Typering, historie en ligging: BOERDERIJ van het hallehuistype met langsdeel, losstaande BIJSCHUUR en WATERPUT, gelegen op een oude bouwplaats genaamd “Wansinck’. Het complex bevindt zich ten noorden van de Borculoseweg en maakt deel uit van een reeks oude bouwplaatsen op de overgang van de oost-west gelegen hoge es ten zuiden van deze boerderijen en de laag gelegen Berkelgronden ten noorden ervan. De huidige boerderij werd ca. 1884 gebouwd. Sindsdien heeft de boerderij nog enige wijzigingen ondergaan met name voor wat betreft de voorgevel die in 1939 werd vernieuwd. De aan de zijde van het voorhuis gelegen betrekkelijk zeldzame endskamer, waarvan de linkerzijgevel aansluit op die van het voorhuis, dateert blijkens een gevelsteentje uit 1731 en vormt als zodanig het oudste deel van de boerderij. Het voorhuis van de boerderij is verbreed en heeft ten dele vernieuwde ramen. Ter hoogte van de scheiding tussen voor- en achterhuis bevindt zich in de linker zijgevel een dwars hierop staande aangebouwde schuur. De BIJSCHUUR ligt achter de boerderij, in dezelfde richting, met de voorzijde gericht op het erf. De (vernieuwde) WATERPUT is opgebouwd met Bentheimer zandsteen blokken welke afkomstig zijn van dat deel van de oorspronkelijke waterput dat zich beneden het maaiveld bevond. Boerderij: Plattegrond en opbouw: De boerderij heeft een ten dele opgewipt en geknikt zadeldak gedekt met rode Hollandse pannen, windveren en een stiepelteken. In het dakschild bevinden zich diverse niet oorspronkelijke dakkapellen. De endskamer heeft een zadeldak dat gedekt is met rode Muldenpannen. De aanbouw aan de linker zijgevel heeft een aangekapt zadeldak dat gedekt is met rode Hollandse pannen. Het pand heeft ten dele nog een plint van Bentheimer steen (o.a. - de endskamer). Voorgevel: De voorgevel heeft een asymmetrische indeling waarbij een deel van de linker gevelhelft schuil gaat achter de endskamer. De gevel heeft een beschoten geveltop waarin zich twee 6-ruits ramen bevinden. Alle gevelopeningen worden afgesloten door een strek. De gevel heeft links twee vensters met een gewijzigde raamindeling. Rechts hiervan bevindt zich de ingang die voorzien van een vernieuwde voordeur met een 2-ruits bovenlicht. De gevel heeft geheel rechts een venster met een gewijzigd raam. Alle ramen zijn voorzien van vernieuwde luiken. De endskamer heeft in de kopgevel twee door getoogde strekken afgesloten zolderluiken. De linkerzijgevel van de endskamer bezit twee verlaagde vensters die voorzien zijn van vermoedelijk uit ca. 1920-1940 daterende ramen. De rechter zijgevel van de endskamer heeft in het midden een vernieuwde deur met een van een quasi 18de eeuwse roedeverdeling voorzien bovenlicht. Hierboven bevindt zich een stichtingssteentje met de tekst: HENDERICK / WANSINCK / HEYLE :†: / SCHUIRINCK / E L A° 1731. Aan weerszijden bevindt zich een venster met eveneens een quasi 18de eeuwse roedeverdeling. Alle muuropeningen in deze gevel worden afgesloten door een getoogde strek. Linker zijgevel: De linker zijgevel van het voorhuis heeft een breed uitgehakt venster. In de aansluitende gevel van de dwars op het voorhuis staande aanbouw bevindt zich in het op het voorhuis aansluitende geveldeel een deur en een venster, beide afgesloten door een rollaag. Verder bevinden zich in deze gevel meerdere segmentboogvormig afgesloten stalramen. De kopgevel van de aanbouw bezit een rechtgesloten deur met rechts hiervan een halfrond stalraampje. De verdieping bezit een zolderluik met links hiervan eveneens een halfrond stalraampje. De andere langsgevel van de aanbouw bezit verschillende dichtgezette door segmentboogjes afgesloten muuropeningen en meerdere segmentboogvorrnig beëindigde stalraampjes. De aansluitende gevel van het achterhuis bezit een aantal staldeurtjes alsmede verschillende rechtgesloten stalraampjes. Achtergevel: De achtergevel heeft een beschoten geveltop en heeft een deeldeuropening die afgesloten wordt door een korfboog met gepleisterde aanzet- en sluitstenen die het jaartal 1884 en de initialen bevatten. De dubbele houten deeldeuren zijn teruggelegen. Aan weerszijden van de opening bevindt zich een klein halfrond gietijzeren 5-ruits stalraam en een hoog geplaatst halfrond beëindigd 5-ruits gietijzeren stalraam. De twee staldeurtjes worden afgesloten door segmentboogjes. Naast het linker staldeurtje bevindt een niet oorspronkelijk stalraam. Bijschuur: De bijschuur is van het type hallehuis met langsdeel en heeft de traditionele vorm met een steil hellend zadeldak, in dit geval met wolfseind aan de achterzijde, en zeer lage zijgevels. In oorsprong zal de schuur op zijn laatst midden 19de eeuws en mogelijk ouder zijn, waarna verscheidene vernieuwingen van het muurwerk hebben plaatsgevonden. Het dak is gedekt met rode oudhollandse pannen en is voorzien van windveren. De topgevel aan de voorzijde is voorzien van een overstekende houten geveltop. Merendeels is de schuur in baksteen (kruisverband) opgebouwd. Links tegen de voorgevel is een endskamer-achtige aanbouw (ca. 1900) aanwezig, met het zadeldak in lijn met het linker dakvlak (rode en gesmoorde oudhollandse pannen). Naast een grote ingebroken opening zijn originele segmentboogvormig afgesloten staldeuren en ramen (gietijzer, 6-ruits) aanwezig. In het onafgewerkte geveltopje bevinden zich duivengaten (3-2-1). Dezelfde segmentvormig afgesloten staldeuren en -ramen komen in de schuur zelf voor. Onde de houten geveltop bevindt zich een grote inrijopening. Ook aan de achterzijde is deze aanwezig.