Oud Over 59, Loenen aan de Vecht

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Omschrijving onderdeel 2: Parkaanleg.

Overtuin met PARKAANLEG bestaande uit golvende boomcoulissen rond een gazon, waarin forse solitairen (eik, kastanje, tamme kastanje, rode beuk) met onderbeplanting van struiken (rododendron, taxus, hulst, azalea, deutzia, sering), waar doorheen een wandeling voert. In het gazon ligt een schuin met de kavel mee lopend pad. In dit deel bevindt zich de oude tuinmanswoning. Aan de zuidzijde loopt over de hele diepte van het park een berkenlaan. Aan oostzijde is in de coulisse een doorzicht geschapen naar het achtergelegen bouwland, dat met een bomenrij wordt afgesloten. In dit deel een gebogen laan en een ronde vijver. Aan Vechtzijde is een houten waterterras. De beschoeiing bestaat uit gesmoorde dakpannen.

Waardering

De TUIN- EN PARKAANLEG behorend tot de historische buitenplaats Vecht en Lommer is van cultuurhistorisch belang:

- wegens de ouderdom;

- wegens de bewaard gebleven 19de-eeuwse structuur;

- als een van de heel weinig resterende overtuinen van dit formaat en inrichting langs dit deel van de Vecht.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
528808
Complexnaam
Vecht en Lommer
Provincie
Gemeente
Complexomschrijving

Omschrijving van het complex

In structuur goed bewaard gebleven HISTORISCHE BUITENPLAATS VECHT EN LOMMER bestaande uit: HOOFDGEBOUW (Vecht en Lommer) (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), TUINMANSWONING (3), TUINSCHUUR (4) en HEKKEN (5).

Oud Over is het gebied op de oostelijke Vechtoever tegenover Loenen aan de Vecht. Tot 1952 maakte het gebied waar Oud Over in ligt (Loenerveen) deel uit van de gemeente Loosdrecht. In dat jaar werd het bij Loenen gevoegd. Het was een ontginningsgebied waarbij de oeverwal van de Vecht als eerste ontginningsbasis diende. Met name in Loenerveen ontstonden zeer langgerekte percelen. Na de ontginning (klei voor de baksteen en dakpannenfabricage en turf) was de natuurlijke bosvegetatie geheel verdwenen. Vanaf het begin van de 18de eeuw werd hier een reeks buitenplaatsen met siertuinen aangelegd. Met de stichting van de buitenplaatsen kwam het aanplanten van bos weer in de mode. De rechthoekige begrenzingen van de buitenplaatsen werden gevormd door de kavelsloten, gegraven ten tijde van de ontginningen. Een aantal buitens hadden de beschikking over overtuinen, tuinen aan de andere kant van de weg. Van de oorspronkelijk aaneengesloten reeks van buitenplaatsen is een aantal bewaard gebleven zoals Vegtlust, Bijdorp, Oud Over en Vecht en Lommer (voorheen Kalorama).

Al in het begin van de 18de eeuw was ter plaatse van het perceel waar later de buitenplaats Vecht en Lommer zou verrijzen sprake van bebouwing en een regelmatige aanleg met beplanting. Op de kaart van 1726 van Covens en Mortier staat het perceel met nr. 75 van Adriaen Hoogeveen en nr. 78 van Pieter Hoogeveen getekend. Op perceel 78 staat op een perceel met boomgaarden een gebouwtje weergegeven: het nog steeds bestaande tuinmanshuis. Op perceel 75 waar het huis Vecht en Lommer zou verrijzen is sprake van moestuinen. Verder in oostwaartse richting naar de wetering toe bevonden zich hooi- en weilanden. In 1726 werd het huis door Pieter Hoogeveen gebouwd. Het was een eenvoudig gebouw op vrijwel vierkante plattegrond met twee daken tussen tuitgevels haaks op de Vecht. In 1835 werd J.W. van Reenen eigenaar. Hij veranderde waarschijnlijk de naam van het huis in Kalorama, Schoonzicht. In 1996 kreeg het weer de 18de-eeuwse naam Vecht en Lommer terug. Over wijzigingen aan het huis in de 19de eeuw is alleen bekend wat op de afbeelding bij Lutgers (1836) blijkt: het huis is naar de mode van de tijd wit gepleisterd en van zesruits vensters voorzien.

In 1908 werden in opdracht van mr. J. Kappeyne van de Coppello, stadsadvocaat van Amsterdam en Eerste Kamerlid door architect G. van Arkel enkele wijzigingen uitgevoerd. Aan de Vechtzijde veranderde hij de zesruits vensters in fenêtres à terres. In 1920 werd aan de noordkant van het huis een uitbouw voor het personeel gerealiseerd (de familie ging permanent het huis bewonen) met keukens en op de verdieping een bodenkamer, een knechtskamer, een slaap- en logeerkamer. Op de verdieping van het 18de-eeuwse deel kwam als grootste verandering een badkamer met garderobe boven de kamer rechts voor en een boudoir boven de nieuwe muziekzaal met erker. De zolders onder de twee parallelle zadeldaken werden in het midden met elkaar verbonden zodat er meer ruimte op zolder ontstond. De ramen in de voorgevel werden iets naar voren geplaatst en kregen een kleine roedeverdeling. Op de verdieping werd een aantal dichtgezette vensters weer geopend. Boven de voordeur werd een zonnewijzer geplaatst (thans verdwenen maar sporen in het metselwerk zichtbaar). Aan de zuidkant van het huis had architect H.A.J. Baanders, die verantwoordelijk was voor de vernieuwingen, een veelzijdig uitgebouwde serre ontworpen. Dit deel is uiteindelijk ruimer uitgevoerd en tot muziekzaal bestemd. In de zaal werden twee marmeren schoorsteenmantels uit het huis Herengracht 571 te Amsterdam aangebracht, waar de familie Kappeyne van de Coppello tot dan toe gewoond had.

Op de kadastrale minuut van omstreeks 1830 staan de beide kavels waar 'Callerama' op ligt, afgebeeld. Tussen de Vecht en de weg ligt het huis met twee bijgebouwen in een 'plaisiertuin'. Aan de overzijde van de weg vindt men eerst een 'plaisiertuin' met tuinmanswoning en een langgerekte vijver. De 'tuin' liep vrijwel door tot aan de huidige oostgrens van de buitenplaats. Daarna werd het terrein als 'bouwland' aangeduid. Aan de zuidkant liep toen, evenals nu een 'laan als weilant'. Op het achterste perceel blijkt omstreeks 1850 (TMK) een bosperceel te zijn aangeplant. In het eerste kwart van de 20ste eeuw leggen de eigenaren een tuin in nieuw architectonische vormen aan ter plaatse van de overtuin. Een schuin met de kavel mee weglopend middenpad scheidt twee formele patronen van paden die onder andere een rosarium en een vijverpartij in de as bevatten. Lang hebben de formele padenstructuren niet bestaan. Het veenland was daar niet geschikt voor. Wat bleef was het tracé van het middenpad en de boomcoulissen met forse solitairen en onderbegroeiing van rododendrons en andere struiken (taxus, hulst, azalea en deutzia), waar wandelingen doorheen voeren.

Omgrenzing

Het buitenplaatsencomplex wordt begrensd door de rivier de Vecht aan de westzijde, door een kavelsloot aan de oostzijde, door de berkenlaan aan de zuidzijde en een kavelsloot aan de noordkant. De omgrenzing van het complex alsmede de situering van de complexonderdelen staan op de bij de bescherming behorende kaart aangegeven.

Waardering van het complex

De HISTORISCHE BUITENPLAATS VECHT EN LOMMER is van algemeen cultuurhistorisch belang:

- wegens de ouderdom;

- als uitdrukking van een buitenplaatsontwikkeling sedert de 18de eeuw aan de oostzijde van de Vecht tegenover het dorp Loenen;

- wegens de bewaard gebleven structuur en deels de historische beplanting van de overtuin.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Historische aanleg Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Oud Over 59 3632 VB Loenen aan de Vecht BY Ja
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen Overtuin
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
E 293 Loenen
E 731 Loenen
E 472 Loenen
E 727 Loenen
E 729 Loenen
E 875 Loenen
E 876 Loenen
Naar boven