Vrouwenpaviljoen III (Kinnehin), Castricum

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Inleiding

Voormalig ZIEKENPAVILJOEN uit 1905-1909, deel uitmakend van het ziekenhuiscomplex Duin en Bosch. Dit vrouwenpaviljoen III dat de naam Kinnehin droeg (thans Prinses zu Wied geheten) was bestemd voor 65 zware en chronische vrouwelijke psychiatrische patiënten. Vermoedelijk om die reden ligt het ver naar achteren op het terrein van Duin en Bosch. Van de drie oorspronkelijke vrouwenpaviljoens is Kinnehin het enig overgebleven. De bouw van de in 1909 in gebruik genomen paviljoens werd gegund op 31 mei 1905. De oorspronkelijk L-vormige laagbouw linksvoor is vóór 1946 in dezelfde stijl vergroot tot haar huidige T-vorm. In 1997 is Kinnehin verbouwd tot appartementencomplex. Het interieur werd daartoe geheel vernieuwd en het exterieur gerestaureerd. Uitwendig onderging het gebouw enkele wijzigingen. Zo is de roedenverdeling in de vensters gewijzigd en werden ten behoeve van de nieuwe functie bescheiden balkons en serres aangebracht. Vanwege de "onrustige" patiënten waren de ruitjes oorspronkelijk kleiner en bezet met dik glas. Langs de op het zuidoosten gerichte voorgevel waren overdekte terrassen "zoodat de patiënten zoodra 't weer dit eenigszins toelaat, van de buitenlucht kunnen genieten". Van de luifel boven de terrassen resteert het linker gedeelte.

Omschrijving

Op onregelmatig grondplan gebouwd pand van twee bouwlagen bestaande uit een rechthoekig hoofdvolume met zadeldak, tegen de achtergevel hiervan twee uitbouwen met insnijdende zadeldaken, tegen de rechterzijgevel een terugliggend nevenvolume met schilddak, linksachter een eveneens rechthoekig nevenvolume met zadeldak en vóór de laatste een eveneens tegen de linkerzijgevel van het hoofdvolume aansluitend T-vormig bouwdeel van één bouwlaag met zadeldak (de voet van de "T" sluit aan tegen de zijgevel). Alle daken hebben een flauwe dakhelling, een ruim overstek op gesneden klossen en een dekking van rode kruispannen. De buitengevels zijn opgetrokken in rode machinale waalsteen in kruisverband met snijvoeg en vanaf een per bouwvolume wisselende hoogte gepleisterd en witgesausd. Het pleisterwerk wordt verlevendigd door banden van rode baksteen, o.a. ter hoogte van de zoldervloer en de onder- en wisseldorpels van de verdiepingsvensters. De geveltoppen zijn uitgevoerd in vakwerk. Voor de lekdorpels onder de vensters is hardsteen toegepast evenals voor de aanzetten van de segmentbogen of strekken boven de vensters. De grotere vensters zijn uitgevoerd als een kruisvenster met meerruits bovenlicht (in de voorgevel van het hoofdvolume en de laagbouw oorspronkelijk negenruits valramen). De voorgevel (ZO) van het hoofdvolume heeft rechts van het midden een verhoogde en licht risalerende middenpartij onder twee evenwijdige zadeldaken haaks op het voorschild. De middenpartij is voorzien van vier vensterassen met kruisvensters en een klein zoldervenster in beide topgevels. Op de parterre bevindt zich in de tweede en vierde vensteras geen venster maar een deur met bovenlicht. Links van de risaliet telt de voorgevel twee keer drie vensterassen met in de tweede en vijfde as van links op de begane grond een deur met bovenlicht. Rechts van de De parterrevensters in het hoofdvolume worden evenals de verdiepingsvensters in de middenrisaliet ontlast door segmentbogen van rode baksteen. Het terugliggende rechter volume telt drie vensterassen (beneden oorspronkelijk T-vensters met achtruits bovenlicht, boven kruisvensters met vierruits bovenlichten). Ter hoogte van de segmentbogen boven de parterrevensters heeft het rechter volume een roze gevoegde band die zich voortzet in de rechterzij- en achtergevel. Zowel op het zuidoostelijke dakvlak van het terugliggende bouwvolume als ter weerszijden van de verhoogde middenpartij van het hoofdvolume bevindt zich een driehoekige dakkapel (het voorschild van de laagbouw telde drie dito dakkapellen). Op het voorschild van het hoofdvolume staat rechtsonder een vierkante schoorsteen. De ruim twintig overige schoorstenen staan op de achterschilden van de diverse bouwdelen en hebben een vierkante of een rechthoekige doorsnede. Alle schoorstenen zijn gemetseld in rode baksteen en voorzien van een betonnen zadeldakje (de ribbels op het beton suggereren tuiles du nord) waaronder naar gelang de breedte van de schoorsteen één tot dertien openingen.

De voorgevel (ZO) van de laagbouw sluit aan op die van het hoofdvolume en is voorzien van drie deuren met bovenlicht en een kruisvenster ter weerszijden van elke deur. Onder de bovenlichten van de zes vensters en de drie deuren hangt aan acht ijzeren stangen een brede doorgaande luifel die zich oorspronkelijk uitstrekte tot en met het hoofdvolume. Door de bovenlichten boven de luifel uit te laten steken ontvangen de achterliggende vertrekken toch voldoende licht. De kopse rechterzijgevel (NO) van het paviljoen kent een symmetrische opzet met in het midden de door zij- en bovenlichten omgeven voormalige hoofdingang waarboven een door hardsteen omlijst veld met de naam van het paviljoen. Dit veld vormt de basis van een verhoogde middenrisaliet met insnijdend zadeldak. Deze middenrisaliet is ter plaatse van de verdieping niet gepleisterd, maar uitgevoerd in schoonmetselwerk en voorzien van een kruisvenster met ter weerszijden hiervan een smal venster van gelijke hoogte. De vensterdorpels worden geflankeerd door hardstenen sierblokken. Middenboven heeft de middenrisaliet een driedelig zoldervenster en bovenin het dakoverstek erboven een hijsbalk. Ter weerszijden van de middenrisaliet en de hoofdingang daaronder was de gevel oorspronkelijk gesloten. Bovenin de kopse linkerzijgevel (ZW) van het hoofdvolume bevinden zich vier gekoppelde zolderramen. De verlengde linkerzijgevel (ZW) van de laagbouw telt elf muuropeningen waarin merendeels kruisvensters. Het (aangebouwde) linker deel van deze gevel springt enigszins naar voren en heeft een verlaagd zadeldak. In beide kopse gevels van de laagbouw bevindt zich een tweeruits zoldervenster. De achtergevel (NW) van het paviljoen heeft door de eerdergenoemde uitbouwen en risalerende nevenvolumes een sterk geleed en weinig regelmatig aanzien. Het rechter nevenvolume waarin vijf isoleerkamers waren ondergebracht telt drie vensterassen met kruisvensters. Bij dit nevenvolume zet het vakwerk van de kopgevels zich voort onder het overstek van de langsgevels. Onder het vakwerk is dit bouwvolume niet gedeeltelijk gepleisterd maar geheel uitgevoerd in schoonmetselwerk. Het grote linker nevenvolume is onder meer voorzien van een kruisvenster links- en rechtsboven en een middenrisaliet waarin drie smalle hoge vensters die het achterliggende trappenhuis verlichtten. Boven deze middenrisaliet is het dakvlak lager doorgetrokken. In de twee uitbouwen tegen de achtergevel van het hoofdvolume bevinden zich diverse typen vensters waaronder in meerderheid smalle hoge vensters. De rechter van deze twee risalieten heeft rechts een uitgebouwd neventrappenhuis van anderhalve bouwlaag met plat dak. De drie terugliggende gevelvlakken tellen elk drie vensterassen met overwegend kruisvensters. Tegen de achtergevel van de T-vormige laagbouw bevindt zich een uitgebouwde voormalige isoleerkamer met kruisvenster en plat dak. De kleine voormalige toiletuitbouw rechts hiervan is voorzien van twee smalle (naar beneden verlengde) vensters. Links van uitgebouwde isoleerkamer bevinden zich twee kruisvensters met in de linker een deur.

Waardering

Het voormalige vrouwenpaviljoen III is van algemeen belang als historisch-functioneel onderdeel van het ziekenhuiscomplex Duin en Bosch en als uitwendig grotendeels gaaf bewaard voorbeeld van inrichtingsarchitectuur uit het eerste decennium van de 20ste eeuw, opgetrokken in een door Rationalisme en Chalet-stijl beïnvloede bouwtrant. Voor het oeuvre van architect F. Poggenbeek en ingenieur J. Scholtens. Vanwege de ensemblewaarde.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
524181
Complexnaam
Psych. ziekenhuis Duin en Bosch
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Inleiding

Complex psychiatrisch ziekenhuis Duin en Bosch te Castricum, bestaande uit 36 onderdelen: een HOOFDGEBOUW, drie ZIEKENPAVILJOENS (mannenpaviljoen II en de vrouwenpaviljoens III en IV), een KETELHUIS met wasserij en electriciteitscentrale, een WATERTOREN, een TRAMREMISE, een timmermans- en schildersWERKPLAATS, een KERK, een BEGRAAFPLAATS, een MORTUARIUM met laboratorium, een BADHUIS, een BOERDERIJ, een MAGAZIJN en werkplaats van de tuindienst, een KOETSHUIS met paardenstal en koetsierswoning, een PARKAANLEG, een VERPLEEGSTERSHUIS, een groep van tien DIENSTWONINGEN voor verpleegsters, drie OPZICHTERSWONINGEN, een PARKWACHTERSWONING, een DIENSTWONING voor de tuinbaas, een DIRECTEURSWONING, een adjunct-DIRECTEURSWONING, vier DOKTERSWONINGEN, een DIENSTWONING (hoofdverplegerswoning), een dubbele DIENSTWONING, een SPUITHUIS en vier rijen personeelswoningen: een rij van vier en een van zes dubbele WOONHUIZEN, en twee rijen dubbele houten WOONHUIZEN. Het complex werd gebouwd vanaf 1904 in opdracht van Provinciale Staten van Noord-Holland die voor dit doel in Castricum een circa 82 hectare groot duinterrein hadden aangekocht van H.K.H. de Vorstin zu Wied. Dit tweede provinciaal psychiatrisch ziekenhuis moest de verwachte toename van het aantal "armlastige krankzinnigen" in de provincie Noord-Holland opvangen. Gekozen werd voor een hoofdopzet met twee rijen van drie grote paviljoens ter weerszijden van een hoofd- en economiegebouw. In de zes paviljoens konden in totaal maximaal 732 patiënten geplaatst worden. Afgezien van de later toegevoegde panden zijn de gebouwen ontworpen door de Amsterdamse architect F.W.M. Poggenbeek in een door Rationalisme en Chalet-stijl beïnvloede bouwtrant. De bouw vond plaats onder hoofdtoezicht van J. Scholtens, hoofdingenieur van de Provinciale Waterstaat. De bouwkundige A. van Vliet was als hoofdopzichter belast met het dagelijkse toezicht. In februari 1904 werd begonnen met de aanleg van een tramlijn vanaf station Castricum. Ook werden in dat jaar aanbesteed de opzichterswoningen Duinenboschweg 1 en Van Oldenbarneveldtweg 30, de timmermans- en schilderswerkplaats, het mortuarium/laboratorium, en de dubbele dienstwoning Jacobilaan 13-15. In 1905 volgde de aanbesteding van het hoofdgebouw en de zes ziekenpaviljoens, in 1907 de vier dienstwoningen aan de Van Oldenbarneveldtweg (nrs. 32, 34, 36 en 40 ) en het economiegebouw, en in 1908 het kerkgebouw en de parkwachterswoning (Duinenboschweg 2). De overige gebouwen kwamen in de loop van het eerste kwart van de 20ste eeuw tot stand. In mei 1909 werd ziekenhuis in gebruik genomen.

N.B. De voormalige personeelswoningen aan de Dr. Jacobilaan zijn te zeer gewijzigd om voor bescherming in aanmerking te komen, met uitzondering van nr. 13-15.

Omschrijving

Het complex psychiatrisch ziekenhuis Duin en Bosch omvat de in de inleiding genoemde complexonderdelen die verspreid gesitueerd zijn op een circa 82 hectare groot en ongeveer rechthoekig terrein gelegen in de binnenduinrand ten westen van Bakkum en Castricum en ten zuiden van de Zeeweg. Vanaf het station Castricum leidt een weg in noordwestelijke richting naar het ziekenhuisterrein. "Ongeveer een kilometer van het station bereikt de weg de zuidelijke grens van het gestichtsterrein. Om den toegang gemakkelijker te maken zijn hier bij den aanleg een paar duinkoppen weggegraven, zoo dat thans slechts een geringe stijging merkbaar is. Op het gestichtsterrein loopt de weg tusschen de woningen van den bouwkundig opzichter en parkwachter door. Daarna ziet men ter rechterzijde op eenigen afstand van den weg het gebouwtje waarin zich de timmermans- en schilderswerkplaats bevinden. Een eindweegs verder ligt het kerkje ter linkerzijde (...) Even verder buigt de weg naar links en komt zoo voor het administratiegebouw, dat, door een sierlijk torentje gekroond, den naam "Duin en Bosch" in den gevel voert. De paviljoens voor de patiënten bestemd, liggen ter weerszijden van dit administratiegebouw ..." (Verslag betreffende het gesticht "Duin en Bosch" over het jaar 1909, p. 8). Van de drie mannenpaviljoens rechts van het hoofdgebouw resteert het middelste, van de drie vrouwenpaviljoens links het achterste. Ten zuiden van laatstgenoemde bevindt zich het vierde vrouwenpaviljoen uit 1934-'35. Achter het hoofdgebouw ligt het economiegebouw bestaande uit een ketelhuis, een wasserij en een (voormalige) electriciteitscentrale. De watertoren staat direct ten noorden van het economiegebouw. Links (W) naast het hoofdgebouw bevindt zich het vroegere zusterhuis. De tien voormalige verpleegsterswoningen liggen in drie blokken rond een plein aan de oostzijde van de toegangsweg, even voorbij de genoemde parkwachterswoning. Het voormalige badhuis is eveneens aan de oostzijde van de toegangsweg gelegen, schuin tegenover de kerk. Ten noordoosten van het mannenpaviljoen II bevinden zich de voormalige boerderij, het vroegere magazijn van de tuindienst, en het voormalige koetshuis met paardenstal en koetsierswoning. De begraafplaats met voormalig mortuarium/laboratorium ligt in een door een paar hoge duinen omgeven duinvallei in het zuidwestelijke deel van het terrein. In de noordoosthoek van het terrein bevinden zich naast elkaar aan de zuidzijde van de Zeeweg de vroegere tuinbaas- en opzichterswoning. De directeurswoning, de adjunct-directeurswoning, de vier dokterswoningen en de derde opzichterswoning zijn gelegen langs de oostrand van het terrein, aan de Van Oldenbarneveldtweg. De overige, eveneens voormalige personeelswoningen bevinden zich zuidelijker in een wijkje ten westen van de Van Oldenbarneveldtweg (Van Duurenlaan, Dr. Ramaerlaan en Prof. Winklerlaan) en verder zuidelijk aan de Dr. Jacobilaan. Het spuithuis staat aan de oostzijde van de Dr. Ramaerlaan, tegenover Van Duurenlaan 1.

Vrijwel alle gebouwen van het complex zijn opgetrokken in rode baksteen en één of twee bouwlagen hoog onder een met rode pannen gedekt dak. Bij een groot aantal gebouwen is het bovenste gedeelte van de buitengevels gepleisterd en/of uitgevoerd in vakwerk. Naast baksteen is hardsteen toegepast voor constructieve onderdelen als lateien, aanzet- en dekstenen.

Waardering

Het complex provinciaal ziekenhuis Duin en Bosch te Castricum, bestaande uit de in de inleiding genoemde complexonderdelen, is van algemeen belang wegens cultuurhistorische, architectuurhistorische, stedenbouwkundige en typologische waarde als merendeels gaaf bewaard gebleven provinciaal psychiatrisch ziekenhuis uit het eerste kwart van de 20ste eeuw, opgezet als zelfvoorzienend complex gelegen in de binnenduinrand en gebouwd voor het merendeel in een karakteristieke, door Rationalisme en Chalet-stijl beïnvloede bouwtrant.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Ziekenpaviljoen Cultuur, gezondheid en wetenschap Gezondheidszorg oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Kinnehin 1 1901 ZP Castricum Ja
Kinnehin 2 1901 ZP Castricum
Kinnehin 3 1901 ZP Castricum
Kinnehin 4 1901 ZP Castricum
Kinnehin 5 1901 ZP Castricum
Kinnehin 6 1901 ZP Castricum
Kinnehin 7 1901 ZP Castricum
Kinnehin 8 1901 ZP Castricum
Kinnehin 9 1901 ZP Castricum
Kinnehin 10 1901 ZP Castricum
Kinnehin 11 1901 ZP Castricum
Kinnehin 12 1901 ZP Castricum
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
1200 D 1222 A1 Castricum
1200 D 1222 A10 Castricum
1200 D 1222 A11 Castricum
1200 D 1222 A12 Castricum
1200 D 1222 A2 Castricum
1200 D 1222 A3 Castricum
1200 D 1222 A4 Castricum
1200 D 1222 A5 Castricum
1200 D 1222 A6 Castricum
1200 D 1222 A7 Castricum
1200 D 1222 A8 Castricum
1200 D 1222 A9 Castricum
D 1200 Castricum
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1905 1909 vervaardiging
1997 1997 Verbouwd tot appartementencomplex verbouwing
Ambachten
Name Beroep Notitie
Poggenbeek, F.W.M. ; Noord-Holland architect / bouwkundige / constructeur
Naar boven