Inleiding

In 1892 gebouwd en rond 1900 uitgebreid POSTKANTOOR, naar ontwerp van rijksbouwmeester C.H. Peters. Het gebouw ligt evenwijdig aan de weg en is opgetrokken in een neo-renaissancistische vormgeving die verwantschap vertoont met de neo-gotiek, vandaar ook wel de aanduiding Postkantoren-gotiek. De na-oorlogse uitbreiding alsmede het gewijzigde interieur vallen buiten de bescherming.

Omschrijving.

Het gebouw is gebaseerd op een rechthoekig grondplan. Het geheel is in baksteen opgetrokken, bevat twee bouwlagen en wordt gedekt door een zadeldak met dwarskappen, bedekt met een geglazuurde golfpan. Voorzijde met gemetselde dakkapel met eenvoudige tuitgevel waarin een zolderluik. De gevelopbouw bestaat uit een gepleisterde plint, opgaand metselwerk, speklagen en een cordonlijst. De geleding wordt bepaald door rondboog spaarvelden over twee bouwlagen met daarbinnen T-ramen; metselmozaïek in het boogveld; negblokken en sluitstenen bij de verdiepingsramen; smeedijzeren sierankers. Ter accentuering zijn geglazuurde, al dan niet meervoudige, afzaten aangebracht. De overgang naar de eenvoudige, (niet originele) goot wordt gevormd door een boogfries. A-symmetrisch is een licht risaliserend gedeelte geplaatst met een topgevel waarin klimmende boognissen, driepasboog, natuurstenen elementen en afdekplaten. De kopse gevels zijn in vergelijkbare stijl gebouwd. Aan de zuidelijke zijgevel zijn twee bouwvolumes onder lessenaardak gebouwd in een vergelijkbare stijl.

Waardering

Het voormalig postkantoor is van cultuurhistorisch belang als uiting van een specifieke sociaal-economische ontwikkeling; tevens is het als ontwerp van de landelijk bekende rijksbouwmeester C.H. Peters van architectuurhistorisch belang vanwege de typerende vormgeving en functie, bovendien draagt het in belangrijke mate bij aan de herkenbaarheid van de omgeving; het gebouw is voorts markant gelegen binnen het te beschermen stadsgezicht.