De wijk Nijlân is gerealiseerd in de jaren-1950 en -1960 naar een stedenbouwkundig plan van ontwerper D. Zuiderhoek uit Baarn. In zijn plan was voornamelijk ruimte ingeruimd voor volkshuisvesting, maar aan de westkant, nabij het sportpark Nijlân, werd ook een smalle strook ingeruimd voor vrije sectorbouw, hoofdzakelijk bungalows. Op een terrein, omzoomd door de Middelzeelaan, de Bordineweg en de Zeesterstraat, liet de bouwondernemer P. de Jong sr. in 1963-’65 een huis bouwen naar ontwerp van architect A. Bonnema. De tuin is aangelegd naar een ontwerp van tuinarchitect Mien Ruys. Het huis is gebouwd in een Nieuw Zakelijke, modernistische trant, waarin invloeden van het werk van Frank Lloyd Wright en Mies van der Rohe zijn te herkennen. Kenmerkend voor het huis is de geslotenheid aan straatzijde en het open karakter aan de achterzijde, waar het een ruimtelijk geheel vormt met de tuin. De bescherming geldt het exterieur en de hoofdstructuur c.q. indeling van het interieur. Exterieur: Het vanuit een L-vormige plattegrond in schone, gemêleerde en diep gevoegde baksteen, hout en glas opgetrokken hoofdvolume van de bungalow staat met één bouwlaag onder een uitkragend plat dak, waarvan het brede overstek op meerdere plekken wordt doorsneden door vierkante lichtopeningen. Tussen het dak en de muren en wanden van exterieur en interieur liggen lichtstroken, waardoor het dak lijkt te zweven boven de muren en wanden. Wat het exterieur betreft, is er een sterk contrast tussen de gesloten gevelpartijen in baksteen aan de straatkant (Bordineweg) en de transparante wanden, die zich voornamelijk aan de achterzijde rondom de tuin bevinden. De straat en de privésfeer zijn zodoende sterk van elkaar gescheiden, terwijl binnen en buiten elkaar op vriendelijke wijze ‘ontmoeten’ aan de tuinzijde. De op het oosten en de Bordineweg georiënteerde, lange voorgevel wordt gedomineerd door twee brede blinde gevelvelden, waartussen de entree is geplaatst. Het overstek is boven deze gevel over de gehele breedte voorzien van vierkante openingen, waardoor de gevel niet wordt overschaduwd. De linker gevelpartij is voorbij het woongedeelte met de logeerkamer, voor de keukenhof langs, doorgetrokken naar de garage. Deze is voorzien van een brede inrij-opening met houten deuren. De rechter gevelpartij maakt deel uit van de slaapvleugel. Hierin bevinden zich drie slaapkamers die door badkamers van elkaar zijn gescheiden. De muur is doorgetrokken tot voorbij de noordoostelijke zijgevel, waar het een ingangspartij afschermt. De hoofdentree in de voorgevel bevindt zich in een portiek met een met gepolijste natuursteen beklede stoep en de deur staat tussen een breed en een smal zijlicht. Links in de gevel aan de noordzijde (Zeesterstraat) is de ‘dienstentree’ van het huis geplaatst. Rechts is deze gevel doorgetrokken als tuinmuur en wordt de tuin (patio met pergola) opdeze wijze afgesloten van een gazon en de openbare weg. De gevels aan de tuinzijde hebben een transparant karakter, omdat ze tussen de houten wanden en de stenen muren zijn ingevuld met grote glasvlakken. De op de tuin gerichte buitenwand van de slaapvleugel is samengesteld uit glaspuien, ermee verbonden deuren met grote deurlichten en houten wanden met liggende planken. Dwars op deze wand staat een bij de woonkamer behorende, grotendeels bakstenen muur. Deze wordt in het rechter deel doorbroken door een volledig met glas ingevulde gevelopening. Aan weerszijden hiervan zijn in de bovenhoeken de liggers van een pergola bevestigd. De woonkamer bevindt zich in de iets bredere vleugel, waarin ook de hal, de keuken, bijkeuken, toilet en garderobe zijn opgenomen. De westgevel van deze vleugel heeft een gemetselde linker gevelpartij. Daarnaast bevindt zich een brede glaspui. Het overstek van dit deel is ook opengewerkt met vierkante openingen. Ook de zuidgevel toont een afwisseling in ‘open’ (rechts) en ‘gesloten’ (links). Aan het gemetselde linker deel van deze gevel zijn eveneens de liggers van een pergola bevestigd. Ten zuiden van het huis bevindt zich een lager volume, waarin zich de garage bevindt. Tussen de garage en de zuidgevel van het huis ligt een keukenhof, die aan straatzijde is voorzien van een muur, welke tevens de verbinding vormt tussen huis en garage en de voorzijde van het pand zijn monumentaliteit verleent. Interieur: De inpandige (woning)structuur verkeert in hoofdzaak nog in originele staat. In het inwendige van de bungalow zijn enkele ruimtes min of meer flexibel in te delen, waarbij ijzeren kolommen met H-profiel dienen als bevestigingspunten voor de wanden. De vlakke, ongedeelde vloeren in het huis zijn van gepolijste marmeren tegels van zeer uiteenlopend formaat. De plafonds zijn van hout en de vaste scheiwanden zijn van diep gevoegde, schone rode baksteen en zijn net als de buitengevels voorzien van bovenlichten. De entree wordt gevormd door een tochtportaal met achter een transparante glazen wand met deur de centrale hal. Zowel in het tochtportaal als in de hal staat een scheimuur van schone baksteen. De gang naar de slaapvertrekken wordt aan de straatzijde gevormd door een muur (tevens de buitenmuur) van schone baksteen met doorlopend bovenlicht. In de op de tuin georiënteerde woonkamer is onder meer een breed haardblok van beton geplaatst. In de kamer bevinden zich ook enkele vrijstaande ijzeren kolommen. De rechthoekige tuin met eveneens rechthoekige vijver is nog voor een deel in de oorspronkelijke staat met onder meer een vijver en een pergola aan weerszijden van de westelijke vleugel.