Typering Het woonhuis is gebouwd rond 1880 in de stijl van het eclecticisme met een nog door neoclassicisme beïnvloedde indeling van de voorgevel. Historie en ligging Het grote woonhuis, genaamd “De Voort”, werd omstreeks 1880 gebouwd op de hoek van de Oudestraat en de Stationsweg door Jan Abbing, de directeur van de textielfabriek aan de Rapenburg. Aan deze weg vestigden zich aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw vermogende fabrikanten en andere belangrijke personen. Zij lieten grote villa’s bouwen, waarvan Oudestraat 1 een goed voorbeeld is. De bebouwing aan beide kanten van de Oudestraat verdichtte en de straat kreeg het karakter van een winkelstraat. Het pand heeft verschillende eigenaren en functies gehad. Tijdens de Tweede wereldoorlog kwam het huis in handen van de Duitse bezetter en werd het bijna gebombardeerd. Het woonhuis werd in 1963 compleet met inboedel geveild. Na 1965 werd het pand in gebruik genomen door de firma Wansink die er gebruikte bedrijfsauto’s verkocht. De auto’s stonden in de achtertuin. Vanaf 1970 woonde de familie Davina in het pand, een ondernemer in schilder- en behangwerken. Aan de voorzijde bevindt zich een tuin. De meest recente toevoeging bevat een overdekte buitenruimte in het verlengde van de aanbouw. De aanbouw en buitenruimte zijn voorzien van een dakopbouw. Plattegrond en opbouw In eerste instantie bestond het woonhuis uit één bouwlaag met kap, in 1907 is er een verdieping opgebouwd. De grote blokvormige villa heeft een rechthoekige plattegrond, twee bouwlagen en een omlopend afgeplat schilddak. Tegen de achtergevel bevindt zich een lage aanbouw met plat. Deze aanbouw uit 1915 is getekend door de architect Beltman en uitgevoerd in het moderne materiaal beton. De afwerking van de aanbouw is in de loop der tijd versoberd. Aan de rechterzijgevel bevindt zich een eenlaagse aanbouw voorzien van een afgeplat schilddak. De gevels zijn gepleisterd. De daken van het huis en de aanbouw bezitten gesmoorde platte Friese pannen. Op de zijschilden van het huis bevinden zich gepleisterde schoorstenen. Op het platte deel van de aanbouw bevinden zich twee aluminium lichtstraten. Alle kozijnen in het woonhuis zijn voorzien van isolerend glas. Waar glas-in-lood benoemd wordt, is deze in het isolerend glas verwerkt Voorgevel De voorgevel is symmetrisch van indeling, vijf traveeën breed en voorzien van rijk uitgevoerde hoekpilasters. Deze bezitten in de eerste bouwlaag cannelures, boven de cordonlijst een diamantkop en in de tweede bouwlaag een langgerekte diamantkop. Ter hoogte van het fries is een kleine diamantkop aangebracht. De drie middelste traveeën vormen een lichte middenrisaliet, die zich boven de goothoogte voortzet in een smaller dakhuis met topgevel. De gevel wordt in horizontale zin geleed door een gepleisterde plint, een geprofileerde cordonlijst (die bij de rechter twee traveeën is vervangen door een geschilderde lijst) en een geprofileerde architraaf, een fries met spiegelvelden en rozetvormige versieringen boven de buitenste vensters en een rijk geprofileerde kroonlijst, die zich enkele malen verkropt boven de hoekpilasters en bij het dakhuis. De eerste bouwlaag bezit in de middenas een ondiep portiek met hardstenen stoep, een houten paneeldeur met schouderboogvormig paneel en een enkelruits bovenlicht met glasin-lood. Het portiek bezit een geprofileerde omlijsting, die zich aan de bovenzijde van de portiekopening verbreed en getoogd eindigt. Rechts van het portiek bevindt zich een brede rechthoekige houten serre met gepleisterde plint, een plat dak met geprofileerde houten gootlijst en ongeprofileerde houten stijlen. De voorzijde bevat openslaande tuindeuren met een enkelruits bovendeel, geflankeerd door smalle enkelruits vensters met enkelruits bovendelen die voorzien zijn van glas-in-lood. Links van het portiek bevindt zich een brede driezijdige erker met gepleisterde plint, een geprofileerde houten gootlijst en schilddak met ingezwenkte dakvlakken afgewerkt met leisteen en lood. De erker bezit in de voorzijde een breed enkelruits raam met enkelruits bovenlicht met glas-in-lood en in de schuine zijden smalle enkelruits ramen met bovenlichten. De lekdorpel is van hardsteen. De tweede bouwlaag bezit in de middelste travee een balkon op rijk gebeeldhouwde waaiervormige stenen consoles. Het balkon heeft een stalen, gedecoreerde balustrade. De ingang heeft een getoogde omlijsting als het portiek beneden, een dubbele enkelruits balkondeur aan de onderzijde voorzien van paneel en een enkelruits bovenlicht met getoogde bovenzijde. De overige traveeën bevatten een getoogd venster met een geprofileerde omlijsting als bij de balkondeur, een hardstenen lekdorpel en een enkelruits schuifraam met een enkelruits bovenlicht. In de middenas wordt de kroonlijst doorbroken door een fors gepleisterd dakhuis met topgevel en gepleisterde hoekpilasters met diamantkoppen. Deze pilasters bezitten onder de kroonlijst nog een diamantkop met een sierlijstje. Op de top van het dakhuis bevindt zich een sierlijke bekroning, bestaande uit een soort piron en rankwerk. Het dakhuis bezit twee vensters met omlijsting voorzien van Tdraairamen en een kiep-bovenraam met getoogde bovenzijde.In de middenas van de aanbouw aan de rechterzijde bevindt zich een getoogde deur. Aan weerszijden van de deur bevindt zich een raam. Het dakvlak van de aanbouw bezit in het midden een dakkapel met een raam. De bovenzijde van de dakkapel is voorzien van een zadeldak met subtiel lijstje. Rechter zijgevel De rechter zijgevel bezit uiterst links een hoekpilaster als bij de voorgevel. De gevel van de eerste bouwlaag gaat deels schuil achter de aanbouw. In de middenas van de tweede bouwlaag bevindt zich een, vanwege de later aangebrachte kap van de aanbouw, afgeschuind venster met getoogde bovenzijde en hierboven een venster met 2-ruitsraam met getoogde bovenzijde. De gevel sluit af met een eenvoudig geprofileerde houten goot op houten klossen. Linker zijgevel De linker zijgevel bezit een hoge zwarte geschilderde plint, uiterst rechts een hoekpilaster als bij de voorgevel en in de geheel gewijzigde eerste bouwlaag twee vensters met hardstenen lekdorpel en een ruit met enkelruits bovenlicht. De tweede bouwlaag bezit in de middenas een getoogd venster met hardstenen lekdorpel en een ruit met een kiep-bovenraam voorzien van getoogde bovenzijde. De gevel sluit af met een eenvoudig geprofileerde houten goot op houten klossen. Aan de linkerzijde bevindt zich een serre met dakterras. De serre bezit een groot venster voorzien van drie ruiten met bovenlichten. Het bovenlicht van de brede, middelste ruit is in tweeën gedeeld middels een geprofileerde middenstijl. Het kalf van de twee zijruiten bevindt zich lager dan de kalf van de middenruit. Het dakterras bezit een eenvoudige stalen balustrade. De linkerzijgevel van de aanbouw bezit geheel rechts een deur, links daarvan een pui met openslaande deuren en vast glas aan beiden zijden. Het linkerdeel van de aanbouw is een overkapping met open gevel met uiterst links een gepleisterde kolom en onder de dakrand een houten balk. De aanbouw bezit een zwart geschilderde plint. Achtergevel De eerste bouwlaag van de achtergevel gaat deels schuil achter de serre met dakterras. Aande linkerzijde bevindt zich een venster voorzien van een ruit met enkelruits bovenlicht. De tweede bouwlaag van het huis bezit rechts openslaande tuindeuren met twee kiepbovenramen. Links van de middenas bevinden zich twee T-vensters voorzien van draairamen en een kiep-bovenraam. De gevel sluit af met een eenvoudig geprofileerde houten goot op houten klossen. De achtergevel van de serre bezit een gewijzigde pui waarin de originele zevendeling nog herkenbaar is met zeven enkelruits bovenlichten. De pui is voorzien van twee houten harmonicadeuren, elk voorzien van drie deurdelen voorzien van een ruit. Aan de rechterzijde bevindt zich een vast deurdeel voorzien van een ruit. De aanbouw aan de linkerzijde van het huis is ter plaatse van de eerste bouwlaag open met aan weerszijden een gepleisterde kolom voorzien van een zwart geschilderde plint. Onder de dakrand bevindt zich een houten balk. Interieur De originele hoofdstructuur is grotendeels bewaard gebleven. Halverwege de centraal gelegen gang bevindt zich een kozijn voorzien van een paneeldeur voorzien van een ruit en een bovenlicht. De zijkanten en bovenkant van het kozijn zijn versiert met houtsnijwerk. De gang is vanaf de voordeur tot aan de trap voorzien van een originele marmervloer. Onder een laagje spuitspack bevindt zich in de gang nog het originele stucwerk. In de voorkamer rechts van de gang bevindt zich een marmeren schouw. De overige schouwen op de begane grond zijn niet origineel, de plekken van de schouwen in de kamer links van de gang zijn wel origineel. De trap bezit geprofileerd houtwerk ter plaatse van de trappaal, leuning en de trapboom. De metalen spijlen van de leuning zijn op de eerste verdiepingsvloer gedetailleerd uitgevoerd. Op de tweede verdieping zijn de rookkanalen nog aanwezig. Op de zolder van het woonhuis is de originele houten kapconstructie deels zichtbaar (de rest bevindt zich boven de vliering). Het huis en de aanbouw zijn grotendeels nog voorzien van paneeldeuren.