Onderdeel 1

Omschrijving

HISTORISCHE PARKAANLEG, in late-landschapsstijl naar ontwerp van (tuin)architect I.H.J. van Lunteren uit 1887. Van Lunteren respecteerde in het ontwerp de van oorsprong middeleeuwse omvang, evenals de uit dezelfde tijd stammende verkaveling. Daarnaast liet hij ook een aantal elementen uit de achttiende eeuwse formele aanleg intact. Onder laatstgenoemde vallen de boomgaard ten oosten van het huis, de moestuinen ten westen van het huis en de zichtas ten zuiden en noorden van het huis.

De hoofdentree tot de buitenplaats bevindt zich in de noordwest hoek. Een geasfalteerde oprijlaan leidt door een bebost terrein en loopt langs de tuinmanswoning met oranjerie (rechterzijde), vervolgens langs de tuinmuur van de moestuinen (rechterzijde) en het koetshuis (linkerzijde). Na het koetshuis buigt de oprijlaan naar het zuiden af. Hier bevindt zich een rechter aftakking naar de moestuinen en een linker aftakking die de noordelijke zichtas op het landhuis doorkruist, om vervolgens weer met de oprijlaan samen te komen. De oprijlaan zelf maakt na genoemde vertakkingen een halve cirkelvormige bocht vlak voor het landhuis. Na het landhuis loopt de oprijlaan langs de noordelijk grens en voert langs een dienstwoning en een gemetselde boogbrug. Aan de rechterzijde ligt de voormalige boomgaard. Hierna is de weg onverhard en vormde oorspronkelijk onderdeel van een hieronder genoemde rondwandeling.

De aanleg van het park is hoofdzakelijk gecomponeerd ten zuiden van het landhuis en beslaat ongeveer een kwart van de totale oppervlakte. Het belangrijkste en tevens meest gave element hierin vormt de uit de achttiende eeuw stammende zichtas (volgens de tekening van Armauer uit 1778, oorspronkelijk een met bomen beplante zichtlaan) ten zuiden van het huis, die tot aan de zuidgrens van het landgoed loopt. De naar het zuiden toe enigszins wijder wordende zichtas is aan weerszijden begrensd door bospartijen, waarbij de randen geaccentueerd worden door diverse boomsoorten (waaronder rode en groene beuken, eiken en taxussen). Het open terrein van de zichtas is in de nabijheid van het huis voorzien van welbewust geplaatste solitairen (rode beuk en taxus) die de dieptewerking versterken. Het meest zuidelijk deel van de zichtas doorkruist een nagenoeg open gebied.

De zichtas wordt halverwege door een slingervijver doorkruist die naar het westen toe in het parkbos verdwijnt om uiteindelijk in noordelijke richting af te buigen, waarna deze uitmondt op een kavelsloot die de moestuinen omgrenst. In het westelijk gelegen parkbos heeft de vijver een thans drooggevallen noordelijke aftakking. De slingerpaden die Van Lunteren in dit parkbos heeft aangelegd zijn vrijwel allemaal verdwenen. Van het negentiende eeuwse padenpatroon resteert slechts een beperkt deel en heeft bovendien tijdens de reorganisatie van 1980 door Copijn grotendeels een andere loop gekregen. Het zuidelijk deel van het parkbos heeft tegenwoordig een moerassig karakter waar, na de storm van 25 januari 1990, een `pad op palen' is aangelegd dat onderdeel vormt van een door het Utrechts Landschap gemaakte rondwandeling. Via een omweg komt dit nieuwe pad uit op een van oorsprong negentiende eeuws pad ten oosten van de zichtas. Dit pad eindigt uiteindelijk ten oosten van het landhuis.

Vanwege de historische eenheid van het landgoed vallen ook die delen zonder duidelijke parkstructuren onder de bescherming. Deze fungeren tegenwoordig als natuur- of stiltegebieden (waaronder vogelbroedplaatsen) die slechts gedeeltelijk toegankelijk zijn. Ten oosten van het landhuis bevindt zich een langgerekt, door kavelsloten omgrensde rechthoekige kavel, waarop zich sinds de achttiende eeuw een boomgaard bevond (zie ook hierboven). Meer naar het oosten bevindt zich een kavel met jonge boomaanplanten uit 1989. De begrenzing van het landgoed bestaat met uitzondering van de noordelijk zijde uit een smalle strook met verwilderde struikbegroeïing en bomen. Van Lunteren ontwierp langs deze grens een rondwandeling, waarmee hij de oorspronkelijke omvang als gevolg van de middeleeuwse ontginnningen respecteerde en de historisch gegroeide eenheid van het terrein benadrukte. De rondwandeling is in aanzet nog aanwezig, maar door wildgroei en drassigheid van het terrein is deze nagenoeg ontoegankelijk. De archeologische importantie van het zuidelijke deel van het landgoed wordt nog eens benadrukt door een in de jaren tachtig en negentig uitgegraven meander van de Oude Rijn.

Waardering

De in late-landschapsstijl uitgevoerde parkaanleg van de historische buitenplaats Oostbroek, met elementen uit de achttiende eeuwse formele aanleg, is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde vanwege de lange en opmerkelijke ontwikkelingsgeschiedenis in relatie met de middeleeuwse ontginningen en de transformatie tot particuliere buitenplaats vanaf de tweede helft van de zeventiende eeuw. Tevens vanwege de tuinarchitectuurhistorische waarde als voorbeeld van een parkaanleg in late-landschapsstijl en als onderdeel in het oeuvre van I.H.J. van Lunteren.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
529157
Complexnaam
Oostbroek
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Inleiding complex

De gronden waarop de HISTORISCHE BUITENPLAATS Oostbroek ligt, kent een lange en voor de Bilt invloedrijke historie. Al in 1113 werd hier het Benedictijner klooster Oostbroek gesticht dat het gebied in ontginning nam. De naam Oostbroek is waarschijnlijk afgeleid van de drassige gronden ten oosten van de stad Utrecht. In 1580 werd het klooster opgeheven en alle rechten en bezittingen kwamen in handen van de Staten van Utrecht. De Staten verkochten in 1676 de voormalige bezittingen van het klooster, ter grootte van 35 morgen, aan Pieter Ruysch, die daarmee de eerste particuliere eigenaar werd. Op het terrein stond een oud en vervallen huis, dat op een niet nader bekende datum is afgebroken en vervangen door een nieuw huis. Dit huis staat afgebeeld op een tekening uit 1731 van Serrurier naar Pronk. De tekening laat een huis zien van twee bouwlagen onder een afgeplat schilddak op vermoedelijke vierkante plattegrond. Rechts naast het huis staat een boerderij met hooiberg, wat het aannemelijk maakt dat het gebied rond het huis een agrarische functie had. In dit verband is het uit 1778 stammende `Plan van de Campagnes Oostbroek in de Bildt, opgemeten en getekend door M.F. Armauer, tuinman ter plaatse aldaar' interessant omdat hieruit blijkt dat de agrarische functie nagenoeg verdwenen is. Op deze tekening, die in opdracht van de eigenaar G.W. Falck was gemaakt, is Oostbroek weergegeven als een omvangrijk geometrische park met vroeg-landschappelijke elementen. Een brede, met aan weerszijden drie rijen bomen beplante zichtlaan, op de zuidgevel van het landhuis, deelt het park in twee gelijke helften. Daarnaast komen een sterrenbos, een moestuin met dienstwoning en een grote boomgaard ten oosten van het huis op de tekening voor. Het plan van Armauer geeft aan dat de agrarische functie van Oostbroek aan het eind van de achttiende eeuw meer op de achtergrond was geraakt en een volwaardige buitenplaats was geworden. Of de opmeting van Armauer ook werkelijk in zijn totaliteit heeft bestaan is niet met zekerheid te zeggen. De topografische kaart uit 1847, zeventig jaar na de opmeting van Armauer, staat Oostbroek (weer) als verkaveld terrein weergegeven, waarin sporen van een formele aanleg geheel ontbreken. Wel komen de zichtlaan (zij het in rudimentaire vorm), de boomgaard en moestuin op laatstgenoemde kaart voor. P.J. Lutgers maakte in 1862 een tekening van het huis Oostbroek. Dit huis heeft twee bouwlagen en een voorgevel met een symmetrische indeling van zeven vensterassen en is een ander huis dan op de tekening van Serrurier. In 1887 gaf de Utrechtse wethouder, mr W.J. Royaards van der Ham, toenmalige eigenaar van Oostbroek, de opdracht tot de bouw van het huidige huis en de realisatie van een landschappelijke tuin door (tuin)architect I.H.J. van Lunteren. In het ontwerp van Van Lunteren zijn elementen als de boomgaard en moestuin gehandhaafd. Rond het huis zien we een landschappelijke tuin met slingerpaden, vijverpartijen en een lange zichtas op de zuidgevel van het huis. Langs de grenzen van het landgoed maakte Van Lunteren een rondwandeling. Het huidige huis is naar ontwerp van Van Lunteren in 1887 gebouwd. Op de ontwerptekening van het park heeft Van Lunteren de plattegrond van dat huis gearceerd weergegeven. De verschillende soorten arceringen doen vermoeden dat het om een verbouwing van het oude huis zou gaan maar bouwhistorisch onderzoek heeft aangewezen dat dit niet het geval is. De biljartkamer aan de zuidoostzijde is tijdens of direct na de bouw gerealiseerd. In 1912 zijn door Jan van der Lip enkele verbouwingen gerealiseerd, waaronder de verwijdering van de haard in de hal en de verwijdering in de hal van de trap naar de kelder.

De tuinmanswoning is op de ontwerptekening zonder de oranjerie afgebeeld en is vermoedelijk vlak na 1887 gerealiseerd.

De buitenplaats is sinds 1978 in bezit van de Stichting Het Utrechts Landschap. In 1980 is door de firma Copijn Groenadviseurs het park heringericht en opgeknapt. Daarbij zijn de landschappelijke elementen van Van Lunteren grotendeels gerespecteerd.

Het landhuis en koetshuis doen tegenwoordig dienst als kantoren. De oranjerie fungeert als winkel voor natuurprodukten en woning.

Omschrijving

Het huidige terrein van de voormalige buitenplaats Oostbroek ligt ten zuiden van de A28 en is geheel door een kavelsloot omgeven die tevens de grens van het te beschermen complex markeert. De landschappelijke elementen en structuren vallen onder de bescherming. De aanleg van de A28 heeft de geografische verbondenheid, die de buitenplaats met het noordelijker gelegen Vollenhoven had, ingrijpend verstoord. Op het terrein van de historische buitenplaats Oostbroek bevinden zich de volgende complexonderdelen die onder de bescherming vallen:

1. park

2. landhuis

3. tuinmanswoning met oranjerie

Waardering

De historische buitenplaats Oostbroek is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een buitenplaats met negentiende eeuws hoofdgebouw en tuinaanleg, gerelateerd aan de middeleeuwse ontginning van het gebied door het klooster Oostbroek en de in de zeventiende eeuw ontstane particuliere buitenplaats onder dezelfde naam. Tevens vanwege de (tuin)architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een relatief gaaf bewaarde eind negentiende eeuwse buitenplaats met landhuis, bijgebouwen en parkaanleg. Tenslotte vanwege de ensemblewaarde in relatie met de nabij gelegen buitenplaatsen Beerschoten, Houdringe en Vollenhoven.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Historische aanleg Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Bunnikseweg 39 3732 HV De Bilt BY Ja
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen Landschapspark
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
C 2254 De Bilt
C 1931 De Bilt
C 2085 De Bilt
C 886 De Bilt
C 2107 De Bilt
C 2087 De Bilt
C 1781 De Bilt
C 1956 De Bilt
C 2253 De Bilt
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1887 1887 vervaardiging
Naar boven