Boerderij van het Wieringertype, met een woon- en stalgedeelte en een hoge STOLPSCHUUR. Het woongedeelte
en de schuur werden in 1883 gebouwd. In 1901 werd de oost-west as verlengd door de bouw van een koestal.
Uit de huidige indeling valt het mogelijk oorspronkelijk gebruik af te leiden. De noordvleugel met de hoge
houten wand heeft in het dubbele vierkant de wagenberging en erachter de dars en ernaast mogelijk een stal
voor kleinvee of zomerwoning. In de lagere zuidvleugel is de koeienstal (oostzijde) en het woonhuisdeel
(westelijk). Het heeft nog diverse waardevolle kleinschalige onderdelen, zoals onder meer houten wanden,
bedsteden, deurklinken, geglazuurde tegels en kaasplanken die de gebruiksgeschiedenis afleesbaar maken.
De boerderij is gesitueerd in agrarisch gebied aan de oostzijde van een stuwwal te midden van hoog opgaand
geboomte en vormt een onderdeel van het buurtschap Oosterklief.