Omschrijving complexonderdeel 2

De pastorie van de R.K. Heilige Hartkerk ligt aan de Breedstraat, links naast de kerk en ten westen van de rivier de Vecht, bij de brug over de Breedstraat. De is opgetrokken op een nagenoeg vierkante -plattegrond en telt twee bouwlagen onder een afgeplat, met leien in maasdekking gedekt schilddak. De dakrand is afgezet met een gietijzeren crête. Aan alle zijden wordt het dakvlak in het midden doorbroken door een Vlaamse gevel. Deze bevat een schuif venster en is voorzien van een smeedijzeren bekroning. Aan weerszijden wordt het dakschild aan alle zijden doorbroken door een dakkapel onder leien gedekt schilddak met piron. Boven het iets uitkragende trasraam zijn de gevels opgetrokken in grauwe baksteen met fijn voegwerk met onder de onderdorpels van de vensters, ter hoogte van de bovendorpels en onder de gootlijst tandlijsten. Boven de vensters zijn de korfboogvelden voorzien van siermetselwerk. De voorgevel aan de Breedstraat (westgevel) is symmetrisch van indeling en telt vier vensterassen op de begane grond en verdieping met in het verlengde van de middenas een Vlaamse geveltop.

Tegen de rechterzijgevel (zuidgevel) is een eenlaags aanbouw gezet op vierkante plattegrond onder plat dak. Het dak wordt omgeven door een bakstenen opengewerkte balustrade. De aanbouw bevat aan de zijde van de Breedstraat de hoofdentree bestaande uit een dubbele deur onder glazen luifel met spitsboogvormig driedelig bovenlicht. Naast de deur, te bereiken via een drietal treden, is rechts een smeedijzeren leuning aangebracht. De zuidzijde bevat twee lancetvensters. De zijgevel van de pastorie bevat voorts een tweetal schuifvensters en in de tweede bouwlaag een drietal schuifvensters. Tegen de linkerzijgevel (de noordgevel aan de zijde van de Vecht) is in het midden een vijfzijdige eenlaags erker gezet onder plat dak met balkon, omgeven door een decoratief opengewerkte bakstenen balustrade. In drie zijden is een venster gezet; de rechte zijden haaks op de gevel bevatten een smalle spitsboogvormige blindnis. De gevel is symmetrisch van indeling met in elke zijde in elke bouwlaag een schuifvenster en in het midden boven de erker een balkondeur met bovenlichten en drie blindnissen.

Tegen de achtergevel (oost) is rechts van het midden een houten serre gezet met in de korte zijden ruiten met roedenverdeling voorzien van gekleurd en geslepen glas. De brede zijde heeft openslaande deuren en glas-in-lood bovenlichten. De gevel bevat in het midden een deur met bovenlicht en links daarvan twee vensters. In de tweede bouwlaag zijn drie vensters gezet.

Het interieur heeft de oorspronkelijke indeling behouden. De entree is excentrisch gelegen. Deze heeft een plafond van kruisribgewelven. In de centrale gang bevindt zich een gedraaide houten spijlentrap, die doorloopt tot aan de zolder. Ter weerszijden van de gang bevinden zich de hoofdvertrekken, zoals de keuken en de woon- en eetkamer en suite. In de woonkamer bevindt zich een kluisdeur met smeedijzeren sierbeslag ter afsluiting van de kluis voor de kostbaarheden. Diverse kamers bevatten (zwart)marmeren schouwen. Voorts bevatten de vertrekken houten paneeldeuren. Voor de pastorie is een smeedijzeren hek met krulwerk gezet op bakstenen pijlers.

Waardering complexonderdeel 2

De pastorie is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde als gaaf voorbeeld van een pastorie met hekwerk uit XIXd, ontworpen door de Utrechtse architect J. van Kesteren. Tevens van ensemblewaarde en vanwege de ruimtelijk-functionele relatie tot de kerk en daarmee samen van stedenbouwkundige waarde in relatie met het centrum van Maarssen en de rivier de Vecht.