Omschrijving complexonderdeel 1

Vrijstaand LANDHUIS uit 1861 naar ontwerp van L.H. Eberson en in 1902 verbouwd en uitgebreid door C.B. Posthumus Meyjes. Het huis heeft een nagenoeg rechthoekige plattegrond. Het huis is gedeeltelijk onderkelderd en heeft twee bouwlagen onder een met kruispannen gedekt samengesteld en afgeplat schilddak, waarin een aantal dakkapellen met frontonbekroning zijn gezet. De uitbreiding van 1902 aan de zuid- en oostzijde is in de stijl van het bestaande landhuis uitgevoerd. Alle wit bepleisterde gevels zijn voorzien van een hardstenen plint. De gevels zijn verfraaid met geprofileerde cordonbanden tussen de eerste en tweede bouwlaag en zijn op de hoeken geaccentueerd met lisenen die in de eerste bouwlaag voorzien zijn van horizontale voegen. In de tweede bouwlaag hebben de lisenen een casementinvulling met medaillon. Het deel van de rechtergevel (westzijde), dat van vóór de uitbreiding stamt, heeft op de hoeken twee gekoppelde lisenen. De gevels worden door middel van een houten daklijst met casementen en medaillons afgesloten. Een uitkragende dakgoot wordt door houten consoles ondersteund. De vensters hebben voornamelijk zesruits schuiframen en zijn voorzien van persiennes.

De noordgevel heeft een breedte van vijf vensterassen, waarvan de meest linker as in de tweede bouwlaag iets terugligt. Hiervoor bevindt zich een balkon met ijzeren hekwerk.

De zuidgevel is vier vensterassen breed, met in de tweede as van links de voormalige dienstingang. Rechts springt de gevel terug. In de binnenhoek is een muur gezet die een pergola ondersteund. Rechts daarvan, op de hoek met de achtergevel, bevindt zich een vierzijdige veranda die is geconstrueerd uit opengewerkte, houten hoekstijlen, waartussen aan de bovenzijde een opengewerkte toog is gezet. Het dak van de veranda is met glaspanelen dichtgezet.

De west- of rechtergevel is zes vensterassen breed. Links heeft de gevel een voorsprong van drie vensterassen. Deze voorsprong vormt het oudste deel en heeft in de middenas een ingangspartij onder een smeedijzeren luifel die aansluit op het erboven geplaatste balkon. Het naar achteren geplaatste bouwvolume van drie vensterassen breedte betreft de uitbreiding van Posthumes Meyjes uit 1902.

De oost- of linkergevel heeft aan de rechterzijde een vierzijdige uitbouw van twee bouwlagen onder schilddak. Direct rechts van deze uitbouw is een omlopende vijfzijdige, houten veranda met houten hek onder een zinken afdak gezet. De veranda komt wat detaillering en constructie betreft nagenoeg overeen met de andere veranda. Het dak heeft echter een zinken bekleding gekregen.

De indeling van het huis is nog grotendeels origineel. Het interieur is met de verbouwing en uitbreiding van 1902 aangepast en vernieuwd. De hoofdentree in de westgevel bevindt zich in het oude gedeelte van het huis. De vestibule, waaraan twee kleine vertrekken liggen, grenst in oostelijke richting aan een L-vormige centrale hal, die bijna een kwart van de totale oppervlakte van het oude huis in beslag neemt. Aan deze hal liggen de salon, grote kamer en ontvangstkamer. Een deur rechts leidt naar een lange gang, waaraan diverse functionele ruimten liggen, waaronder een naderhand sterk vergrootte keuken en een diensttrap. De centrale hal heeft een mozaïekvloer in waaiermotief, waarin gestyleerde bloemen zijn verwerkt. De vloer is omgeven door een meanderrand en een rand met gestyleerde bloemmotieven. De hal heeft een houten lambrizering en een rijk gedetailleerde houten trap met baluster hekwerk. Het trappenhuis wordt overdekt met een monumentale lichtkoepel van glas in lood. In de diverse kamers op de begane grond, en in mindere mate op de verdieping, bevinden zich originele neoclassicistische schouwen uit 1862 in marmer of hout uitgevoerd. In het zuidoostelijk vertrek, aangrenzend aan de hal op de begane grond bevindt zich een schouw uit 1902 in Art nouveaustijl. De schouw heeft een rijk geornamenteerd tegeltableau met vogels, bloemen en bladeren. De grote kamer aan de oostkant heeft een houten lambrizering een een balkenplafond met rijk bewerkte consoles. Diverse kamers zijn tevens voorzien van paneellambrizering en stoffen behang. Genoemde elementen vallen onder de rijksbescherming.

Waardering

Het landhuis Aardenburg is van architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een bouwtype en vanwege de gaaf bewaarde interieurelementen. Alsmede van cultuurhistorische waarde vanwege de ontstaans- en bewoningsgeschiedenis. Tevens van grote ensemblewaarde als onderdeel van het complex in relatie met het omringende park.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
508733
Complexnaam
Aardenburg
Provincie
Plaats
Complexomschrijving

Inleiding

De buitenplaats `Aardenburg' is in 1860 door de Amsterdamse bankier J. van Eeghen gesticht. Het terrein is vermoedelijk door de tuinarchitect en boomkweker Jan Copijn, vanaf 1860 getransformeerd tot een sober landschapspark, met glooiende weiden rondom het huis, een serpentinevijver voor het huis, slingerpaden en bospartijen. In 1861 werd met de bouw van het landhuis begonnen. Het ontwerp was van architect L.H. Eberson. Dit huis had een vrijwel vierkante plattegrond, was twee bouwlagen hoog onder een met pannen gedekt afgeplat schilddak.

Het bezit is in de jaren 1874 en 1897 uitgebreid. In 1874 met aankopen van stukken grond die aan Huis Doorn toebehoorden en in 1897 werd een uitbreiding aan de westzijde gerealiseerd met gronden die toebehoorden aan Moersbergen. In 1902 is door S.P. van Eeghen aan Hendrik Copijn de opdracht gegeven het park te reorganiseren en het landschappelijk deel van het park te vergroten. Copijn nam het ontwerp van zijn vader als uitgangspunt en verlengde de vijver aan de westzijde van het huis en leidde deze door een parkbos in een kunstmatig gevormd heuvellandschap waarin kunstmatige rotspartijen, slingerpaden, bruggen en een `ravijn' zijn aangelegd.

Het oostelijk deel van het park is ingericht met een weide en een rozentuin. In de nabijheid daarvan stonden een speelhuisje en een theehuisje. De beplanting werd uitgebreid met vele inheemse en uitheemse boom- en struiksoorten. Vrijwel tegelijkertijd werd ook een aanvang genomen met de uitbreiding en interne verbouwing van het landhuis door de Amsterdamse architect C.B. Posthumus Meyjes. De uitbreiding aan de zuid- en oostzijde is in de stijl van het bestaande landhuis uitgevoerd. Het oorspronkelijk bouwvolume is nog gedeeltelijk herkenbaar gebleven.

In 1946 kwam het terrein en huis in handen van het Ministerie van Defensie, dat de buitenplaats Aardenburg tot een herstellingsoord voor militairen bestemde. In 1947 begon men met de bouw van een twaalftal paviljoens in het oostelijk deel van het park welke buiten de bescherming vallen. Ook het park rond deze paviljoens valt buiten de bescherming.

Omschrijving

De te beschermen BUITENPLAATS AARDENBURG wordt aan de westzijde begrensd door de Pittesteeg, aan de noordzijde door de Driebergsestraatweg, aan de oostzijde door de kadastrale perceelsgrens en aan de zuidzijde door de Molenweg. Binnen de genoemde begrenzing bevinden zich de volgende, voor bescherming in aanmerking komende complex-onderdelen:

1. het landhuis (rijksmonument 13266) 2. het park (rijksmonument 13266)

Waardering

De buitenplaats Aardenburg, met de hierboven genoemde complexonderdelen is van cultuurhistorische waarde vanwege de ontstaans- en bewoningsgeschiedenis en als voorbeeld van een negentiende eeuwse buitenplaats alsmede van grote ensemblewaarde als onderdeel van de Stichtse Lustwarande en vanwege de eenheid tussen landhuis en omringende park.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Landhuis Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Driebergsestraatweg 1 3941 ZV Doorn Ja
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
A 7846 Doorn
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1865 1865 vervaardiging
1902 1902 verbouwing door Posthumes Meyes verbouwing
Ambachten
Name Beroep Notitie
Posthumes Meyes, C.B. ; Utrecht architect / bouwkundige / constructeur
Eeghen, J. van ; Utrecht opdrachtgever
Eberson, L.H. ; Utrecht architect / bouwkundige / constructeur
Naar boven