Inleiding

Voormalige BRANDERIJ "Bleiswijk" gebouwd in 1869 in Eclectische stijl, in opdracht van P.J. Meijer. De branderij is gesitueerd aan de in 1860 gegraven Westerhaven, die is aangelegd ten behoeve van de laatste grote bloeiperiode (1850-1880) van de (kleinschalige) Schiedamse brandersbedrijvigheid. De branderij is typologisch representatief voor de huisvesting van deze specifieke productiefase binnen de Jeneverbedrijfstak in deze periode. Karakteristiek is de asymmetrische gevelindeling die het gevolg is van de opstelling op de begane grond van de (bredere) beslagbakken aan één zijde van de branderij en de ketelapparatuur aan de andere zijde. Op de eerste verdieping bevond zich oorspronkelijk geheel rechts een deur waardoor, via een ladder, de zakken grondstoffen naar binnen werden gedragen.

NB: De voorgevel op de begane grond is ingrijpend gewijzigd. Van de originele inrijpoort, in oorsprong links van het midden gesitueerd, resteert alleen de hardstenen sluitsteen (met jaartal 1869) die hoger en veel meer rechts op de gevel weer is ingemetseld. De oorspronkelijke deur naar de eestzolder, geheel rechts op de verdieping, is veranderd in een venster en de karakteristieke detaillering is bij een aantal vensters verloren gegaan.

Omschrijving

De voormalige branderij is opgetrokken op een rechthoekige plattegrond en bestaat uit een hoge begane grond verdieping en een zolderverdieping onder een zadeldak dat met de nokrichting haaks op de straat staat. De voorgevel is boven een hardstenen plint opgetrokken in rode/grauwe baksteen en de achter- en zijgevels in gele IJsselsteen.

De voorgevel is gevat tussen lisenen die ter hoogte van de gevelpunt overgaan in een uitgemetselde, getrapte tandlijst in afwisselend 7/2 lagen rode en gele baksteen. De puntgevel is afgewerkt met een overstekende houten geprofileerde kroonlijst.

Op de verdieping bevinden zich segmentboogvormige vensters met zesruits ramen, bekroond door anderhalf steens strekse rollagen en voorzien van natuurstenen waterdorpels. Boven in de gevel, onder de nok, bevindt zich een rondlicht, met een omlijsting van kops metselwerk.

In de zij- en achtergevel van het pand zijn alle vensters segmentboogvormig, bekroond met strekse rollagen en voorzien van gemetselde waterdorpels. De rechter (oostelijke) zijgevel heeft op de begane grond in het midden van de gevel een dubbele deur geflankeerd door drie hoger in de gevel geplaatste, bredere vensters; de zolderverdieping heeft van links naar rechts: een dubbele deur met hijsbalk, twee vensters, een enkele deur waartoe een buitentrap leidt en nog drie vensters. De achtergevel heeft op de begane grond rechts van het midden in de gevel een rondboogvormige inrijpoort en links van de poort twee hoger in de gevel geplaatste, bredere vensters voorzien van diefijzers. (Het dito venster rechts van de poort is dichtgemetseld.) Ter hoogte van de verdieping bevinden zich vier vensters; onder de nok een rondlicht. In alle gevels zijn ter hoogte van de balklaag eenvoudige muurankers met rechte schieters aangebracht. De zijgevel bevat ter hoogte van de balklaag ook nog de oorspronkelijke vierkante ventilatie-openingen met terracotta plavuizen.

De inwendige structuur van de voormalige branderij wordt bepaald door een samengestelde balklaag. Op de begane grond wordt de dubbele onderslagbalk gesteund door gietijzeren kolommen. De kapconstructie bestaat uit een reeks spanten in de vorm van hangwerken.

Waardering

Voormalige branderij gebouwd in Eclectische stijl in 1869, als karakteristiek gebouwtype voor de laatste grote bloeiperiode (1850-1880) van de (kleinschalige) Schiedamse brandersbedrijvigheid van algemeen belang vanwege de architectuur- en cultuurhistorische waarde, alsmede vanwege de beeldbepalende - en ensemblewaarde in relatie met de overige branderijen en mouterijen aan de in 1861 gegraven Westerhaven.