Inleiding.

De PASTORIE no. 5 werd gebouwd in 1869 in een aan het Eclecticisme herinnerende stijl. De kleine uitbouw onder zadeldak dateert uit rond 1900, een uitbouw van het hoofdpand aan de achterzijde en een garage aan de voorzijde zijn gerealiseerd in de jaren twintig van de twintigste eeuw.

Omschrijving.

Het tweelaagse pand telt vijf traveeën, geplaatst onder een schilddak met oud-Hollandse dakpannen. De gevels zijn opgetrokken uit baksteen met een gepleisterde plint en kroonlijst, de vensterdorpels van de vierruits schuifvensters met ongedeeld bovenlicht zijn van hardsteen. Boven de vensters van begane grond en verdieping bevinden zich houten rolluikkasten. Centraal is de ingangspartij met geverniste houten vleugeldeuren, met ovale raampjes en siermotief. In het bovenlicht is een Art Deco glas-in-loodraam met een voorstelling van St. Maarten en de bedelaar. Links en rechts is er op de hoeken van het pand een gevelsteen. Links staat er: "C.J. v. L.R. Heyen, pastoor 1869" en rechts: "D. v.d. Eijnden emer. pastoor 1869". De rechter zijgevel bezit twee zesruits schuifvensters boven elkaar, de linker zijgevel heeft boven de garage een zesruits schuifvenster. De eenlaagse uitbouw rechts is geplaatst onder zadeldak, deze fungeert nog steeds als bijkeuken. Aan de voorzijde is er een schuifraam met rolluikkast, de ramen in de andere gevels zijn vergroot. Ter linkerzijde is er een garage met carport uitbouw onder plat dak. De houten stijlen van de carport vertonen Expressionistische motieven. De achtergevel ziet uit op een grote tuin met onder meer een forse rode beuk.

Het interieur werd oorspronkelijk geheel doorsneden door een brede gang; deze stuit sinds de uitbreiding op de achterbouw. De gang is betegeld met roodgewolkte en zwarte tegels in geometrisch motief. De wanden worden geleed door pilasters met cirkels en velden; de plafonds zijn voorzien van stucwerk rozetten. Rechts van de ingang is er een kleine kamer met marmeren schouw, verbonden met een achterkamer waarin houten inbouwkasten uit de bouwtijd. Links van de ingang is er een zeer grote kamer-en-suite met in beide kamers een marmeren schouw en in de achterkamer een grote stucrozet. Hierachter bevindt zich de later aangebouwde serre. Achter de bovengenoemde kastenkamer bevindt zich de ovale spiraaltrap met gietijzeren balusters. Achter de trap de vernieuwde keuken met toegang tot de kelder met tongewelven. Via de keuken komt men in de bijkeuken, voorzien van een Jugendstil tegelpatroon op de grond. De eerste verdieping heeft dezelfde plattegrond als beneden; de ovale spiraaltrap voert naar de zolder met houten kapconstructie. Aan de zijden lopen de vier gemetselde schoorsteenkanalen gesleept in elkaar over om uit te komen in de twee schoorstenen op de hoekpunten van de nok.

Waardering.

De pastorie is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuur-historisch belang als voorbeeld van de ontwikkeling van het katholicisme en is van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van de pastorie op het platteland. Het is gaaf bewaard gebleven.