Monumenten in Heeten
TENNISHUISJE uit ca. 1900, wellicht naar ontwerp van L.A. Springer.
HOUTEN VOLIERE, vermoedelijk 19e-eeuws, bestaande uit een rechthoekig ensemble van drie naast elkaar geplaatste delen onder lessenaardak, met de rug geplaatst tegen de 18e-eeuwse muur (met kleine poort) en met smalle zuidkant tegenover smalle noordkant van het kleine bouwhuis (de zogenaamde mange
Met rode en grijze pannen gedekt bakstenen 19e-eeuws BOUWHUIS onder wolfdak met ter hoogte van de wolfeinden horizontaal gebroken dakschilden, waarvan de onderzijden uitzwenken, en met uileborden boven de wolfseinden.
KLEINE POORT MET MUUR langs zuidzijde voorplein, direct grenzend aan de zuidoosthoek van het huis, bestaande uit een bakstenen poort met houten deur, aan de bovenzijde door zandstenen geprofileerde bovendorpel afgesloten (hierboven vroeger een schild met het Bentinck-wapen), aan weerszijde omlijs
HOUTEN SCHUUR met bakstenen onderbouw uit ca. 1900 onder met rode pannen gedekt wolfdak met ter hoogte van de wolfeinden horizontaal gebroken dakschilden, waarvan de bovenzijden uitzwenken. Aan de voor(zuid)-zijde een houten dubbele deur.
GROTE POORT MET MUURWERK, 18e-eeuws, gelegen langs het voorplein, aansluitend aan de westgevel van het zuidelijke bouwhuis en de zuidmuur van het kleine bouwhuis (de zogenaamde mangelkamer), bestaande uit een bakstenen muur met hardstenen afdekplaat, met een hardstenen wit geschilderde bol bekroo
DUIVENTIL. In het bouwland ten noorden van de oprijlaan gesitueerde, recent vernieuwde, donkerbruin geschilderde vierkante houten til onder tentdak, beschilderd met blauwe zandlopers op witten ondergrond (een zandloper per gevelvlak), rustende op vier houten staanders.
Bakstenen ORANJERIE uit de tweede helft van de 18e of het begin van de 19e eeuw, onder met grijze pannen gedekt tentdak, gebouwd tegen de zuidoosthoek van het zuidelijk bouwhuis en met de voorzijde naar de moestuin, bloemhof en boomgaard gericht.
PORTIERS/CHAUFFEURSWONING uit 1908. In rode baksteen opgetrokken woning onder zadeldak met overstekende met grijze pannen gedekte dakschilden, met aanbouw aan westgevel onder met grijze pannen gedekt schilddak, dat overgaat in het genoemde zadeldak.
HOOFDGEBOUW. Deels onderkelderd twee verdiepingen hoog huis op vierkante grondslag, waarvan het middengedeelte over de volle diepte hoger is opgetrokken dan de zijdelen.
GROTE VERWARMDE KAS, in moestuin, bloemhof en boomgaard, grenzend aan het achtererf van het zuidelijk bouwhuis, uit de twintiger jaren van deze eeuw, bestaande uit een bakstenen onderbouw met glazen en gietijzeren tentdakachtige bovenbouw met boogvormige nok; overgang van dakschilden naar baksten
PARK- EN TUINAANLEG VAN DE BUITENPLAATS, gelegen in de kern van het landgoed. Schoonheten hoort tot de groep van historische grote Oostnederlandse ontginningslandgoederen waarvan de aangelegde lanen en waterlopen dienden ter ontsluiting van woeste gronden.