Rhijnauwenselaan 7, Bunnik

Omschrijving

Ten westen van het hoofdgebouw wordt het voorplein afgesloten door een in aanleg symmetrisch POORTGEBOUW, dat aan de zuidzijde verlengd is met een dienstwoning. Het onderkelderde poortgebouw is gebouwd op rechthoekige grondslag en opgetrokken uit rode baksteen. Het bestaat uit één bouwlaag en een zolder onder een met gesmoorde Hollandse pannen gedekt mansardedak. In de symmetrische voorgevel centraal een poort, die de verbinding vormt tussen de noordelijke toegangslaan en het voorplein. Rond de poortdoorgang een classicistische omlijsting bekroond door een timpaan met rond venster. Daarboven, op de nok van het dak, een houten klokkentorentje met slanke spits. Ter weerszijden van de poort een schuifvenster met kleine roedenverdeling en een eenvoudige toegangsdeur met meerruits bovenlicht; aan de uiteinden van de gevel twee paar dubbele koetsdeuren met meerruits bovenlicht. Boven de binnenste koetsdeuren forse dakkapellen (halverwege de daklijst aangebracht), waarin een dubbel venster met bovenlicht (kleine roedenverdeling), voorzien van luiken. Diverse dak- en tuimelramen.

De achtergevel is in aanleg eveneens symmetrisch. De omlijsting van de centraal gelegen poort is identiek aan de voorzijde. Ter weerszijden van de poort een rond venster met kruisvormige roedenverdeling. Voorts links en rechts een schuifvenster, waarbij het linker (noord) een kleine en het rechter (zuid) een grotere (empire-) roedenverdeling heeft. In de rechter zijgevel (noord) twee schuifvensters als in de voorgevel en een keldervenster. Op het dak een eenvoudige kapel met dubbel venster met kleine roedenverdeling.

Aan de linker zijde (zuid), aansluitend op het poortgebouw, een iets terugliggende dienstwoning, die in vormgeving het poortgebouw volgt. Aan de voorzijde twee schuifvensters met kleine roedenverdeling als in de voorgevel, voorzien van persiennes. In de linker zijgevel twee schuifvensters als in de voorgevel, waarvan één met persiennes. Op het dak een kapel als aan de rechter (noord)zijde. Aan de achterzijde een empirevenster als eerder genoemd en voorts twee kleinere (ontluchtings)vensters en een keldervenster. Het poortgebouw dateert uit de 18de eeuw.

Waardering

Het POORTGEBOUW behorende tot de buitenplaats Rhijnauwen is van algemeen belang:

- vanwege de ouderdom;

- vanwege de eenvoudige, harmonieuze en doelmatige vormgeving;

- vanwege de karakteristieke ligging;

- vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
526922
Complexnaam
Rhijnauwen
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Omschrijving van het complex

In structuur en deels in detail gaaf bewaarde HISTORISCHE BUITENPLAATS RHIJNAUWEN met HOOFDGEBOUW (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), POORTGEBOUW (3), DUIVENTOREN (4), BRUG (5), ENSEMBLE van BOERDERIJ (6) "GOED TEN RIJN" met VEESCHUUR (6A) en SCHUUR (6B), THEEHUIS (7), ENSEMBLE van BOERDERIJ "HOFSTEDE RHIJNAUWEN" (8A) met ZOMERHUIS (8B).

De historische buitenplaats Rhijnauwen ligt ten zuidoosten van Utrecht in de gemeente Bunnik. De gronden van Rhijnauwen grenzen in het noorden aan het fort Rhijnauwen, in het zuiden en oosten aan agrarische gronden van derden en aan de bebouwde kom van Bunnik en in het westen aan landgoed Oud-Amelisweerd. Rhijnauwen vormt met de aangrenzende buitenplaatsen Oud- en Nieuw-Amelisweerd een aaneengesloten groen gebied met belangrijke landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Genoemde buitenplaatsen zijn alle eigendom van de gemeente Utrecht, die de parken heeft opengesteld voor het publiek. Met name Rhijnauwen is in trek bij de recreant vanwege het centraal gelegen theehuis.

Het huidige Rhijnauwen gaat terug op bebouwing die vermoedelijk al voor 1212 tot stand kwam. De oudst bekende bewoner was Jacob van Lichtenberg. Via zijn dochter kwam Rhijnauwen in 1248 in handen van de familie Renesse. In 1449 werd het huis in opdracht van bisschop Rudolf van Diepholt verwoest, waarna een gedeeltelijke herbouw volgde. In 1536 werd het goed als riddermatige hofstede erkend. Het omgrachte gebouw bestond uit verschillende vleugels en torens rond een binnenplaats, was toegankelijk via een brug over de gracht en een poorttoren (pentekening R. Roghman en anonieme tekening). Op de omgrachte voorhof zouden een boerderij en een stal hebben gestaan. De huisplaats was bereikbaar via een oprijlaan uit noordelijke richting (de huidige Rhijnauwenselaan/Vossegatsdijk), welke niet loodrecht op het huis geprojecteerd was. Haaks op deze laan werden in de 16de en 17de eeuw drie dwarslanen aangelegd. De omringende gronden hadden tot ver in de 18de eeuw een utilitair karakter.

In opdracht van Melchior ten Hove, die vanaf 1718 op het landgoed woonde, werd het complexe middeleeuwse gebouw verbouwd tot het huidige blokvormige huis. Daarbij werd een deel (zuidoost) van het middeleeuwse gebouw in de nieuwbouw opgenomen, dit oudere muurwerk is als zodanig nog duidelijk herkenbaar. De symmetrische voorgevel werd geprojecteerd op de oude voorhof. In de loop van de 18de eeuw moet de boerderij op de voorhof gesloopt zijn en ging de stal op in het tegenwoordige poortgebouw dat ten noordoosten van het huis gebouwd werd. De duiventil dateert vermoedelijk uit dezelfde tijd. De zoon van Melchior ten Hove verkocht Rhijnauwen in 1773 aan Johan Balthazar Strick van Linschoten. De familie Van Linschoten is verantwoordelijk geweest voor de landschappelijke inrichting van het park. In de 19de eeuw werd de gracht tussen het hoofdgebouw en het voorplein gedempt en werd er ter plaatse van twee 'boomgaarden van vermaak' een landschappelijk parkje aangelegd. Vermoedelijk zijn er omstreeks dezelfde tijd slingerende wandelpaden aangelegd in het Jachtbos. Omstreeks 1900 werd achter het huis een formele tuin aangelegd, op de plaats waar in de 18de eeuw ook een dergelijke tuin had gelegen. Deze is in de loop van de 20ste eeuw weer verdwenen. In 1919 verkochten de nazaten van Johan Balthazar Strick van Linschoten, die sinds 1773 eigenaar en bewoner van Rhijnauwen waren geweest, de buitenplaats met de bijbehorende boerderijen aan de gemeente Utrecht. Deze richtte het hoofdgebouw in tot jeugdherberg (1933) en stelde het park open voor het publiek (1953).

Op de bij de omschrijving behorende kaart is de omgrenzing van het complex alsmede de aanduiding van de onderdelen aangegeven.

Voor de bescherming van ondergeschikt belang zijn de barakken en tennisbanen ten westen van het hoofdgebouw, de 'kinderboerderij' ten noordwesten van het hoofdgebouw en de parkeerplaatsen ten zuiden van het hoofdgebouw en ten noorden van het theehuis.

Waardering

De HISTORISCHE BUITENPLAATS RHIJNAUWEN is van algemeen cultuur-, architectuur-, en tuinhistorisch belang:

- vanwege de ouderdom;

- vanwege de ontwikkelingsgeschiedenis;

- vanwege het hoofdgebouw dat een representatief voorbeeld is van een 18de- eeuws patricierslandhuis;

- vanwege de bewaard gebleven interieurafwerking van het hoofdgebouw, daterend uit de 18de en 19de eeuw;

- vanwege de landschappelijke tuin- en parkaanleg met formele lanenstructuur;

- vanwege de recreatieve waarde.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Kastelen, landhuizen en parken Bijgebouwen kastelen enz. oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Rhijnauwenselaan 7 3981 HH Bunnik Ja
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Kastelen, landhuizen en parken Bijgebouwen kastelen enz.
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
C 264 Bunnik
Naar boven