Omschrijving

WOONHUIS vanuit een nagenoeg rechthoekige plattegrond opgetrokken in bruine baksteen en bestaande uit twee bouwlagen onder een hoog schilddak (hoofdvolume) en een kleiner schilddak met flauw hellende dakschilden, gedekt met gesmoorde kruispannen. Tegen de achtergevel een éénlaagse uitbouw afgedekt door twee dakschilden met dezelfde pannen. De gevels hebben gepleisterde speklagen en sierstenen op de hoeken en in de strekken boven de vensters; vensters met roedenverdeling in de bovenlichten, deels gekoppeld onder getoogde strekken van oranje baksteen. Het boogveld is gevuld met tableaus in oranje en witte tegels.

Rijk gedecoreerde voorgevel (west) met hoge natuurstenen plint met cassettes en panelen. Iets terugliggende middentravee, waarin op de begane grond de entree, met aan weerszijden een risaliet. De middentravee wordt bekroond door een topgeveltje met frontonbekroning en daaronder een gepleisterd fries met het jaartal '1902' onder een kroonlijst op consoles. Beide zijrisalieten zijn voorzien van een decoratief fries onder een kroonlijst op consoles. De linker risaliet wordt boven de kroonlijst afgesloten door een gemetselde balustrade langs de dakrand; de rechter risaliet door een trapgevel met op de trappen klauwstukken in de vorm van een kwartcirkel met schelpmotief, toppilaster op een gepleisterde console en bekroond door een windvaan. In de middentravee bevindt zich de entreepartij bestaande uit de oorspronkelijke paneeldeur met bovenlicht en smalle zijlichten, daarboven een venster. In de linker risaliet twee gekoppelde vensters zowel op de begane grond als op de verdieping; in de rechter risaliet op de begane grond een driezijdige erker, op de verdieping twee enkele vensters en een iets kleiner venster in de top.

In de noordgevel een eenvoudige plint en daarboven een geprofileerde waterlijst. Twee keldervensters met diefijzers. Zij-ingang met deur en enkele vensters, in het gedeelte van één bouwlaag gekoppeld. De zuidgevel is blind.

De achtergevel (oost) vertoont een duidelijk driedeling. In het midden een hoog opgaand torenachtige bouwvolume onder zadeldak waarin het trappenhuis zich bevindt; rechts daarvan het éénlaagse gedeelte met achteruitgang en links daarvan op de begane grond een grote serre en daarboven op de verdieping een balkon. In het dakschild boven dit geveldeel een houten dakkapel met wangen en frontonbekroning.

INTERIEUR Inwendig zijn onder meer de hal met marmeren vloer en lambrisering, het tochtportaal met geëtst glas en de trap met rijk uitgevoerde trappaal en getordeerde gietijzeren balusters bewaard gebleven. Bovenin het trappenhuis twee vensters met geschilderde voorstellingen van Mercurius en een levensboom met wapen.

Waardering

Het woonhuis is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde als beelddrager van de kaasproductie en -handel, niet alleen regionaal maar ook nationaal gezien een economische ontwikkeling van grote betekenis.

Het woonhuis met bijbehorend interieur is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde te weten de kenmerkende Neo-Hollandse Renaissancestijl van met name de zeer rijk gedecoreerde voorgevel.

Het woonhuis bezit hoge ensemblewaarde vanwege de beeldbepalende situering zowel aan de Prins Hendrikstraat als langs de Oude Rijn en vanwege de functioneel ruimtelijke samenhang met het naastgelegen pakhuis.

Het exterieur en het interieur van het pand is in hoge mate gaaf in hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering.