Duinbeekseweg 25, Oostkapelle

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Zowel aan de noord- als de zuidzijde van de rechthoekige buitenplaats zijn vermoedelijk in de 17de eeuw bomenlanen evenwijdig aangelegd van oost naar west; deze nog bestaande lanen geven de buitenplaats een in hoofdzaak rechthoekige structuur; rechte paden aan de oost- en westzijde vullen de rechthoek aan; van dit oppervlak was tweederde deel aan de westzijde ingeplant als sterrenbos met vier vakken, elk kruislings doorsneden door paden; van dit patroon resteren thans, behalve de noord- en zuidlaan, alsmede een dwarslaan die de noord en zuidlaan verbindt, twee diagonalen als divergerende paden in de beide oostelijke vakken; het begin van de paden ligt nabij het - nu verdwenen - huis; op de zuidelijke diagonaal resteert aan de zuid- zijde, vanaf de zogenaamde Mosplek, nog een pad (de resterende helft van de tweede diagonaal in dit vak) dat naar de zuidlaan voert; de divergerende uit- einden van de diagonalen zijn verbonden door de dwarslaan. Het belangrijkste deel van de vroeg 18de eeuwse aanleg bevindt zich midden op de lengteas van de buitenplaats; twee aan de hoofdas evenwijdige langgerekte vijvers met recht omgezette uiteinden, die elkaars spiegelbeeld vormen, liggen nabij deze as; vanaf het voormalige huis voerde een recht pad over de lengte-as naar een midden op de dwarslaan gelegen kom; aan weerszijden van het pad waren vermoedelijk hagen geplant; iets verder uiteen gelegen, maar dichter bij het voormalige woonhuis, zijn twee rechthoekige vijvers aangelegd, aanzienlijk kleiner van oppervlak; de noordelijke begint nabij de dienstwoning; naast de zuidelijke bevond zich vermoedelijk ook een haag; de vijvers beschikken niet over gemetselde of stenen wanden; deze vier vijvers vormden door hun plaats en maatvoering bijzonder opvallende onderdelen van de geometrische compositie, die tezamen met de divergerende paden vanuit het voormalige woonhuis, wanneer men in westelijke richting keek, geheel was te overzien; de zogenaamde Hattingakaart uit omstreeks 1750 geeft dit patroon in zijn geheel ongewijzigd weer. Aan deze vijver-aanleg is vermoedelijk omstreeks 1750 de ronde kom op de dwarslaan toegevoegd. De kom is een aardconstructie, die zich in goede staat bevindt. Thans valt deze compositie door de dichte begroeiing minder op; het rechte pad vanaf het begin van de divergerende paden is omstreeks 1800 vervangen door een slingerpad; bovendien is het zicht erop vanuit het huidige aan de oostzijde van de buitenplaats gelegen woonhuis door opslag en hoge bomen belemmerd.

Het symmetrische patroon van deze in de vroege 18de eeuw in Nederland en - in navolging ook in Groot-Britannië voorkomende tuinaanleg, waarbij rechthoekige waterpartijen met aarden wanden een dominante rol in de tuinaanleg spelen, is in deze vorm van vier vijvers een authentiek en zeldzaam relict in de Nederlandse geschiedenis van parken en buitenplaatsen. In de 18de eeuw waren er tussen Domburg en Oostkapelle een tiental vijvers met rechte wanden aanwezig die niet als slotgracht waren bedoeld, maar eerder een "kanaal"karakter droegen; daarvan resteren er behalve die op Berkenbosch slechts drie, waarvan twee nabij Domburg op niet beschermde historische buitenplaatsen; de overige zijn vergraven tot slingervijvers of verdwenen omdat de buitenplaats niet in stand bleef, of het terrein werd benut voor de aanleg van een woonwijk.

Na het midden van de 18de eeuw legde men een slingerend pad aan ten noorden van de rechte bomenlaan aan die zijde; vanaf de oostgrens tot ongeveer een derde van de lengte van deze laan bestaat dit pad nog als wandelpad, het andere deel is nu in gebruik als ruiterpad; het wandelpad voert naar een open plek waarop een ongeveer kniehoge achthoekige Stenen Tafel staat, omringd door een taxushaag; naar verluidt zou er bij Domburg nog een soortgelijke Stenen Tafel zijn geweest. Aan de westzijde nabij de grens met Westhove is destijds eveneens een slingerpad aangelegd, dat nog voorkomt op een wandelkaart van Domburg uit omstreeks 1900, maar nu is verdwenen. Het slingerpad dat vanaf het voormalige woonhuis tussen de grote vijvers door naar de kom voert, lijkt omstreeks 1800 te zijn aangelegd.

Op een rond 1800 te dateren tekening, waarvan de maker niet bekend is, staat behalve de vier vijvers en de divergerende paden, ook oostelijk van het voormalig woonhuis een grote ganzenvoet aangegeven, met zijn beginpunt op de lengte-as achter dit huis, en een tweede kleinere ganzenvoet daartegenover met zijn beginpunt op de kruising van de lengte-as en het pad aan de oostzijde; beide ganzenvoeten zijn nog wel aangegeven op kaartmateriaal van 1865, omstreeks 1900 zijn ze verdwenen; hetzelfde geldt voor een recht pad vanaf de kom naar het westen. Behalve deze geometrische patronen staan op deze tekening ook nog de twee slingerpaden aangeduid nabij de westgrens en de noordgrens van de buitenplaats; op het slingerpad aan de noordzijde lijkt de open plek met de Stenen Tafel ook te zijn getekend. In het noordelijke deel van de grote ganzenvoet is in langwerpige vakjes van vier bij vier een geometrisch tuintje (moestuin) te herkennen. Voorts staat vanaf de zuidlaan naar het voormalige woonhuis een aantal lindebomen getekend waarvan er vier min of meer in jongere staat als opslag nog aanwezig zijn.

Het oude kaartmateriaal van de buitenplaats toont steeds een min of meer dichte begroeiing, uitgezonderd het gedeelte tussen de vijvers en de bedrijfs-opstallen. Thans is de buitenplaats nog dicht begroeid, ook het gedeelte van de oude aanleg met de vijvers en de divergerende paden; in het westelijk deel zijn dit in hoofdzaak berken en in het oostelijk deel eiken; de beide slingerpaden, die naar de Goudvissenkom en de Stenen Tafel leiden, voeren tussen rhododendrons door.

De huidige beplanting bestaat in het algemeen zowel uit oud hout van rond 1800, maar ook veel aanplant van na 1945. De beplanting van de bomenlanen is als volgt: de noordlaan ook wel genoemd de Noorddreef (gezien van oost naar west) aan de noordzijde een doorgegroeide haag van beuk, aan de zuidzijde eerst beuk en eik, en vervolgens eik; de zuidlaan heeft aan beide zijden eiken; de noorddiagonaal is beplant met eiken (uit 1900 en 1950), de zuiddiagonaal heeft aan het uiteinde bomen uit 1900; de dwarslaan heeft ten noorden van de kom eiken (1900), ten zuiden is hij niet beplant met oud hout.

Tussen de vijvers treffen wij Thuja plicata aan, bij de ronde kom drie moerascypressen. Nabij het verdwenen woonhuis staat een voorheen in vorm gesnoeide taxus. Voor het herenhuis bevinden zich twee eiken (19de eeuw) en op de zuidwest hoek van het huis een taxus (1900) In de vakken aan de oostzijde tussen de lanen en paden staan nabij Westhove: eiken uit 1800 en berken uit 1900; tussen de vijvers en de kom: eiken uit 1800 en overig loofhout uit 1945; tussen de zuidlaan en het herenhuis: eiken uit 1800 en overig loofhout uit 1945; tussen de zuidlaan en de zuiddiagonaal beuk/eik uit 1800 en overig loofhout uit 1945; rechts van de oprijlaan eik/overig loofhout uit 1800 en overig loofhout uit 1945; tussen het herenhuis en het stalgebouw: iepen uit 1850; langs de Groeneweg enige iepen, nabij de grens met Westhove als laanbeplanting (zuidzijde) en ongeveer in het midden vrijstaand uit 1920.

Thans bevinden zich open glooiende gazons met randbeplanting ten westen en zuiden van het woonhuis met de daarbij behorende zichtassen vanuit dit huis. In het westen linde, esdoorn, plataan en twee linden nabij de westgevel van het huis; in het zuiden eiken en taxus; al deze bomen zijn vermoedelijk rond 1900 geplant. De oprijlaan tot het huidige herenhuis begint nabij de plaats waar de Duinbeekseweg de Groeneweg kruist, waar deze zich haaks voortzet naar het oosten en aldaar de grens vormt van de buitenplaats; aan het begin van de oprijlaan enkele beuken en linden, alsmede een taxus (allen uit 1900); de laan is omzoomd door paardenkastanjes en rhododendrons en loopt in een min of meer rechte lijn op het huis aan; oostelijk van het huis is een open ruimte gecreëerd; de daarin opgestelde vaas met putti en guirlandes, en de jaartallen 1881/92 is van elders naar deze buitenplaats gebracht; aan de randen van deze ruimte staat hoog geboomte van eiken (1900); de laan zet zich voort voorbij het huis en voert met een bocht naar de dienstwoning en het stalgebouw. Een lang pad, dat vermoedelijk nog dateert uit de tijd dat het woonhuis nabij de langgerekte vijvers stond, loopt vanaf de zuidelijke eikenlaan voorbij de dienstwoning en het stalgebouw naar de noorddreef; vanaf het stalgebouw sluit vanaf omstreeks 1900 een kort pad daar op aan; vanaf het punt op de zuidelijke laan waar het lange pad begint, voert vanaf omstreeks 1900 zowel een pad schuin naar het herenhuis, als naar de noordelijke laan van de naburige historische buitenplaats Duinbeek.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
509729
Complexnaam
Berkenbosch
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

HISTORISCHE BUITENPLAATS BERKENBOSCH. Ten westen van Oostkapelle gelegen buitenplaats met daarop in 1862 in opdracht van burgemeester J.G. Sprenger in neo-classicistische stijl gebouwd herenhuis; dit herenhuis verrees op een oudere, mogelijk in de 17de eeuw, aangelegde buitenplaats. Een oprijlaan voert van de Duinbeekseweg naar het herenhuis. Het voormalige woonhuis bevond zich ten oosten van vier, vermoedelijk in de vroege 18de eeuw uitgegraven, rechthoekige vijvers, die nog aanwezig zijn; de grote vijvers liggen midden op de lengte-as tussen twee divergerende paden; twee kleinere vijvers liggen iets verder uiteen en dichterbij het voormalige woonhuis; zij vormen tezamen een bijzonder interessant en voor de Nederlandse geschiedenis van de parken en buitenplaatsen zeldzaam geworden waterpartij, waarvan er tussen Domburg en Oostkapelle op de daar gelegen historische buitenplaatsen een tiental in verschillende geometrische vormen aanwezig zijn geweest. Aan de noord- en zuidzijde van het terrein bevinden zich lange rechte bomenlanen, die vermoedelijk in de 17de eeuw zijn aangelegd. De verhouding tussen lengte en breedte is vijf staat tot drie. Op ongeveer tweederde van de lengte-as zijn de twee vanuit het midden divergerende rechte paden te vinden, die schuin uitkomen op de lange rechte bomenlanen aan de noord- en zuidzijde; deze paden zijn aan de westzijde verbonden door een rechte dwarslaan, die van noord naar zuid loopt. Deze lanen en paden vormden onderdelen van een 17de eeuwse sterrenbos-aanleg, die nog omstreeks 1750 moet hebben bestaan. Op de kaart van Oostkapelle tussen 1750 en 1753 vervaardigd door de Gebroeders Hattinga, zijn deze bestanddelen van de geometrische aanleg duidelijk te herkennen. Kaartmateriaal van rond 1800 toont dat de sterrenbos-aanleg op genoemde onderdelen na, dan is verdwenen. Vermoedelijk al voor 1750 is op het midden van de dwarslaan een ronde aarden kom (de zogenaamde Goudvissenkom) aangelegd; thans voert vanaf de plaats van het vroegere woonhuis een rond 1800 aangelegd slingerpad daarheen. Na het midden van de 18de eeuw legde men in de noordoosthoek van de buiten- plaats evenwijdig aan de noordlaan een nog voor een deel bestaand golvend pad aan; dit pad voert naar een nog bestaand taxusbosje met daarin de zogenaamde Stenen Tafel; de Stenen Tafel is eveneens nog aanwezig. Aan de westzijde was toentertijd eveneens een slingerend pad aanwezig, waarvan nu geen sporen meer zijn terug te vinden.

De noordzijde van de buitenplaats wordt begrensd door de zgn. Manteling (een natuurlijk eikenbos dichtbij de zeekust op het oudste deel van Walcheren, dat als een mantel beschutting biedt tegen de noordenwind; deze Manteling loopt nu nog van de noordoost zijde van de bebouwde kom van Domburg tot de noord- westzijde van de bebouwde kom van Oostkapelle). De buitenplaats geniet bescherming krachtens de Natuurbeschermingswet. Ten noordwesten van het herenhuis bevindt zich een vroeg 18de eeuws stalgebouw; daar tegenover ligt een rond 1980 nieuw opgetrokken dienstwoning van één bouwlaag op rechthoekige plattegrond onder schilddak met dakkapellen; de woning heeft een aankapping aan de oostzijde; vanwege het bouwjaar is deze woning niet relevant voor de bescherming van de buitenplaats.

De buitenplaats is gelegen op de grens van zand- en kleigrond en strekt zich uit van oost naar west vanaf de Duinbeekseweg aan de oostzijde tot aan de beschermde buitenplaats kasteel Westhove aan de westzijde; aan de noordzijde wordt Berkenbosch begrensd door het rijwielpad, dat evenwijdig loopt aan de Manteling; aan de zuidzijde strekt de buitenplaats zich uit tot aan de Groeneweg, die de grens vormt met de historische buitenplaats Duinbeek; vanaf het laatste kwart van de 18de eeuw tot het einde van de 19de eeuw zijn beide buitenplaatsen het eigendom van één familie geweest; ten oosten van Berkenbosch bevindt zich de niet als Rijksmonument beschermde voormalige buitenplaats Eikenoord.

Op de bij de omschrijving behorende kaart is de omgrenzing van het complex alsmede de aanduiding van de onderdelen aangegeven.

De historische buitenplaats Berkenbosch is in cultuurhistorisch opzicht van belang, vanwege:

- het uit 1862 daterende herenhuis met de neo-klassicistische kenmerken dat nog steeds een belangrijke plaats op de buitenplaats inneemt en via drie zichtassen (in oostelijke, zuidelijke en westelijke richting met de tuinaanleg verbonden is), in exterieur en interieur goed bewaard is en als zodanig van architectuur- en cultuurhistorische waarde

- de historische tuin- en parkaanleg in vermoedelijk uit omstreeks 1700 daterende geometrische stijl met daarin de rechte bomenlanen, de divergerende paden en de dwarslaan

- de vier vijvers, die vermoedelijk in de vroege 18de eeuw zijn aangebracht, bij welke wijziging van de tuin de bestaande aanleg zoveel mogelijk is bewaard; welke vijvers in die vorm in de geschiedenis van de Nederlandse parken en buitenplaatsen uiterst zeldzaam en authentiek zijn

- het vermoedelijk omstreeks het midden van de 18de eeuw aan de bestaande aanleg toegevoegde element van de ronde kom op het westelijk uiteinde van de divergerende paden

- het uit na 1750 daterende slingerende pad ten noorden van de rechte bomenlaan aan de duinzijde

- het na 1800 daterende slingerpad vanaf het vijvercomplex naar de kom

- de in de tweede helft van de 19de eeuw vanaf de hoek Duinbeekseweg/Groeneweg aangelegde oprijlaan naar het herenhuis

- het vroeg 18de eeuwse stalgebouw, dat typologisch en door de situering van betekenis is

- de ensemblewaarde van het herenhuis en het stalgebouw

- de functioneel-ruimtelijke relatie enerzijds tussen de onderdelen van de oude sterrenbos-aanleg, de symmetrische vijvers, de toegevoegde kom, en de slingerpaden, en anderzijds de oprijlaan en de gazons ten zuiden en ten westen van het herenhuis.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Historische aanleg Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Duinbeekseweg 25 4356 CD Oostkapelle BY Ja
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
K 3795 Domburg
K 3796 Domburg
Naar boven