Dubbel herenhuis uit 1919 van de hand van architect Andries Baart sr., gelegen aan de zuidzijde van de Emmakade nabij de hoek met het Emmaplein. De oostelijke, linker woning, Emmakade 96a was bestemd voor toenmalig directeur C. Prins van de Middelbare Technische School. Het rechter deel, Emmakade 96, met de naam ‘DE KLINKER’, bestemde Baart voor zichzelf. Baart kwam uit Amersfoort en moest vanwege zijn aanstelling als leraar aan diezelfde M.T.S. in Leeuwarden een onderkomen vinden. Hij voorzag daarin door een nieuw huis te bouwen. In zijn woning had Baart op de verdieping zijn atelier en op de zolderverdieping een tekenkamer. Het dubbele woonhuis is gebouwd in een destijds progressieve, expressionistische trant die verwant is aan de architectuur van de Amsterdamse School. Het pand wijkt in dat opzicht wat af van de meeste bebouwing aan de Emmakaden langs het Nieuwe Kanaal, die merendeels wordt gekenmerkt door Vernieuwingsstijl-achtige architectuur. De bescherming geldt het exterieur en de interieurs. Exterieur: Het vanuit een onregelmatige plattegrond, in schone bruine baksteen opgetrokken dubbele woonhuis staat met twee bouwlagen en een zolderverdieping onder een met de originele, zwart geglazuurde holle pannen gedekt schilddak met een schoorsteen met uitgemetselde bovenzijde aan weerszijden van de nok en met op klossen liggende gootlijsten. De op onregelmatige afstand van elkaar geplaatste gevelopeningen in het pand zijn alle recht gesloten en van zeer uiteenlopend formaat. De deuren staan onder en de vensters staan tussen rollagen. Het linker, bij Emmakade 96a behorende deel van de voorgevel is links op de begane grond voorzien van de originele, boven een hardstenen stoep staande paneeldeur met decoratief ijzerwerk voor het kleine zeshoekige deurlicht en links van de deur van een dubbel zijlicht met glas-in-lood. Deur (met sleutelstukken in de bovenhoeken) en zijlicht staan onder een gemeenschappelijke, aan ijzeren stangen hangende en op gesneden consoles rustende, platte houten luifel met geprofileerde lijst. Boven de entree is een terracotta ‘gevelsteen’ geplaatst met een afbeelding van een vogel (aalscholver) in reliëf. Dit stuk bouwkeramiek is mogelijk van de hand van W.C. Brouwer. Rechts van de entree bevindt zich een risaliet met een driezijdige erker met schuine zijkanten, een om de hoek gaande, onder een rollaag staande vensterpartij met een vierdelig, met glas-in-lood ingevuld bovenraam en een plat dak. Op de erker staat een vanuit de erker opgemetselde balustrade, waartussen decoratieve ijzeren hekken zijn geplaatst en waarop een hardstenen deklijst ligt. De balustrade staat voor een brede gevelopening met openslaande deuren en om de hoek gaande zijlichten. In het midden van de risaliet is de gevel iets hoger opgetrokken: de gevel vormt zo met een veld van decoratief gemetselde baksteen de voet van een dakkapel met wangen, die met leien zijn bekleed. In de geknikte voorzijde zijn twee ramen met roedeverdeling geplaatst. Boven de entree bevindt zich een op een houten console staand, tweezijdig erkertje met geknikte ramen met roedeverdeling en een geprofileerde kroonlijst. De linker zijgevel is voorzien van een traplicht in de vorm van een kruisraam, ingevuld met glas-in-lood en een klein staand licht op de verdieping. De achtergevel van de linker woning is rechts op de begane grond, waar zich de keuken bevindt, voorzien van een onder een rollaag van zwarte en bruine steen staande deur. Een eveneens onder een rollaag staande vensterpartij hier links van bevat een vierdelig raam. Het grote verdiepingsvenster in deze gevelpartij staat boven een rollaag en bevat twee achtdelige ramen met een middenstijl. De links in de achtergevel geplaatste, gemetselde serre bezit een stel openslaande deuren met een enkele fenêtre a terre aan weerszijden en een vierdelig bovenlicht met glas-in-lood. Het platte dak boven de serre is voorzien van een balkonbalustrade in de vorm van een houten hek. Op het dak van de serre komt een in de achtergevel van het hoofdvolume staande, brede, onder rollaag staande gevelopening uit. Deze bevat een stel openslaande deuren met zijlichten. De hoger opgaande achtergevel van de woning Emmakade 96 is links op de begane grond voorzien van een bergplaats met plat dak. Rechts ervan bevinden zich de deur met zijraam van de keuken. De door zijlichten geflankeerde, en onder bovenlichten staande, openslaande deuren staan in een serre met op de rand een balkonbalustrade. Het platte dak van de serre is te betreden via een stel openslaande deuren tussen zijlichten met een regelverdeling en een vierdelig bovenlicht. De deuren zijn voorzien van een roedeverdeling in de vorm van een ruit. Links van het balkon staat een hoge, deels uitgemetselde schoorsteen. Links van de schoorsteen is op de verdieping een venster in de gevel opgenomen. De lage tweede verdieping bevat een brede vensterpartij met in de ramen een roedeverdeling in de vorm van staande ruiten. Deze vensterreeks wordt doorsneden door de schoorsteen. De dakgoot aan dit deel van de gevel is een op ijzeren beugels liggende zinken mastgoot. Links in de westelijke zijgevel is op de verdieping een hoekvenster geplaatst, dat aansluit op de kleine verdiepingserker in de voorgevel. Verder zijn in deze gevel op de begane grond twee kleine vensters opgenomen en in het midden van de gevel bevindt zich een traplicht met glas-in-lood in het kruisraam. In het dakschild boven deze gevel staat een dakkapel met een plat dak, met leien gedekte wangen en een raam met een ruitvormige roedeverdeling aan weerszijden van een smalle, gemetselde middenstijl. Tegen deze zijgevel en aan de achtergevel staat een lage uitbouw met plat dak. De voorgevel van de rechter woning is deels hoger opgaand. Rechts in de gevel staat de oorspronkelijke deur met een hardstenen stoepje en rechts van de deur een portaallicht met glas-in-lood en een hardstenen brievenbus. De deur, voorzien van kruisgehengen, sleutelstukken in de bovenhoeken en een zeszijdig deurlicht achter een decoratief raamijzer, staat met een zijlicht onder een gemeenschappelijke, aan een ijzeren stang hangende en op houten consoles rustende luifel met geprofileerde lijst. Links van de entree bevindt zich een risaliet met op de begane grond een driezijdige erker met schuine kanten en een om de hoek gaande vensterpartij onder een rollaag. Vanuit de erker is een gesloten balustrade opgemetseld. De balustrade heeft een deklijst van hardsteen en staat voor een uitpandig balkon, waarop een stel openslaande deuren met om de hoek gaande zijlicht uitkomen. Deuren en zijlichten zijn voorzien van een regelverdeling. In de bovendorpel is de naam ‘DE KLINKER’ geschilderd. Het hoger opgaande deel van de gevel maakt deel uit van de uit het voorste dakschild stekende tekenkamer, die in feite een tweede, deels onder een plat dak staande verdieping vormt. Het centrale deel van de tekenkamer maakt deel uit van de risaliet en heeft een om de hoek gaande, achtdelige raampartij, die is doorgetrokken over de gevelvelden aan weerszijden van de risaliet. De ramen zijn voorzien van een raamverdeling in de vorm van staande ruiten. Boven de entree is een tweezijdig erkertje in de gevel opgenomen. Deze staat op een houten console en bevat twee schuin ten opzichte van elkaar staande ramen met een regelverdeling en een plat dak met geprofileerde kroonlijst. Ze zijn door middel van een wit geschilderde hoekpenant verbonden met het linker zijraam op de verdieping. Interieur: Emmakade 96 - Het inwendige van het voormalige, onderkelderde woonhuis met atelier van architect Baart verkeert nog grotendeels in de oorspronkelijke staat. Het tochtportaal/vestibule en de gang hebben de originele tegelvloer van rode tegels, afgezet met een rand van zwarte tegels. De meeste overige ruimtes in het huis zijn voorzien van plankenvloeren. Het tochtportaal heeft een balkenplafond en de gang een stucplafond. Het grote deurlicht van de tochtdeur heeft een roedeverdeling. De deuren aan de gang zijn evenals de overige deuren in de woning geprofileerde paneeldeuren binnen een eveneens geprofileerde omlijsting. De woonkamer is een kamer en suite met een balkenplafonds en een geprofileerde (lambriserings)lijst ter hoogte van de bovendorpels. De voorkamer (salon) en de achterkamer worden van elkaar gescheiden door schuifdeuren met helder glas, een roedeverdeling, het oorspronkelijke hang-en-sluitwerk en ingebouwde kasten met glasdeuren met roedeverdeling aan weerszijden. In de voorkamer (salon) bevindt zich een overhoeks staande schoorsteenmantel van roze marmer. Een stilistisch vergelijkbare, eveneens overhoekse schoorsteenmantel in de achterkamer is van hout. De serre aan de achterkamer is bereikbaar via een glaspui. De bovenlichten van de serre zijn ingevuld met kleurig glas-in-lood. De keuken heeft een balkenplafond en bevat nog originele, ingebouwde keukenkastjes rechts van een toog, alsmede een doorgeefluik naar de achterkamer. Het fonteintje in het toilet dateert ook uit de bouwtijd van het huis. Aan de dubbele scheluwe trap naar de verdieping zijn de houten trapleuning met geprofileerde handlijst en de trappalen behouden. Het traplicht in het trappenhuis is voorzien van een kruisraam met glas-in-lood. Het trapgat wordt afgeschermd door een houten balustrade, die is verbonden met een trappaal. De deuren voor de vertrekken aan de overloop zijn eveneens paneeldeuren. Eén van de slaapkamers bevat een overhoeks staande, betegelde schoorsteenmantel met daarboven een kastje met glas-in-lood in de deurtjes, een geprofileerde houten wandlijst en een balkenplafond. De kleinere slaapkamer op de hoek is eveneens voorzien van een balkenplafond en van een geprofileerde wandlijst. Twee andere slaapkamers bevatten nog de oorspronkelijke wastafel met spatplaat en spiegel. De zolderverdieping is te bereiken door middel van een steektrap. Op de overloop van deze bouwlaag staat nog de oorspronkelijke kastenwand met onder meer laden voor de bestektekeningen en een viertal deuren met roedeverdeling in de deurlichten. De voormalige tekenkamer van Baart en zijn medewerkers bevindt zich in deze bouwlaag aan de voorzijde van het pand, waar het over de gehele breedte is doorgetrokken. In deze kamer staat nog een ladenkast, bestemd voor werk- en ontwerptekeningen. Ook een dienstbodenkamer en een doka met de oorspronkelijke verlichting en wastafel bevinden zich in deze bouwlaag. Een deel van de deuren in de woning is nog voorzien van het oorspronkelijke hang- en sluitwerk. Onder de houten kap zijn de spanten in het zicht gelaten. Emmakade 96a - In het inwendige van deze onderkelderde woning zijn eveneens veel oorspronkelijke onderdelen bewaard gebleven. Enkele vertrekken zijn voorzien van balkenplafonds. De meeste deuren zijn de originele paneeldeuren met geprofileerde kozijnen. Enkele deuren zijn nog voorzien van origineel sluitwerk. Het tochtportaal/vestibule is voorzien van een terrazzo vloer en een marmeren lambrisering. De brede portaaldeur heeft een deurlicht met een fijne roedeverdeling. De gang hierachter is eveneens voorzien van een terrazzo vloer, alsmede van een fonteintje met een porceleinen wasbekken en een koperen kraan rechts van de toiletdeur. Alle deuren in de gang zijn paneeldeuren met een fijne profilering in zowel de deuren als de kozijnen. De kamers op de begane grond zijn verdeeld in een salon (voorkamer) en een woonkamer (achterkamer). Beide delen van deze kamer en suite zijn voorzien van een balkonplafond en een schouw met marmeren schoorsteenmantel. De suitedeuren zijn schuif-/glasdeuren tussen kastenwanden. In de deels nog originele keuken staan aan weerskanten van de schouw (met betegelde zijwanden en achterwand) nog de oude ingebouwde keukenkasten. Links in de gang bevindt zich de trap, een dubbel scheluwe trap, naar de verdieping. De trap is tussen de trappalen voorzien van een houten leuning. Aan de overloop is voor het trapgat een balustrade geplaatst, die is samengesteld uit dezelfde onderdelen. Aan de overloop op de verdieping staan eveneens paneeldeuren met een fijne profilering binnen geprofileerde kozijnen. De meeste deuren zijn voorzien van houten deurknoppen. Tussen de grote slaapkamer en een slaap-/studeerkamer en onder de trap naar de zolderverdieping bevindt zich een doorgang met een wastafel en een spiegel boven een marmeren plaat. Op het zoldergedeelte van de via een steektrap bereikbare zolderverdieping zijn de spanten in het zicht gelaten.