Historie en ligging De voormalige bovenmeesterswoning aan de Stationsweg is in 1889 gebouwd en sinds de bouw grotendeels gaaf bewaard gebleven. De afgeronde bovenhoeken alsmede de van kuifstukken voorziene gepleisterde omlijstingen van de vensters zijn een late uiting van het Eclecticisme. Het pand is gesitueerd aan de zuidzijde van de Stationsweg. Plattegrond en opbouw Het pand bezit een rechthoekige plattegrond, één hoge bouwlaag en een schilddak met de nokrichting evenwijdig aan de Stationsweg. Het dak is belegd met gesmoorde oud Hollandse pannen. De middenas van het voorschild heeft een kleine dakkapel met getoogde bovenzijde, zinken wangen, een houten geprofileerde omlijsting en een dubbel tweeruits draairaam met getoogde bovenzijde. De gevels zijn opgetrokken in baksteen, gemetseld in kruisverband. Het pand bezit een lage omlopende gepleisterde plint. De gevels worden afgesloten door een geprofileerde gepleisterde architraaflijst, een bakstenen fries en een houten kroonlijst met ojiefvormige bakgoot, die bij de risalieten en hoekpilasters zijn omgekornist. De zesruits schuiframen van het pand zijn deels later vastgezet en/of voorzien van een later in een klapraam gewijzigd bovenlicht. De vensters waren oorspronkelijk waarschijnlijk voorzien van persiennes. Voorgevel De voorgevel aan de Stationsweg is symmetrisch van indeling en drie traveeën breed. Op de hoeken bevinden zich bakstenen hoekpilasters. De middenpartij risaleert licht. Iedere travee bevat een venster met een geprofileerde houten omlijsting en afgeronde bovenhoeken, aan de bovenzijde afgesloten met een strek, Deze laatste is met de afgeronde hoeken meegebogen. Midden boven de houten omlijsting bevindt zich een kuifstuk met schelpmotief en rankwerk. De vensters hebben voorts hardstenen lekdorpels en zesruits schuiframen met afgeronde boven hoeken. Linker zijgevel Deze gevel heeft geen gepleisterde plint. Rechts bevindt zich een venster als in de voorgevel, echter zonder sieromlijsting en stucdecoratie. Het kozijn heeft een luiksponning. Het venster in de middenas is overeenkomstig het rechter, echter kleiner en voorzien van een vierruits raam. Geheel Links bevindt zich nog een kLeiner venster met tweeruits raam. Onder het rechter venster bevindt zich een kelderLicht met strek. Achtergevel De achtergevel bevat in de middenas en links een venster als in de voorgevel, echter zonder sieromlijsting en stucdecoratie. De kozijnen hebben luiksponningen en duimen. Het rechter deel van de gevel gaat schuil achter een moderne houten aanbouw. De gevel bezit diverse staafankers. In de middenas bevindt zich een dakkapel. Deze is voorzien van een houten geprofileerde omlijsting. Rechter zijgevel De smalle rechter zijgevel is symmetrisch van indeling en drie traveeën breed. Op de hoeken bevinden zich bakstenen hoekpilasters, de middenas risaleert. Hier bevindt zich de hoofdingang met een bakstenen stoep. De ingang heeft een geprofileerde houten omlijsting als de vensters in de voorgevel, hardstenen neuten en onderdorpel en een brede paneeldeur. Twee houten panelen bezitten cirkelvormige decoraties. Boven het geprofileerde kalf bevindt zich een enkelruits bovenlicht met afgeronde bovenhoeken en een gietijzeren levensboom. Aan weerszijden van de middenrisaliet bevindt zich een venster van hetzelfde type als in de voorgevel. Van het linker venster is het tweeruits bovendeel vervangen door een tweeruits uitzetraam. Interieur Het inwendige van het pand bezit nog enige oorspronkelijke rijk geprofileerde houten kozijnen met hardstenen neuten en houten paneeldeuren. Tussen de voordeur en de gang bevindt zich een kozijn met een negenruits bovenlicht. Aan het eind van de lange middengang, die het pand in tweeën deelt, bevindt zich een geprofileerd rondboogkozijn met een paneeldeur.