Inleiding

De Vlaamse SCHUUR behorend tot het boerderijcomplex Blaaksedijk 252 in Binnenmaas is gebouwd in 1938 voor de familie De Jongh en is een voorbeeld van Interbellum-architectuur. De naar een ontwerp van architect De Vecht gebouwde schuur heeft een constructie bestaande uit vakwerkkniespanten van houten delen, die met ijzeren bouten aan elkaar zijn bevestigd.

De schuur is slechts in beperkte mate gewijzigd. In de schuur is in de noordwesthoek een extra garage aangebracht. De deuren zijn echter geheel vergelijkbaar met de overige garagedeuren uitgevoerd. De houten uilenborden zijn vervangen door plastic golfplaten. In de schuur zijn enkele boxen voor de opslag van fruit of aardappelen aangebracht, waardoor tevens de achtergevel en delen van de rechter zijgevel zijn dichtgemetseld.

Omschrijving

De schuur heeft een rechthoekige plattegrond, met één bouwlaag en een hoog opgaand samengesteld afgewolfd zadeldak met uilenborden. De schuur is bijzonder breed, wat mogelijk is door de toepassing van vakwerkkniespanten zonder tussen-ondersteuning. In de schuur zijn aan de voorzijde twee garages gebouwd. De toegang tot de zijlangsdeel bevindt zich geheel links in de voorgevel. In de schuur is aan de rechter langszijde de koeienstal gebouwd. Deze koeienstal is evenals de paardenstal aan de achterzijde deels vervangen door koelboxen. In de noordwesthoek is de schuur door middel van het tussenlid verbonden met het woonhuis.

De gevels zijn opgetrokken in rode baksteen in halfsteens verband. Betonnen lateien zijn boven deuren en vensters aangebracht. Schuifdeuren en dubbele openslaande deuren zijn opgeklampt, de rechtgesloten vensters zijn voorzien van kruisramen of zesruits-ramen. De overige rechtgesloten vensters in de gevels bevatten gietijzeren, zes-of achtruits-ramen. De asymmetrische voorgevel (noordzijde) is van links naar rechts voorzien van een grote schuifdeur, een smal venster met gietijzeren raam en twee maal dubbel openslaande garagedeuren. In de middenlaag van de gevel staan drie vensters. Hierboven bevinden zich nogmaals drie vensters, vlak onder de goot. Aan het muurvlak tussen deze reeksen vensters is in smeedijzeren ankers het jaartal 1938 aangebracht.

De asymmetrische achtergevel heeft alleen in de onderste laag en vlak onder de goot een aantal vensters. In de onderste laag zijn de vensters dichtgemetseld of vervangen door luiken die in verbinding staan met de koelinstallatie.

De asymmetrische linker zijgevel is geheel links voorzien van een naar twee zijden open te schuiven wagendeur. De gevel bevat bevat verder acht smalle, achtruits-vensters.

Aan de asymmetrische rechter zijgevel is geheel rechts een kleine schuur met lessenaarsdak aangebouwd. De gevel was oorspronkelijk voorzien van een reeks van rechtgesloten stalvensters. Deze zijn deels dichtgemetseld, deels vervangen door kleinere luiken die in verbinding staan met de koelinstallatie.

Waardering

De schuur is van algemeen belang vanwege de cultuurhistorische en de architectuurhistorische waarde als onderdeel van een bijzondere, karakteristieke schakel in de ontwikkeling van de landelijke bouwkunst en als een goed voorbeeld van Interbellum-architectuur in de agrarische bouwkunst. De schuur heeft ensemblewaarde vanwege de ruimtelijk-functionele en visuele relatie met het woonhuis en vanwege de ligging ten opzichte van de Blaaksedijk. De schuur is tevens van belang vanwege de herkenbaarheid en de grote mate van gaafheid.