Onderdeel 7

Inleiding

Naar ontwerp van A. Salm (1899) gebouwde PORTIERSWONING, onderdeel van de historische buitenplaats Koningshof. De portierswoning is gesitueerd aan de noordzijde van het toegangshek aan de Duinlustweg. Het pand staat diagonaal ten opzichte van de entree waardoor de voorzijde optimaal zicht biedt op het in- en uitgaande verkeer. Aan de achterzijde is na de bouwtijd in de zuid-westhoek een volume van één bouwlaag onder plat dak gebouwd.

Omschrijving

Op vrij grondplan gebouwde portierswoning met gevarieerde hoofdvorm door diverse uitspringende en terugliggende bouwvolumen die met uitzondering van het trappenhuis alle onder een zadeldak zijn samengebracht. De woning bestaat uit parterre en kapverdieping onder overstekende kap waarvan de hoofdnokrichting van oost naar west loopt. Een supplement op het zadeldak wordt gevormd door een haaks hierop geplaatst half schilddak boven het trappehuis aan de zuidwestzijde. De kapvoeten bevinden zich op diverse hoogten. Aan de noordzijde is een aankapping. De bedekking bestaat uit een rode Muldenpan. De kopse zijden van het zadeldak hebben gladde windveren. De overstekken rusten hier op de doorgetrokken, van houtsnijwerk voorziene gordingen. De overstekken van de overige kapdelen rusten op de doorgetrokken sporen. Op de nokpunt van het schilddak boven het trappehuis staat een piron. Een hoog opgetrokken schoorsteen met decoratief metselwerk vormt een sterk verticaal element in het noordelijk dakschild. Het muurwerk is opgetrokken in rode verblendsteen. De onderzijde wordt gevormd door een licht uitgemetselde plint die via een afgeschuinde rollaag overgaat in het bovenliggende muurwerk. Halverwege de plint bevindt zich de vloerhoogte van de woning. Boven elke vensteropening is een getoogde strek, onder elke vensteropening een gemetselde lekdorpel. De vensters zijn alle van hout. De kleinere, merendeels rechthoekige en verticaal geplaatste vensters, hebben ramen die geheel zijn voorzien van een vierkante roedeverdeling, de grotere vensters hebben deze roedeverdeling alleen in de bovenlichten en hebben daaronder schuif-, of draairamen met ongedeelde spiegelruiten. De voorzijde (Z) heeft een naar voren komende middenpartij met op de parterre een centraal zesruitsvenster en op de verdieping twee enkele vensters. Het terugliggende gedeelte links (W) van de middenpartij heeft een overluifelde hoofdingang met paneeldeur. De hoofdingang heeft een klein bordes ter hoogte van twee treden. De luifel is bedekt met rode leipannen. Het terugliggende gedeelte rechts (O) van de middenpartij heeft een klein uitgebouwd volume met getoogde deur. Hierboven bevindt zich een afdak dat in hoofdvorm en materiaalgebruik vergelijkbaar is met de luifel aan de linkerzijde. De linkerzijde (W) heeft rechts een getoogd venster met uitzicht op de oprijlaan. Hoger links, halverwege de kapvoet van de hoofdkap, bevindt zich een getoogd twaalfruitsvenster ter verlichting van het trappenhuis.

De achterzijde (N) heeft in aanzet een naar voren komende middenpartij onder tot op verdiepingshoogte doorgetrokken dakschild. Deze partij heeft een klein horizontaal dubbel draaivenster en in het dakschild een kapel met horizontaal tienruitsvenster. De rechterzijde (O) heeft een naar voren komende partij met puntgevel. De parterre heeft een groot T-venster en ter hoogte van de kapverdieping een getoogd, kleiner twaalfruitsvenster.

Waardering

De portierswoning is van algemeen belang uit cultuurhistorisch en architectuurhistorisch oogpunt als historisch-functioneel onderdeel van de historische buitenplaats Koningshof, dat in architectuur een eenheid vormt met de overige bebouwing van de architect A. Salm op deze buitenplaats.