't Withof, Etten-Leur

Inleiding.

Grote kapel in Neogotische stijl in 1908 gebouwd naar ontwerp van architect Petrus Johannes van Genk (Bergen op Zoom). De opdracht gaf de vijfde algemene overste Mère Xavier Schutjes. Samen met rector A.M. Woestenberg legde ze de eerste steen. De aannemer was Mattheus Bakkeren (Princenhage). De grote kapel ligt met uitzondering van de noordoostzijde, die grenst aan de kleine kapel, vrij op het erf.

Omschrijving.

Eenbeukige kruiskapel met lager koor met vijfzijdige sluiting, onder zadel- en schilddaken met een achtzijdige vieringtoren. Aan weerszijden van de koorpartij tegen het transept een sacristie onder schildak. Alle daken zijn belegd met natuurstenen leien. Op de topgevels kruisbloemen. Het opgaande werk bestaat uit een paarsrode machinale baksteen gemetseld in kruisverband, op de hoeken voorzien van zware steunberen met afzaten. De horizontale banden, muurafdekkingen en traceringen in vensters zijn van Franse kalksteen. Het schip is vier traveeën lang. In elke travee drie lancetvensters met erboven een rondvenster. In de kopgevels van het transept zeven lancetvensters met erboven rondvensters met vier- en achtpasmotief. In de topgevel twee lancetvensters. In de transeptgevels aan de zijde van het koortravee hooggeplaatste roosvensters met achtpasmotief. De grisailles in het priesterkoor en de roosvensters in het transept rechts en links tegen de voormuur: respectievelijk voorstellende Clara en Elisabeth zijn afkomstig uit het atelier van Cuijpers (Roermond). De overige vensters bevatten gebrandschilderde ramen van Charles Eyck uit ca. 1945. Opvallend hier is de carreau-decoratie in de roosvensters gelijkend op die van Chartres en de zin voor deformatie (driehoekige halzen, langgerekte gezichten en figuren) die typisch is voor de kunstenaar Eyck. De kapel werd in 1921 gepolychromeerd. Bij de renovatie in 1964 overgeschilderd.

Waardering.

Het object is van algemeen belang als onderdeel van een complex dat van waarde is vanwege de cultuurhistorische waarde als vertegenwoordiger van de transformatie van een herenhuis tot een omvangrijk katholiek complex met een meer dan regionale uitstraling, het heeft typologische waarde als vertegenwoordiger van een congregatieklooster met een gecompliceerde gebruiks- en bouwgeschiedenis. Het is van architectuurhistorisch belang vanwege de gelaagdheid en opeenvolging van diverse varianten van de katholieke neogotiek en vanwege de plaats in het werk van de architect Van Genk. De kapel is in het bijzonder van belang vanwege de sobere Neogotische vormen. Het heeft ensemblewaarde vanwege de relatie tot de dorpse omgeving. Het is als geheel zeldzaam.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
525718
Complexnaam
't Withof
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Inleiding

OPVOEDINGSGESTICHT " 't Withof", opgericht in 1820, nu klooster 't Withof genoemd. De kostschool werd geleid door de Zusters "Penitenten Recollectinen der Onbevlekte Ontvangenis van de derde orde van St. Franciscus". De officiële naam van het gesticht was vanaf 1855: "Zedelijk Lichaam Opvoedingsgesticht 't Withof". De inventarisstukken van het klooster behoren niet tot het rijksmonument. De voorgevel of de noord-oostelijke gevel van het huis Adama was eerder al een rijksmonument onder nummer 15380.

Omschrijving

Het gesticht start in Huize Adama (onderdeel I), het oorspronkelijke woonhuis van de schout van Etten en Sprundel, Jonkheer Hendrick van den Broeck, die in 1580 waarschijnlijk de eerste bewoner was. Rond dit "Huize Adama" vormt zich het opvoedingsgesticht. In en vanuit dit gesticht ontstaan in de 19de en 20ste eeuw verschillende vormen van onderwijs en opvoeding. Ook verzorgden de zusters een bewaar- en dorpsschool voor de Ettense bevolking. In 1826-27 start een zogenaamde "buitenschool" waar ook aan niet-vermogende meisjes les werd gegeven.

De eerste, nu kleine kapel genoemd (onderdeel III), wordt in 1850 gebouwd. Het gesticht wordt in 1854 een Franssprekend internaat genaamd: "Institut Saint Joseph". Tussen 1834-1864 worden in de voorbouw (onderdeel II) de eerste pensionaats- en leslokalen gebouwd. In 1864 krijgt het gesticht een pandhof. Huize Adama ligt dan verscholen achter gestichtsgebouwen. In 1908 wordt de tweede kapel (onderdeel IV) gebouwd. In 1904 start de kweekschool, deze werd vooraf gegaan door een normaalschool uit 1895. Met de bouw van een nieuwe noviciaatsruimte en een keuken ontstaat in 1909 een tweede pandhof, maar nu achter Huize Adama (een gedeelte van de bebouwing aan deze hof, die "het slot" vormt, wordt in 1980 vervangen door nieuwbouw). De naam van het gesticht wordt in 1922: "Instituut St. Joseph". Voor de zusters van de congregatie wordt in 1937 het zieken- en verzorgingshuis "Mariahof" nu genaamd "San Francisco II" gebouwd. In 1950 was het gesticht uitgegroeid tot een compleet dorp waarin meer dan tweehonderd zusters en driehonderd kostschoolmeisjes woonden. De laatste uitbreiding in 1957 is het gebouw "San Francesco I" met zijn tweeledige functie van huishoudschool en noviciaat. In 1965 ontstaat met de bouw van een overdekte gang tussen de voorbouw (onderdeel II) en grote kapel (onderdeel IV) een derde (pand)hof. In 1975-76 werden de gebouwen San Francesco I en II aangepast ten behoeve van de "Stichting Kloosterbejaardenoord". Tot de sluiting in 1976 van alle kostschoolactiviteiten werd het gesticht vele malen uitgebreid en/of verbouwd. Vanaf 1820 hebben de zusters een groot gebied zuid-westelijk van de Bisschopsmolenstraat in cultuur gebracht. De diverse akker-, bos-, wei- en hooilanden en boomgaarden, werden omzoomd door een zandpadenstelsel van loodrecht op elkaar staande lanen uit de 19de eeuw. Op de kop van een van de lanen bevindt zich een Lourdesgrot (onderdeel IV). De grot is samengesteld van gemetselde ratelaars (misgebakken klinkers). Voor de grot een smeedijzeren hekwerk voorzien van pijlpunten tussen gietijzeren balusters. Ten behoeve van de nieuwbouwwijk de Grauwe Polder werd rond 1980 de kloostertuin van de zusters gehalveerd en ingericht tot park voor de bewoners met behoud van de oude met linde- en kastanjebomen beplante lanen. Na 1980 wordt het grootste deel van de kostschool gesloopt. Hiervoor in de plaats komen een tachtigtal kamers voor de religieuzen aansluitend aan de voorbouw (onderdeel II). Pas na het afstoten van de kostschoolactiviteiten van de zusters werd het "Instituut St. Joseph" voor het eerst officiëel: "klooster 't Withof". Tot heden vormt Huize Adama (onderdeel I) de kern van het complex.

Waardering

Het complex bestaande uit de funtionele, visueel en historisch samenhangende onderdelen zoals klooster, kapellen, boerderij, tuin met lemenstructuur en Lourdesgrot is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische waarde als vertegenwoordiger van de transformatie van een herenhuis tot een omvangrijk katholiek complex met een meer dan regionale uitstraling, het heeft typologische waarde als vertegenwoordiger van een congregatieklooster met een gecompliceerde bouw- en gebruiksgeschiedenis. Het is van architectuurhistorisch belang vanwege de gelaagdheid en opeenvolging van diverse varianten van de katholieke Neogotiek. Het heeft ensemblewaarde vanwege de relatie tot de dorpse omgeving. Het geheel is zeldzaam, mede vanwege de complexmatige opzet, de omvang en de variatie aan gebouwen en stijlen.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Kloosterkapel(TFU) Religieuze gebouwen Klooster, kloosteronderdl oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
San Francescolaan 171 4876 CV Etten-Leur Ja
Tamboerijn 5 D 4876 BS Etten-Leur
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
L 13085 Etten-Leur
Ambachten
Name Beroep Notitie
Genk, P.L. van ; Noord-Brabant architect / bouwkundige / constructeur
Naar boven