Pand van twee bouwlagen met een zadeldak met de nok evenwijdig aan de voorgevel. Het pand staat op een hoge gepleisterde plint, waar achter de kelderruimte zicht bevindt. De zes traveeën brede voorgevel is opgetrokken in baksteen metselwerk in kruisverband en wordt afgesloten door een eenvoudige lijst. De vierde travee is tot boven de lijst opgetrokken en wordt geflankeerd door pilasters en afgesloten door een deklijst. Onder de pilasters zijn ornamenten aangebracht. Geheel links is een getoogde gevelopening, afgesloten door een rolluik. Rechts daarvan is een segmentboogvormige ingang met sluitsteen in de ontlastingsboog. Achter twee dubbele deuren bevindt zich terugliggend in het gevelvlak een enkele deur. Boven de ingang is een getoogde blindnis te zien, waarin een gevelsteen is opgenomen waarop een man met een ton is afgebeeld en het jaartal 1859 staat aangegeven. Boven deze gevelsteen is een rond venster te zien. De blindnis is voorzien van een wenkbrauw. Rechts van deze ingang zijn twee getoogde vensters met stolpramen met bovenlichten te zien. Het linker venster heeft een gestucte omlijsting, het rechter venster is omgeven door een gestuct gevelvlak, afgesloten door een wenkbrauw. Rechts hiervan is een getoogde portiek gemaakt, waarvan de ingang te bereiken is via enkele treden. In de laatste travee is eveneens een getoogd venster met stolpraam met bovenlicht te zien. Ook dit venster heeft een wenkbrauwomlijsting. De eerste verdieping telt zes getoogde vensters met stolpramen. Het tweede, vierde en zesde venster zijn voorzien van een wenkbrauw. Het middelste venster in de hoger opgetrokken travee ligt verdiept in het gevelvlak, waardoor een omlijsting is gecreëerd, en heeft gestucte duimstenen. De achtergevel is opgetrokken in baksteen metselwerk en is vanwege een aanbouw alleen vanaf de eerste verdieping zichtbaar. Er zijn drie vensters en een pui met drie ramen en een ingang te zien. De ramen betreffen alle ladderramen uit de jaren twintig van de twintigste eeuw. Vanuit de tweede travee van de voorgevel leidt een overwelfde gang naar de kelder met tongewelf, met de kruin evenwijdig aan de voorgevel. Achter de ingang is een gevelsteen geplaatst met de tekst “I. Z. Hutschler F. Hutschler 18 24/7 59”. In de kelder zijn bakstenen gemeten van 4,5 x 10,5 x ? cm. De verdiepingsbalklaag bestaat uit een enkelvoudige balklaag en de kapconstructie bestaat uit Philibertspanten met gordingen.