Inleiding

Omstreeks 1881 werd in opdracht van P.G. Copijn naar ontwerp van P. Copijn gebouwd WOONHUIS, type villa gebouwd, die in 1896 werd uitgebreid met een kantoor aan de westzijde. In 1910 werd het pand verbouwd naar ontwerp van aannemer C. Stoffels. Hierbij werd het pand heringedeeld en werden een mangelkamer en portaal aan de westgevel aangebouwd. In 1928 werd een erker aangebouwd alsmede een balkon op de kantooruitbouw van 1896. Aan de oostgevel is een houten serre gezet. Het interieur van deze serre is uitgevoerd in cementrustieke stijl.

Omschrijving

De villa is opgetrokken op een in hoofdzaak rechthoekige plattegrond en telt twee bouwlagen onder een samengestelde kap, gedekt met gesmoorde kruispannen. De gevels zijn boven een bepleisterde plint uitgevoerd in baksteen met een cordonlijst op verdiepinghoogte en bepleisterde lisenen op de hoeken. De voorgevel of noordgevel bevat links een naar voren springende bouwdeel met topgevel waarin een schijnspant met ajourbewerkte vullingen. In de eerste bouwlaag is een tweelichtsvenster gezet met daarboven een ondiep balkon op consoles. De tweede bouwlaag bevat een rondboogvenster met opgelegde omlijsting. Erboven is in de top een klein rondvenster geplaatst. Het midden gedeelte van de gevel een deur in een portiek, dat rechts is gekoppeld aan een serre met vier vensterassen met door roeden ingedeelde ramen en 3x1-ruits bovenlichten. In het rechter gevelgedeelte bevindt zich een venster. De tweede bouwlaag heeft twee Vlaamse gevels met deuren. Geheel rechts is een bepleisterd blind venster aangebracht.

De rechterzijgevel heeft links een risaliet met vierzijdige erker, met daarboven een balkon. De tweede bouwlaag bevat een venster met bovenlicht. De geveltop is identiek uitgevoerd als die voorkomt in de voorgevel en daar beschreven. In de rechterzijgevel van het risaliet komt in elke bouwlaag een venster voor. Het rechter geveldeel bevat een keukendeur en een aantal vensters, waaronder kleine gekoppelde rondboogvensters.

Tegen de linkerzijgevel is een serre gezet met door roeden ingedeelde schuifdeuren waarvan de twee middenstijlen van elk venster boven als een rondboog eindigen. De gevel bevat voorts een aantal vensters. Op de verdieping zijn vier gekoppelde stolpramen geplaatst onder een oplichtend dakschild.

De achtergevel onder mansardekap is in het midden deels bepleisterd en uitgevoerd met een aantal vensters, waaronder glas-in-lood vensters in het trappenhuis. De serre ter rechter zijde is van ondergeschikt belang. De indeling van het interieur is deels oorspronkelijk en bevat een aantal waardevolle interieurelementen, waaronder een tegelvloer met rapporterend geometrisch patroon in de serre aan de voorzijde, een stucplafond, schouwen en het trappenhuis. In de voorkamer op de eerste verdieping is een witmarmeren schouw gezet. De serre aan de oostzijde is uitgevoerd in cementrustieke stijl met bossagewerk, boomstam-motieven en imitatie-rotsen vervaardigd uit versteend riet.

Waardering

Van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een in Eclectische stijl met invloeden van de Chaletstijl, opgetrokken villa van P. Copijn met een zeldzaam cementrustiek serre-interieur. Tevens van cultuurhistorische waarde vanwege de ontstaans-, bewonings- en ontwikkelingsgeschiedenis. Van ensemblewaarde vanwege de ligging aan de Groenekanseweg in relatie tot huize Voordaan.