De dertig twee-onder-één-kapwoningen (totaal 60 woningen) zijn gelegen op een rechthoekig, hellend terrein omsloten door de Hatertseweg, Slotemaker de Bruïneweg, Vossenlaan en Oude Molenweg. Het terrein wordt doorsneden door de in 1947 nieuw aangelegde enigszins gebogen Beverweg, die parallel loopt aan de Hatertseweg en de Vossenlaan en de Slotemaker de Bruïneweg en de Oude Molenweg met elkaar verbindt. De twee-onder-één-kapwoningen hebben één bouwlaag en worden afgesloten door een flauw hellend zadeldak met de nok evenwijdig aan de straat, gedekt met golfplaten. De buitenmuren bestaan uit witgeschilderde schokbetonnen stijlen, waar tussen betonplaten zijn bevestigd. De plaatsing van vensters en deuren zijn bepaald door de betonnen constructie. De voorgevel van elke woning heeft twee slaapkamervensters en een drielichtvenster in de woonkamer. De slaapkamervensters worden gescheiden door een betonnen stijl en hebben een betonnen borstwering met cirkelmotief in het midden van een vierkant met afgeronde hoeken. De ingang bevindt zich in de korte zijgevel en heeft een eenvoudige betonnen omlijsting met siersluitsteen. Tevens bevindt zich in de korte zijgevel, op de hoek met de achtergevel, een ingang naar de oorspronkelijke schuur. De driehoekige gevelvelden van de zijgevels zijn met houten delen beschoten. De achtergevel heeft twee tweelichtvensters, met betonnen borstweringen met cirkelmotief in het midden van een vierkant met afgeronde hoeken. Bij meerdere woningen is de oorspronkelijke roedenverdeling van de ramen nog aanwezig.