrichting, bouwtechniek of ruimtegebonden kunst in Nederland uit de periode 1940-1958:

* Vanwege de architectuurhistorische waarden als voorbeeld uit het oeuvre van M. Bolten tijdens de samenwerking met rijksbouwmeester Friedhoff 1946-1957

* Vanwege de architectuurhistorische waarde als voorbeeld van het traditionalistische bouwen in opdracht van de rijksoverheid waarbij gebruik is gemaakt van een archetypische hoofdvorm (rechthoekig bouwvolume afgesloten door schilddak), ambachtelijke materialen (baksteen, keramische gesmoorde pannen, hout, zink) en een traditionele profilering (schoorsteen, deuren)

* Vanwege de architectuurhistorische waarde vanwege de symmetrische, monumentale opzet in een U-vorm als verwijzing naar de traditionele opzet van een buitenverblijf met twee bouwhuizen (regelmatig verdeelde identieke ramen en dakkapellen, geaccentueerde ingangspartij)

* Vanwege de ensemblewaarde tussen het 20e-eeuwse rijksinstituut en 19e-eeuwse tuinaanleg als overblijfsel van het 18e-eeuwse landgoed 'de Nergena'

* Vanwege de cultuurhistorische waarde vanwege de innovatieve rol die het rijksinstituut heeft gespeeld in de naoorlogse bedrijfsmatige aanpak van de agrarische sector, in het bijzonder de teelt-, bewerkings- en productiemethoden

* Vanwege de cultuurhistorische waarde van het oorspronkelijke gebruik voor het onderzoek naar landbouwgewassen wat onder meer tot uiting komt in de plattegrond/ de structuur (grote en kleine ruimten), de afwerking (tegelvloeren, segmentboogvormig plafond, plafond met lichtbak)

* vanwege situering in agrarisch landschap?

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
530883
Complexnaam
Groot Nergena
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Complexomschrijving

Complex 'Groot Nergena' bestaande uit INSTITUUT VOOR RASSENONDERZOEK VAN LANDBOUWGEWASSEN (I.V.R.O), TUINAANLEG en TUINSIERADEN (zonnewijzer op hardstenen sokkel en bolvormige bekroningen op gereconstrueerde hekpijlers)

Op 29 juli 1942 is het I.V.R.O. opgericht door de Directie van Landbouw om in samenwerking met diverse instellingen, instituten en het bedrijfsleven, onderzoek te verrichten naar rassen van landbouwgewassen in opdracht van: - de raad voor het kwekersrecht - de commissie belast met de samenstelling van de rassenljst voor landbouwgewassen

Het I.V.R.O. komt voort uit het het Instituut voor Plantenveredeling (1912), de instelling van een officiële beschrijvende rassenlijst voor landbouwgewassen (1924), de keuring van zaaigoed en pootgoed (1903), de oprichting van de centrale keuringsdienst NAK (1932) en het Kwekersbesluit 1941 waarin het eigendomsrecht van de kweker op zijn kweekproducten werd geregeld. Tot de nieuwbouw in 1952 heeft het instituut twee panden gehuurd in Wageningen. Het I.V.R.O. had de beschikking over de proefboerderij 'de Hoge Born' met bijbehorende proefvelden op de zandgrond, in 1964 uitgebreid met een proefboerderij op de kleigrond in Oostelijk Flevoland. Deze proefboerderijen vallen niet onder de bescherming. Omstreeks 1970 heeft het I.V.R.O. vanwege ruimtegebrek het pand verlaten waarna het pand een nieuwe functie heeft gekregen.

Het I.V.R.O. gebouwd in 1952 naar ontwerp van M. Bolten onder leiding van rijksbouwmeester Friedhoff, heeft een u-vormige opzet gesitueerd rondom de ronde vijver en beïnvloed in ontwerp door de historische opzet van een buitenplaats bestaande uit een hoofdgebouw en twee bijgebouwen. De u-vormige opzet is traditioneel vormgegeven, met van oorsprong wit gekeimde gevels. Boven de hoofdingang van het hoofdvolume bevindt zich een RELIEF van A. Haytsma.

Het ontwerp voor het I.V.R.O. is afgestemd op, en beïnvloed door, de restanten van een oude formele, waarschijnlijk vroeg 19e-eeuwse TUINAANLEG, bestaande uit een grote ronde vijver verbonden door een sloot met een kleine ovale vijver, omsloten door open velden. Op een historische kaart uit 1732 is op deze plek de aanleg van een sterrenbos te herkennen, in 1815 uitgebreid tot het 'Groot Nergenasche Bosch', eigendom van het voormalige landgoed 'de Nergena'. Op de kadastrale minuut van 1832 zijn beide vijvers zichtbaar, eigendom van de toenmalige burgermeester van Bennekom, Theodorus Prins. Zijn huis met erf, gelegen ten noorden van de tuinaanleg, wordt op de historische topografische kaarten uit het eerste kwart van de 20ste-eeuw aangeduid met 'Klein Nergena'. De vijvers vertegenwoordigden natuurschoon maar hadden ook een functie voor de visvangst. Vanwege de sterke architectuurhistorische relatie met het instituut is de tuinaanleg met daarin de beeldbepalende ronde vijver beschermd als onderdeel van het complex.

Bij de opening van het gebouw hebben de nazaten van de familie Prins drie onderdelen van het voormalige landgoed 'de Nergena' aan het I.V.R.O. geschonken: de zonnewijzer op natuurstenen sokkel, de bolvormige bekroningen met acanthusblad versiering en een haardplaat. De zonnewijzer en de bekroningen hebben een functie als TUINSIERAAD gekregen in de tuinaanleg van het I.V.R.O., de haardplaat in de hal van het instituut is tijdens het bezoek op 21 juli 2009 niet aangetroffen. Het I.V.R.O. kreeg de naam 'Groot Nergena' als verwijzing naar de geschiedenis van de grond waarop het gebouw is gesitueerd.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Laboratorium Cultuur, gezondheid en wetenschap Onderwijs en wetenschap oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Dr. W. Dreeslaan 1 6721 ND Bennekom Ja
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Cultuur, gezondheid en wetenschap Onderwijs en wetenschap
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
F 1633 Bennekom
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1952 1954 vervaardiging
Ambachten
Name Beroep Notitie
Bolten, M. ; Noord-Brabant architect / bouwkundige / constructeur
Friedhoff, G. ; Overijssel architect / bouwkundige / constructeur
Naar boven