De Finse school aan de Julianalaan is een uit geprefabriceerde onderdelen opgebouwde school van het type dat vlak na de oorlog op een groot aantal plekken in Nederland verrees als noodonderkomen voor kleuter- en lager onderwijs. Het door de architecten D.Th. en M. Laurentius ontworpen en door de firma Panagro N.V. te Warmond geleverde schoolgebouw werd als bouwpakket aangevoerd om op locatie te worden gemonteerd op een funderingsplaat van gewapend beton en een plint van metselwerk. De door het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting aan de gemeente toegewezen school aan de Julianalaan verrees in 1948-’49 als zesklassige christelijke school voor lager onderwijs. In hetzelfde jaar verrees aan de Boerhaavestraat (later de Jelle Bangastraat) nog een Finse school (deze is afgebroken in 2004), terwijl ook de verdwenen, vierklassige uitbreiding van Gemeenteschool 16 (de latere Coornhertschool) aan de Brederostraat van het type Finse school was. De firma Panagro garandeerde een levensduur van veertig tot vijftig jaar. Dan moesten de bouwsels tijdens de bouw wel twee maal worden behandeld met Umea-teer en vervolgens elke vijf jaar opnieuw. Het gebouw aan de Julianalaan, de rondweg die kort na de Tweede Wereldoorlog is aangelegd naar vooroorlogse plannen en die, behoudens enige kleinschalige invullingen de overgang markeert tussen vooroorlogs en naoorlogs Leeuwarden, is tegenwoordig (2009) in gebruik als kerkgebouw. De bescherming geldt het exterieur en de inpandige ruimte-indeling voor zover nog oorspronkelijk. Exterieur: Het vanuit een langwerpige, rechthoekige plattegrond opgetrokken, op een betonnen plaatfundering en bakstenen trasraam van “steens metselwerk” (volgens het bestek, bewaard gebleven op het Historisch Centrum Leeuwarden) geplaatste schoolgebouw staat met een houten, één bouwlaag hoge bovenbouw onder een met bitumen gedekt, uitkragend zadeldak. Op het dak staat een houten dakruiter in de vorm van een zadeldak, gedragen door vier schuin staande stijlen. In de dakruiter hing vermoedelijk de schoolbel. De buitenwanden van het schoolgebouw waren oorspronkelijk geteerd met Umea-teer. De onderste geveldelen bestaan uit gepotdekselde liggende planken, de bovenste delen uit staande rabatdelen. Aan de achterzijde zijn enkele kleinere geveldelen samengesteld uit diagonaal geplaatste planken. De gevels bevatten recht gesloten vensters met een sterk met de donkere wanden contrasterende wit geschilderde, decoratieve omlijsting met uitstekende hoeken en ramen met een roedeverdeling. De voorgevel van de school bevat een reeks van grote lokaalvensters met roedeverdeling in de samengestelde ramen. De vensters staan tussen de houten bakken van de zonwering. De rechter gevelpartij is terug gerooid en bevat de entree. Deze bevindt zich onder een overstek, dat rust op drie houten kolommen met betonnen poeren. De oorspronkelijke, betegelde stoep onder het overstek is afgewerkt met een rand van rode klinkers. De terug staande gevelpartij is voorzien van een dubbele deur met roedeverdeling in de deurramen. De deuromlijsting is verlevendigd met cannelures. Het venster rechts van de entree heeft een eveneens gecanneleerde middenstijl. In de oostelijke kopgevel is rechts van het grotere venster een klein licht in de gevel geplaatst. Geheel links in de achtergevel staat een vierkant venster. Rechts daarvan bevindt zich de op het schoolplein uitkomende achteringang met een dubbele deur en een omlijsting als die in de voorgevel. Deze entreepartij staat onder een verlengd deel van het dakschild, dat dient als luifel en rust op een juk van twee houten kolommen die een balk dragen en op betonnen poeren staan. De constructie wordt verstijfd door schoren. Ook de betegelde stoep voor deze entree is afgewerkt met een rand van rode klinkers. Rechts van de entree is een niet-relevante houten aanbouw tegen de gevel geplaatst, die een groot deel van de originele achtergevel aan het zicht onttrekt. De achtergevel, waaraan de gang grenst, is verder voorzien van enkele grote vensters met een roedeverdeling en kleine vierkante venstertjes op de plaats waar zich de toiletten bevonden. De westelijke kopgevel is blind. Interieur: De inpandige structuur van de school is voor een deel in oorspronkelijke staat gebleven. De voor een deel nog als zodanig herkenbare klaslokalen bevinden zich aan een gang aan de noordzijde, die over de gehele lengte van het gebouw doorliep. De houten wand tussen de gang en de lokalen bevat voor elk lokaal nog het oorspronkelijke venster met een roedeverdeling in de grote, samengestelde ramen en een deur met een ongedeeld deurlicht. Om een grotere ruimte voor het houden van erediensten te creëren, zijn de drie lokalen aan het einde van de gang samengevoegd en is daar ook de houten wand tussen de lokalen en de gang verwijderd.