Oldehoofsterkerkhof 1
De Oldehove.
Sedert de afbraak van de bijbehorende kerk in 1595/6 vrijstaande onvoltooide laatgotische torenromp uit 1529-1533.
Tegen de toren een gebeeldhouwde zerk van Dekema van Loo 1568/1581.
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Bibliotheekgebouw, in 1964-66 gebouwd als onderkomen voor de Provinciale Bibliotheek. Het gebouw is gesitueerd aan de noordelijke rand van de historische (binnen)stad, in de flank van de in de vroege negentiende eeuw tot park omgevormde bolwerken. Een prijsvraag leverde in 1957 weliswaar liefst 165 inzendingen, maar geen winnend ontwerp op. Het College van Gedeputeerde Staten in de Provincie Friesland gaf daarom opdracht tot een tweede prijsvraagronde, waaraan vier architecten deelnamen. Daaruit kwam een plan van de Alkmaarse architect prof. ir. P.H. Tauber als winnend ontwerp bovendrijven. De vroegste ontwerpen voor het uiteindelijk gerealiseerde gebouw dateren van 1959. Na aanpassingen in de jaren 1960-1961 kwam het finale ontwerp gereed. De bouwwerkzaamheden (de kale bouwkosten bedroegen f 2.600.000,-) vingen aan in 1964 en werden afgerond in 1966. Het gebouw heeft nadien drie belangrijke verbouwingen ondergaan. In 1998-99 is het souterrain vergroot door extra ruimte in het bolwerk uit te graven, werd de hoofdentree met de trap opgenomen in een glazen portaal en is een algehele modernisering uitgevoerd om het gebouw onder meer installatietechnisch en klimatologisch bij de tijd te brengen. In 2003-04 is een tweede verbouwing voltooid, waarbij het bibliotheekgebouw door middel van een glazen luchtbrug is verbonden met het gebouw van het rijksarchief. En tot slot zijn in 2009-10 de studiezaal en de andere ruimten rond de vide verbouwd. De principes die aan Taubers oorspronkelijke ontwerp ten grondslag lagen, zijn daarbij gerespecteerd, en de wezenlijke ruimtelijke structuren, zoals de vide met de grote lichtschepping in het dak, zijn intact gebleven. De bescherming geldt het exterieur (met uitzondering van de jongere toevoegingen van het glazen entreeportaal en de luchtbrug), de constructie en de inpandige ruimte-indeling en de afwerking van de publieksruimten voor zover daterend uit de oorspronkelijke bouwtijd. Exterieur: Het compacte, doosvormige gebouw ligt niet geheel parallel aan de weg, aan de aflopende rand van de Noorderplantage, waar het tevens fungeert als afsluiting van het Oldehoofsterkerkhof. Het gebouw toont aan de straatzijde een souterrain en twee bouwlagen onder een plat dak, waarop een gesloten bovenbouw (boekentoren) is geplaatst. Het gebouw is opgetrokken vanuit een rechthoekige plattegrond. Het heeft 60 centimeter dikke, met Muschelkalkstenen platen beklede gevels (de geveldikte zorgt voor een filtering van het daglicht), die boven het souterrain zijn verdeeld in gesloten delen van natuursteen en hoge vensters met een sterk varierende breedte, waardoor ze een wand met een onregelmatig, maar levendig patroon vormen. Daar de gevels nauwelijks worden doorsneden door afwijkende elementen, is de indeling en de materialisatie van alle gevels onderling vergelijkbaar. De langsgevel aan de straatzijde is boven de liggende souterrainvensters voorzien van twee bouwlagen met vensterreeksen tussen penanten, die twee verschillende breedtes hebben. Een belangrijk beeldbepalend onderdeel aan deze gevel is het transparante, voornamelijk in glas uitgevoerde, doosvormige ingangsportaal uit 1999. De ramen op de bel-etage staan boven borstweringen van leisteen. De vensters op de verdieping staan vrijwel op vloerniveau. De gevel staat met het linker deel achter een lage plantenbak van keistenen, die is doorgetrokken over de westzijde. Haaks op de linker zijgevel, vlak achter de muur van de plantenbak, staat een hoger opgaande, gemetselde muur, die vanaf de straat met een hoek van 90 het park inloopt. Deze muur omvat een tot de bovenkant van de muur reikende ophoging van het terrein, waardoor het souterrain zowel aan de kopse linker gevel als aan de achterkant geheel onder het maaiveld is verdwenen. Door de helling in het parkterrein (een geplantsoeneerd bolwerk) hebben de gevels derhalve niet overal dezelfde diepte. Daardoor heeft het gebouw in de westgevel en de achtergevel geen vensters in het als zodanig niet meer herkenbare souterrain. Het rechter deel van de op het park gerichte achtergevel heeft een uit keien samengesteld trasraam, dat ontbreekt aan de andere gevels. In de achtergevel is ook een vluchtdeur (nooduitgang) opgenomen. De oostelijke kopgevel heeft op de bel-etage in 2003-04 een doorbraak gekregen ten behoeve van een luchtbrug naar het gebouw van het vroegere Rijksarchief. De zich iets verjongende, blinde boekentoren is bekleed met koperen roeven en vormt de bekroning van het gebouw. Interieur: In de grotere ruimten en in de ruime, centrale vide is de constructieve structuur van het gebouw zichtbaar. Deze bestaat uit een stelsel van in het zicht gelaten betonnen kolommen en balken of liggers, die de vloeren aan beide zijden van de vide en de dakconstructie dragen. De in 1999 gewijzigde toegangstrap naar de centrale hal is opgenomen in het in dat jaar gebouwde glazen portaal. De portaalvloer, de toegangstrap, de vloeren van de ruime ontvangsthal en de centrale publieksruimtes zijn bedekt met natuursteen. Rechts van de ingangspartij waren oorspronkelijk de Buma-bibliotheek en de ontvangst- en lesruimten en een gehoorzaal opgenomen. Een ruimte rechts van de ontvangstbalie is tegenwoordig in gebruik als museumzaal. Een luie steektrap met natuurstenen treden tussen stalen bomen rechts in de ruime ontvangsthal voert naar de verdieping in het rechter deel van het gebouw, waar op de verdieping naast de trap een open zitruimte is gerealiseerd. Een afgesloten trappenhuis met stalen steektrappen met tussenbordes achter de balies in de hal voert onder meer naar het souterrain, dat ook in het oostelijke deel van het gebouw met een steektrap is te bereiken. Het souterrain bevat de depots en enkele kluizen. Deze door zware stalen deuren afsluitbare ruimten dienen onder meer tot opslag van kostbare boeken en kaarten. Links van de entree bevinden zich op de bel-etage de publieksruimten die als het ware worden verbonden door een grote vide, een binnenruimte die op de bel-etage wordt afgebakend door kolommen van gewassen grindbeton. Een betonnen trap met tussenbordes, dat rust op een zich verjongende kolom, voert naar de eerste verdieping. De vide wordt verlicht door veertig vierkante, plexiglazen daklichten, waaronder een rasterwerk van hout hangt. Rondom de vide is op de verdieping een hardhouten koof aangebracht die fungeert als akoestische voorziening voor de hal en als zitbank. De bank loopt geheel rondom en wordt slechts onderbroken door de trap en de ronde kolommen. De ruimte-indeling op de verdieping met een bibliotheekzaal en de kantoor- en studieruimtes is in 1998-99 eveneens gewijzigd. Onder het betonnen dak met de reeksen daklichten bevindt zich een uit een raster van staande latten samengesteld plafond, dat het daglicht gespreid de ruimte inbrengt.
| Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
|---|---|---|---|---|
| Bibliotheek | – | – | Oorspronkelijke functie | – |
| Bijeenkomstfunctie | Cultuur gezondheid en wetenschap | – | Huidige functie | – |
| Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Boterhoek | 1 | – | 8911DH | – | – | – | – |
De Oldehove.
Sedert de afbraak van de bijbehorende kerk in 1595/6 vrijstaande onvoltooide laatgotische torenromp uit 1529-1533.
Tegen de toren een gebeeldhouwde zerk van Dekema van Loo 1568/1581.
Zeven traveeën breed pand afgesloten door rechte kroonlijst. Gevel gepleisterd. Halfronde dakkapellen.
Eenvoudige woningen onder schilddak, z.g. molenaarshuisjes. Vensters met roeden en blinden.