Mariëndaal, Arnhem,Oosterbeek

Omschrijving

HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG. Het landgoed Mariëndaal heeft zich ontwikkeld uit het in 1392 gestichte klooster Mariënborn. In 1735 werden de gronden verkocht in de delen 'Klein Mariëndaal' en 'Groot Mariëndaal'. Johan Brantsen, telg uit een voornaam Arnhems regentengeslacht, werd eigenaar van Groot-Mariëndaal. Het gedeelte van Groot Mariëndaal tussen de Amsterdamseweg en de Utrechtseweg met het weidegebied ten zuiden van de Utrechtseweg vormt thans het huidige landgoed Mariëndaal.

Johan Brantsen liet op het terrein een landhuis bouwen. Het centrale gebied van Mariëndaal werd vervolgens verder ontgonnen door aanplant van bos en omvorming van heide naar landbouwgronden. In 1791 kwam het landgoed door vererving in handen van de Arnhemse burgemeester mr. Jacob Nicolaas Otto van Eck. Hij liet onder meer het huis vergroten en bracht verdere verfraaiingen aan op het landgoed. Op de 'Topografische kaart van de Veluwe en de Veluwezoom' van M.J. de Man uit 1807 is te zien dat centraal op het landgoed een sterrenbos met acht stralen was aangelegd. Het centrum van de ster lag op het hoogste punt van het landgoed, waarvandaan met een weids uitzicht had. Vermoedelijk was één van de lanen gericht op de toren van de Grote- of Eusebiuskerk van Arnhem, gebouwd in 1450.

Door de aanleg van de spoorlijn tussen Amsterdam en Arnhem (1845 geopend), werd het landgoed fysiek in tweeën gedeeld. Op de Topographische en Militaire Kaart uit 1850-1858 werd de nieuwe situatie ingetekend. Om de ontsluiting van het landgoed via de Middellaan open te houden, werd in het dijklichaam waarop de spoorlijn ligt, een grote stenen poort gerealiseerd.

In 1857 liet Gerard van Eck, zoon van Jacob van Eck, het huis vergroten en verbouwen tot het huidige aanzien. In samenhang daarmee werd ook het park verfraaid. Uit deze tijd dateert een ongedateerd en ongesigneerd 'Plan van het Landgoed Mariëndaal', dat grotendeels is uitgevoerd. Door het aanwezige reliëf, als gevolg van de ligging van een 'droog-dal' uit de ijstijden, bezat het terrein ondanks de vele rechte lanen, reeds de kenmerken van een landschapspark. Dit in die tijd geliefde effect werd versterkt door de aanleg van slingerpaden rondom de waterpartijen en op de hellingen. Het sterrenbos verloor hierdoor een deel van zijn strakke vorm terwijl op het middelpunt een Belvédère werd geplaatst. De romantische plek tegenover het huis werd ook wel de 'Zwitserse Partij' genoemd. In 1865 werd een ruim 400 meter lange beukenloofgang aangeplant. Deze 'Groene Bedstee' is de langste berceau van Nederland. De veranderingen zijn zichtbaar op de Chromotopographische Kaart verkend in de periode 1865-1871 en op de 'Topographische Kaart der Gemeente Arnhem' van P.K.P.J. van Sloten uit 1874. Van Eck liet ook de dienstwoningen bouwen in het parkgedeelte ten zuiden van de spoorlijn, waaronder een markante portiers- annex tuinmanswoning bij de oprijlaan aan de Utrechtseweg (1861; na oorlogsschade grotendeels gewijzigd herbouwd in 1948; niet beschermd).

In 1939 werd op initiatief van een anonieme schenkster, ter plaatse van het oorspronkelijke Belvédère, de 'Christuskoepel' geplaatst, ontworpen door architect J. Kropholler.

In de plattegrond van de parkaanleg bepalen noord-zuid lopende rechte lanen (vnl. 18de eeuw) de hoofdaanleg van het landgoed waartussen zich afwisselend open weilanden/akkers en beboste percelen bevinden. De Middellaan, waarlangs de Slijpbeek stroomt, uitmondend in enkele vijvers, vormt de langste noord-zuidas met aan de noordzijde vanwege het geaccidenteerde terrein een sterk hoogteverschil. Dit levert weidse vergezichten op in zuidelijke richting. Aan de zuidzijde eindigt de laan op de Utrechtseweg. Door de dubbele rij beukenbomen en de aansluiting op het viaduct onder het spoor krijgt de entree tot het landgoed hier extra allure. Het hoofdhuis, dat in een kom is gelegen, is evenwijdig aan, maar teruggelegen van de Middellaan gesitueerd. Deels gebouwd in de noordelijk gelegen helling bevindt zich de oranjerie met aangrenzende tuinmuur. Van de beschermde objecten op het landgoed ligt alleen de ijskelder in de directe nabijheid. In de hoek met de zuidwaarts afbuigende Schelmseweg liggen enkele rechthoekige landbouwpercelen tegen de noordelijke helling van de heuvelrug aan. Evenwijdig aan de hier oost-westlopende Schelmseweg ligt de Tafellaan waar zich de boerderij Loobergen bevindt.

Tegenover het hoofdhuis ligt een loofbos waarin zich de veldkapel bevindt, bereikbaar via het gereconstrueerde zigzagpad in de helling. Noordwaarts sluiten hierop sterk glooiende akkers aan die door de Diependaalselaan aan de oostzijde worden begrensd.

De langgerekte strook aan de westzijde van het landgoed wordt gevormd door hoofdzakelijk naaldbos met slingerpaden. Verspreid liggen hier de dienstwoning annex zomerwoning, de verbouwde theekoepel en een kleine boerderij. Het driehoekige gebied tussen de Amsterdamseweg en de Schelmseweg wordt grotendeels als landbouwgrond gebruikt en als boomkwekerij. De lanen, oorspronkelijk bestaande uit zandpaden, zijn deels verhard, deels half verhard en onverhard.

De hoofdstructuur van het landgoed bestaat uit veelal door beuken begrensde lanen, beekdalen, percelen bos en landbouwgronden. Deze liggen ingeklemd tussen vier noord-zuid lopende lange assen. De Middellaan snijdt het landgoed in twee helften waarbij het oostelijke deel door een aantal parallelle lanen eindigend op de Middellaan wordt gekenmerkt.

Op het landgoed dat door aanzienlijke hoogteverschillen in het terrein wordt gekenmerkt, heeft water steeds een voorname rol gespeeld. Langs de (spreng)beken hebben zich reeds vanaf de middeleeuwen molens bevonden. Aan de niervormige vijverkom, gelegen aan de oostzijde van de oprijlaan die aansluit op de Utrechtseweg, heeft tot in de 19de eeuw een papiermolen gestaan. Later is daar een pompinstallatie op aangesloten die het water naar een reservoir op de heuvel bracht van waaruit de lager gelegen fonteinen werden bediend. Na het in onbruik geraken van de molens werden op deze plaatsen vanuit een romantische gedachte met veldkeien een kleine waterval nagebouwd. Met grote zwerfkeien is het pad dat leidt naar het watervalletje aangegeven. Via een sinds de aanleg van de spoorlijn noodzakelijke duiker onder de spoordijk wordt het water van boven uit de beek aangevoerd. De duiker is gemetseld en voorzien van een toog. De wangen steken onder een helling gedeeltelijk schuin geplaatst in de spoordijk. Meer noordwaarts bevindt zich nog een waterkom met twee watervalletjes eveneens opgebouwd met veldkeien. De watervalletjes bieden tevens de mogelijkheid de beek over te steken. Aan de westzijde leidt een oorspronkelijke gemetselde trap vanuit de richting van de Middellaan naar het waterniveau.

Voor de drinkwatervoorziening was het slaan van metersdiepe putten noodzakelijk. Enkele pompen bij de verspreid over het landgoed gelegen boerderijen zijn nog steeds in gebruik.

Tegenover de achtergevel van de DIENSTWONING annex ZOMERHUIS (10) bevindt zich een tuin met vijver, gekenmerkt door groenblijvende struiken en bakstenen muurtjes met muurdammetjes waarop sierelementen.

Waardering

De HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG als onderdeel van de historische buitenplaats 'Mariëndaal' is van algemeen belang:

- als representatief voorbeeld van een 19de-eeuwse landschappelijke parkaanleg met een gaaf bewaarde 18de-eeuwse formele hoofdstructuur, die in de loop der tijd werd uitgebreid en verder ontwikkeld;

- vanwege de romantische en functionele onderdelen als watervalletjes, vijverkommen en duiker;

- vanwege het belang van de aanleg voor de geschiedenis van de tuin- en landschaps-architectuur;

- vanwege de ensemblewaarde in relatie met de overige onderdelen van de historische buitenplaats 'Mariëndaal'.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
527524
Complexnaam
Mariëndaal
Provincie
Gemeente
Complexomschrijving

Omschrijving van het complex

In structuur en deels in detail gaaf bewaarde HISTORISCHE BUITENPLAATS MARIËNDAAL met HOOFDGEBOUW met AANGEBOUWDE DIENSTWONING (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), ORANJERIE MET MOESTUINMUREN (3), IJSKELDER (4), BOERDERIJ 'Loobergen' met TUSSENLID en AANGEBOUWDE SCHUUR (5), BAKHUISJE met WATERPOMP (6), BOERDERIJ 'Diependal' (7), DUBBELE DIENSTWONING (9), DIENSTWONING annex ZOMERHUIS met WATERPOMP (10), SPOORWEGVIADUCT (11), TWEE SIERVAZEN (12), TWEE GIETIJZEREN TOEGANGSKOLOMMEN (13), TWEE GIETIJZEREN TOEGANGSKOLOMMEN (14), BRUGGETJE (15), THEEKOEPEL (16), VELDKAPEL (17).

Mariëndaal bestaat uit twee complexen. Het Arnhemse gedeelte van de buitenplaats valt onder het complex Mariëndaal met mon.nr. 527533. De complexonderdelen genummerd 1 t/m 4, 9 t/m 12 en 16 liggen in Oosterbeek. De complexonderdelen 2 en 5 t/m 7 en 13 t/m 15 liggen in Arnhem.

Het landgoed Mariëndaal heeft zich ontwikkeld uit het in 1392 gestichte klooster Mariënborn. Dit klooster voor de Augustijner orde der Reguliere kanunniken kreeg de naam 'Domus Fontis Beatae Mariae', oftewel 'het Huis bij de Bron van de Heilige Maria'. Het klooster werd echter ook aangeduid met de afgeleide naam 'Mariënborn'. Als gevolg van de Reformatie raakte het klooster in verval. In 1580 werd het gesloten, waarna de gebouwen in 1587 werden gesloopt. Omstreeks deze periode zal de naam 'Mariëndaal' in gebruik zijn gekomen. De vrijgekomen gronden werden in eerste instantie verpacht en hoofdzakelijk agrarisch geëxploiteerd.

In 1735 werden ze verkocht in de delen 'Klein Mariëndaal' en 'Groot Mariëndaal'. Klein Mariëndaal ging op in het landgoed De Brink. Johan Brantsen, telg uit een voornaam Arnhems regentengeslacht, werd eigenaar van Groot-Mariëndaal. Leden van deze familie hadden ook de landgoederen Zijpendaal en Lichtenbeek in eigendom. Johan Brantsen liet op het terrein een landhuis bouwen. Het centrale gebied van Mariëndaal werd vervolgens verder ontgonnen door aanplant van bos en omvorming van heide naar landbouwgronden. In 1791 kwam het landgoed door vererving in handen van de Arnhemse burgemeester mr. Jacob Nicolaas Otto van Eck. Hij liet onder meer het huis vergroten en bracht verdere verfraaiingen aan op het landgoed.

Op de 'Topografische kaart van de Veluwe en de Veluwezoom' van M.J. de Man uit 1807 is te zien dat centraal op het landgoed een sterrenbos met acht stralen was aangelegd. Het centrum van de ster lag op het hoogste punt van het landgoed, waarvandaan men een weids uitzicht had. Vermoedelijk was één van de lanen gericht op de toren van de Grote- of Eusebiuskerk van Arnhem.

De spoorlijn tussen Amsterdam en Arnhem (1845 geopend), deelde het landgoed fysiek in tweeën. De Topographische en Militaire Kaart uit 1850-1858 toont de nieuwe situatie. Om de ontsluiting van het landgoed via de Middellaan open te houden, werd in het dijklichaam waarop de spoorlijn ligt, een grote stenen poort gerealiseerd. In 1857 liet Gerard van Eck, zoon van Jacob van Eck, het huis vergroten en verbouwen tot het huidige aanzien. Daarbij werd het oude landhuis deels gesloopt, alleen de noordelijke aanbouw van het oude huis werd bij de nieuwbouw betrokken. In samenhang daarmee werd ook het park verfraaid. Uit deze tijd dateert een ongedateerd en ongesigneerd 'Plan van het Landgoed Mariëndaal', dat grotendeels is uitgevoerd. Door het aanwezige reliëf, als gevolg van de ligging van een 'droog-dal' uit de ijstijden, bezat het terrein ondanks de vele rechte lanen, reeds de kenmerken van een landschapspark. Dit in die tijd geliefde effect werd versterkt door de aanleg van slingerpaden rondom de waterpartijen en op de hellingen. Ook het sterrenbos werd deels omgevormd. In het midden werd een Belvédère geplaatst. Tegenover het huis werd de zogenaamde 'Zwitserse Partij' aangelegd en in 1865 werd een ruim 400 meter lange beukenloofgang aangeplant. Deze 'Groene Bedstee' is de langste berceau van Nederland. De veranderingen zijn zichtbaar op de Chromotopographische Kaart verkend in de periode 1865-1871 en op de 'Topographische Kaart der Gemeente Arnhem' van P.K.P.J. van Sloten uit 1874. In 1870 kocht Van Eck het naastgelegen buiten Boschveld ten westen en ten noorden van de Schelmseweg.

In 1939 werd op initiatief van een anonieme schenkster, ter plaatse van het oorspronkelijke Belvédère, de 'Christuskoepel' geplaatst, ontworpen door architect J. Kropholler. In de oorlogsjaren was Mariëndaal bezet door de Duitsers. Beschietingen tijdens de luchtlandingsoperatie op Oosterbeek brachten schade toe aan onder meer enkele bijgebouwen, die daarna zijn afgebroken. In 1949 kreeg het landhuis een nieuwe bestemming als bedrijfslaboratorium. In 1977 werd het ingrijpend verbouwd en aan twee zijden (achter en links) uitgebreid met moderne bedrijfsgebouwen.

In 1936 kwam het landgoed Mariëndaal grotendeels in handen van het Geldersch Landschap. Het westelijk deel, het voormalige Boschveld, werd door baronesse van Nagell van Ampse aangekocht en kwam later door vererving in het bezit van C.W.J. baron van Boetzelaer.

Het door een heuvelachtig terrein met grote hoogteverschillen gekenmerkte landgoed Mariëndaal is gelegen op het grondgebied van de gemeenten Arnhem en Renkum. Het ligt grotendeels ingeklemd tussen de Amsterdamseweg (noordzijde) en de Utrechtseweg (zuidzijde). Een open weidegebied ten zuiden van de Utrechtseweg maakt ook deel uit van de parkaanleg. In het oosten grenst de buitenplaats aan het grondgebied van zorginstelling 'Het Dorp'. Aan de westzijde sluit het landgoed aan op de buitenplaats Lichtenbeek en een tussen deze buitenplaatsen gelegen voormalig gemeentelijk ontginningsgebied met kleinere kavels.

Op de bij de omschrijving behorende kaart is de omgrenzing van het complex alsmede de aanduiding van de onderdelen aangegeven.

De moderne bedrijfsuitbreidingen rond het hoofdgebouw zijn voor de bescherming van ondergeschikt belang.

Waardering van het complex

De HISTORISCHE BUITENPLAATS MARIËNDAAL is van algemeen cultuur-, architectuur-, en tuinhistorisch belang:

- vanwege de ouderdom;

- vanwege de ontwikkelingsgeschiedenis;

- vanwege de gaaf bewaarde landschappelijke tuin- en parkaanleg, grotendeels daterend uit de tweede helft van de 19de eeuw, waarin oudere formele elementen zijn opgenomen (lanenstelsel en sterrenbos met Belvédère, beide uit de 18de eeuw).

- vanwege de zorgvuldige integratie van de parkaanleg in het ter plaatse heuvelachtige landschap.

- vanwege de visuele samenhang van de complexonderdelen;

- vanwege de bijzondere landschappelijke en cultuurhistorische waarde voor de gemeenten Renkum en Arnhem.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Historische aanleg Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Mariëndaal 8 6861 WN Oosterbeek BY Ja
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
G 296 Arnhem
G 279 Arnhem
G 288 Arnhem
G 271 Arnhem
G 277 Arnhem
G 273 Arnhem
G 278 Arnhem
P 48 Arnhem
P 46 Arnhem
P 5484 Arnhem
P 4048 Arnhem
P 4056 Arnhem
P 44 Arnhem
P 49 Arnhem
P 4570 Arnhem
P 4571 Arnhem
P 4884 Arnhem
P 4049 Arnhem
P 6258 Arnhem
P 6257 Arnhem
P 10 Arnhem
P 6411 Arnhem
P 9 Arnhem
P 4046 Arnhem
P 47 Arnhem
P 4814 Arnhem
P 12 Arnhem
P 80 Arnhem
P 31 Arnhem
P 13 Arnhem
P 45 Arnhem
P 34 Arnhem
P 4387 Arnhem
P 32 Arnhem
P 43 Arnhem
P 4572 Arnhem
P 4047 Arnhem
P 4818 Arnhem
P 36 Arnhem
P 35 Arnhem
P 20 Arnhem
P 4043 Arnhem
P 39 Arnhem
P 6410 Arnhem
P 30 Arnhem
P 16 Arnhem
P 37 Arnhem
P 19 Arnhem
P 15 Arnhem
P 4128 Arnhem
P 18 Arnhem
P 14 Arnhem
P 11 Arnhem
P 4574 Arnhem
P 4573 Arnhem
P 38 Arnhem
P 33 Arnhem
P 4813 Arnhem
C 3606 Oosterbeek
C 5766 Oosterbeek
C 3618 Oosterbeek
C 3608 Oosterbeek
C 4874 Oosterbeek
C 3604 Oosterbeek
C 3623 Oosterbeek
C 469 Oosterbeek
C 5828 Oosterbeek
C 4875 Oosterbeek
C 3609 Oosterbeek
C 5234 Oosterbeek
C 5235 Oosterbeek
C 5232 Oosterbeek
C 5768 Oosterbeek
C 5231 Oosterbeek
C 3619 Oosterbeek
C 5656 Oosterbeek
C 4876 Oosterbeek
C 5233 Oosterbeek
C 5769 Oosterbeek
C 5655 Oosterbeek
C 3625 Oosterbeek
C 5767 Oosterbeek
C 5507 Oosterbeek
C 3621 Oosterbeek
C 3617 Oosterbeek
C 3603 Oosterbeek
C 3612 Oosterbeek
C 4877 Oosterbeek
C 3607 Oosterbeek
C 3613 Oosterbeek
C 3620 Oosterbeek
D 8430 Oosterbeek
D 5964 Oosterbeek
D 9777 Oosterbeek
D 8429 Oosterbeek
D 7345 Oosterbeek
D 9778 Oosterbeek
D 7344 Oosterbeek
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1840 1860 vervaardiging
Naar boven