Het pand betreft een dubbel woonhuis dat dateert uit 1921. De Stationssingel behoort tot één van de eerste uitbreidingsgebieden van Culemborg buiten de omgrachting.

Vroeg 20e eeuws dubbel woonhuis. Het dubbelpand heeft een symmetrische vormopbouw en gevelindeling. Aan de straatzijde langs de perceelgrens bevindt zicht een laag gemetseld muurtje met lage balusters waartussen ronde ijzeren buizen zijn bevestigd.

Bakstenen brug met gietijzeren spijlenbalustrade en klein ijzeren sluisje met hefdeur. Op dezelfde locatie bevond zich vroeger de Slotpoort met houten brug over de gracht die toegang gaf tot de voorburcht van het kasteel van de heren van Culemborg. Deze poort is in 1869 afgebroken.

Boerderijcomplex dat bestaat uit een hallehuisboerderij, een tweetal aan elkaar gebouwde schuren (één opgetrokken in metsel werk en één in hout), een forse schuurberg en een klein bijgebouw (dat vroeger dienst deed als washok).

Het pand is gebouwd in de periode 1881-1882. Het pand is gebouwd in eclectische stijl met elementen in diverse neo-stijlen. Op de locatie van de in 1880 aangekochte huizen werd medio 1881-1882 het nieuwe meisjespensionaat en tevens huishoudschool Mariakroon gebouwd.

Tuinprieel onderdeel van het voormalig 'Klein Seminarie' complex

Herenhuis van rond 1865 met grotendeels symmetrische lijstgevel. Daarachter bevindt zich waarschijnlijk een 18e eeuwse kern. Het pand vormt de helft van een duo: het pand Slotstraat 9 is vrijwel het spiegelbeeld van het buurpand Slotstraat 11.

Fors tweelaags herenhuis uit circa 1895 gelegen op de hoek van de Ridderstraat en de Kleine Kerkstraat. Waarschijnlijk gaat het om complete nieuwbouw, waarbij geen oudere bouwelementen zijn geïntegreerd.

Karakteristiek gesitueerd laat 19e eeuws asymmetrisch dubbelpand met eenvoudige lijstgevel. De voorgevel van nr 11 (tegenwoordig Molensteeg 1) heeft op de begane grond een grote winkelruit met links een glasdeur en bovenlicht.

Het pand was oorspronkelijk een eenlaags pand gebouwd rond 1850. Rond 1890 is aan de voorzijde het pand met een verdieping verhoogd. Hierbij kreeg het pand meer het uiterlijk van een herenhuis. Voor 1850 stond er op dezelfde locatie al een ouder pand.

Klein kasteeltje van baksteen op samengesteld grondplan met afgeplat leiengedekt schilddak en torenvormige deels gepleisterde entreebouw eindigend in een achtzijdige lantaarn. Traptorentje met ingesnoerde spits. Bij de entree een natuurstenen gebeeldhouwde doorgang.

Grijsgepleisterd bakstenen pand op rechthoekig grondplan onder een zadeldak met rode pannen met windveren langs de topgevels. Symmetrische voorgevel met schuiframen met getoogde bovendorpels, inpandig stalgedeelte met o.a. ijzeren stalramen en een mestluik.