Onderdeel van: blok hoekwoningen. Bakstenen complex van twee bouwlagen met leiengedekte dakschilden aan de straatzijden van het overigens vlakke dak. Bakstenen gevels bevatten gecementeerde sokkel en gepleisterde banden. Middengedeelte met hoge topgevel en ver uitstekend dakoverstek op schoren.

Vrijstaande villa gesitueerd aan de oostzijde van de Dr. de Blécourstraat, tussen de Kerkstraat en de Energieweg.

Het seinhuis bevindt zich aan de rand van het rangeerterrein van station Nijmegen, ten zuiden van de wijk Bottendaal. Het gebouw ligt direct tegen het talud van de spoorkuil en parallel aan het spoor en de busbaan. Naast het seinhuis bevindt zich een kleine vrijstaande installatieruimte.

2. Het STALGEBOUW

Inleiding

5. DE WATERPUT

Omschrijving

3. DE TUINMANSWONING

Inleiding

De TUINMANSWONING is gebouwd in 1916 door A. Jacot in de stijl van de heroriëntatie op traditionele bouwwijzen met elementen van de Engelse landhuisstijl. De tuinmanswoning is op dezelfde wijze gedetailleerd als het stalgebouw.

6. DE TOEGANGSHEKKEN

Omschrijving

De TOEGANGSHEKKEN zijn gebouwd ca. 1916 in een stijl die invloed vertoont van de heroriëntatie op traditionele bouwwijzen.

Complex van groot woonhuis met bijgebouwen. Het hoofdgebouw bestaat uit een dwars geplaatst langwerpig deel met een flauw hellend zadeldak waartegen aan de voorzijde een uitspringend gedeelte van drie bouwlagen geplaatst is met een zadeldak loodrecht op het lange dak.

Complex van groot woonhuis met bijgebouwen. Het hoofdgebouw bestaat uit een dwars geplaatst langwerpig deel met een flauw hellend zadeldak waartegen aan de voorzijde een uitspringend gedeelte van drie bouwlagen geplaatst is met een zadeldak loodrecht op het lange dak.

Pand van twee bouwlagen met een zadeldak met de nok evenwijdig aan de voorgevel. Het pand staat op een hoge gepleisterde plint, waar achter de kelderruimte zicht bevindt.

De kerk, zijvleugel en verbindende hal omsluiten een trapeziumvormig voorplein met een vrijstaande klokkentoren. De gemetselde toren heeft een eenvoudige rechthoekige vorm met bovenin een gat waarin twee klokken zijn opgehangen. Het plein leidt naar de hoofdingang in het verbindende tussenlid.

De Pauluskerk heeft een rechthoekig grondplan en omvat van links naar rechts drie hoofdbestanddelen: een vierkante kerkzaal, een centrale hal en nevenruimten (oorspronkelijk kerkeraad- en catechisatiekamers).