Inleiding

MUSEUM Kröller-Müller is gelegen in de bossen aan de Houtkampweg, binnen een parkachtige aanleg met grasvlakken, struiken en bomen. Het terrein aan de noordzijde van het museum is iets hoger gelegen dan de zuidzijde. Vanuit de voorgevel is een lage keermuur langs de Houtkampweg gebouwd. Het museum is een ontwerp van HENRY VAN DE VELDE in opdracht van de Kröller-Müllerstichting. In afwachting van de bouw van het Grote Museum op de Franse Berg werd dit 'overgangsmuseum' in 1937-1938 uitgevoerd, gebaseerd op ontwerpen uit 1925, 1933 en 1936. Mevr. Kröller richtte in 1938 de eerste zalen nog zelf in. Later werd het museum uitgebreid, naar ontwerpen uit 1941-1942 van Van de Velde. Door het uitbreken van de oorlog konden deze plannen pas in 1944 uitgevoerd worden. In 1955 volgde een derde uitbreiding met beeldenzaal en auditorium, eveneens naar eerdere ontwerpen. De in 1969-1977 toegevoegde uitbreiding van W.G. Quist voldoet niet aan de in de Monumentenwet omschreven leeftijd van vijftig jaar en wordt niet in de rijksbescherming opgenomen. Achter de nieuwe vleugel van Quist strekt zich de beeldentuin uit, die van meet af aan door mevrouw Kröller-Müller werd beoogd, maar waarvan slechts een klein deel tijdens haar leven tot stand kwam.

Omschrijving

Het MUSEUM is een sterk horizontaal gericht, langwerpig gebouw. Centraal ligt een trapsgewijs uitspringend bouwvolume met kruisvormige binnenhof. Aan de weerszijden daarvan bevinden zich twee rechthoekige, haaks op elkaar staande bouwvolumes uit respectievelijk 1936-1938 (westzijde) en1944 (oostzijde). Aan de oostzijde werd, iets teruggelegen, in 1955 de beeldenzaal gebouwd en aan de zuidoostzijde het auditorium met zijn karakteristieke afgeschuinde hoeken. Het museum is opgetrokken in rode baksteen met zowel aan de voet als onder de daklijst een strook van langwerpig metselwerk in strekkenlagen. De platte daken zijn voorzien van betonnen overstekken en hebben een groot aantal rechthoekige lichtkoepels ten behoeve van belichting van de kunstcollectie. Uitgezonderd de beeldenzaal en de vensters rondom de centrale binnenhof kenmerkt het museum zich door nagenoeg blinde muren. Het centrale kruisvormige gedeelte is gebouwd ten behoeve van de kern van de kunstcollectie van mevrouw Kröller, te weten de Van Goghcollectie. Het belang wordt benadrukt door de grotere hoogte ten opzichte van de andere bouwvolumes en door de bijzondere plattegrond, waarin een verwijzing naar het Hubertuskruis afleesbaar is. Tevens is er in 1937-1938 in de noordgevel het gestileerde hertengewei uit de St. Hubertuslegende aangebracht. Dit embleem van het landgoed De Hoge Veluwe, is uitgevoerd in hout en verf en betreft een ontwerp van Henry Van de Velde. De voormalige hoofdentree van het museum, van waaruit ook de kunstcollectie in chronologische volgorde kon worden bekeken zoals bedoeld door mevrouw Kröller-Müller, bevindt zich in het westelijke bouwvolume direct aan de Houtkampweg. Er is een brede teruggelegen ingangspartij met stoep en bordes en een hooggelegen samengestelde reeks vensters, die tot halverwege de zijgevels wordt voortgezet. De luifel boven de hoofdentree loopt door in de bovendorpels van de vensterpartijen. De oorspronkelijke entreepui, met naar binnen afgeronde hoeken, is vervangen bij een renovatie in de jaren zeventig, toen de entree als hoofdingang kwam te vervallen. De entree heeft nu een vlakke pui. Aan de zuidzijde van de hoofdentree is een uitbouw met identieke vensters als de voorgevel. Het evenwijdig aan de weg gelegen volume met de hoofdentree omvatte de oudste kunst uit de collectie Kröller-Müller. Daarachter bevinden zich: een langwerpig bouwvolume, de kruisvormige centrale partij, een tweede langwerpig volume en weer een dwars daarop gebouwd gedeelte, waarin de schilderijencollectie van mevrouw Kröller-Müller eindigde met de Van der Lecks. In 1955 werd haaks op het laatste deel de beeldenzaal gebouwd, die gekenmerkt wordt door een aantal grote ramen van vloer tot plafond die de relatie met het omliggende bos benadrukken. In de hoeken van de beeldenzaal zijn kleinere ramen aangebracht. Ten zuiden van de beeldenzaal ligt het onderkelderde auditorium. Het is een rechthoekig bouwvolume met overkragende daklijst. De zuidelijke beëindiging heeft afgeschuinde hoeken en een reeks hoog geplaatste vensters, waarvan de bovendorpel als een doorlopende lijst is uitgevoerd. Op het platte dak staat een iets teruggelegen verhoogde dakopbouw die de vorm van de plattegrond volgt.

In het INTERIEUR is de oorspronkelijke ruimtelijke indeling grotendeels in originele staat gebleven. Er is een middengang vanaf de voormalige hoofdentree naar de nieuwbouw, steeds geflankeerd door kabinetten. Ter hoogte van de binnenhof bevinden zich geen kabinetten maar brede vleugels die om de binnenhof lopen. De beeldenzaal is een open ruimte met grote ramen waar de relatie met de omringende natuur van belang is. Het auditorium bestaat uit een laag gedeelte voor het publiek en een podium met iets verhoogde omloop aan de zuidzijde. De omloop is met trappen bereikbaar en volgt de vorm van de afgeschuinde hoeken in de plattegrond. In de kelder van het auditorium zijn nog de oorspronkelijke kleedkamers met inrichting.

Waardering

KRÖLLER-MÜLLER MUSEUM naar ontwerp van Van de Velde uit 1937-1938, met uitbreidingen uit 1944 en 1955.

-Van architectuurhistorische waarde als goed en grotendeels gaaf voorbeeld van een museumgebouw uit de late jaren dertig, naar ontwerp van H. van de Velde. Het museumgebouw kenmerkt zich door esthetische kwaliteiten in het ontwerp, zoals de sobere hoofdvorm opgebouwd uit platgedekte blokvormige volumes. Het gebouw heeft als museum typologische waarde, doordat het een opbouw kent van verschillende kabinetten aan weerszijden van een gang, met voornamelijk gesloten gevels en lichtinval vanuit het dak. Als zodanig is het van belang binnen de architectuur- en kunstgeschiedenis omdat het een stadium in de opvatting van museaal presenteren van kunst laat zien. Ook heeft het gebouw een belangrijke rol heeft gespeelt in de geschiedenis van de museumarchitectuur. De in 1955 toegevoegde beeldenzaal en auditorium maken deel uit van het oorspronkelijke ontwerp en tonen opvattingen over respectievelijk de presentatie van beeldende kunst in relatie tot de natuur rondom het gebouw en de relatie met andere kunstvormen.

-Van stedenbouwkundige waarde als functioneel onderdeel van het landgoed De hoge Veluwe, waar het een belangrijke beeldbepalende rol speelt en belangrijk is voor het instandhouden van de historische context van het landgoed.

-Van cultuurhistorische waarde als onderdeel van het landgoed De Hoge Veluwe, dat vanaf 1909 door het echtpaar Kröller-Müller werd samengevoegd en ingericht.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
523562
Complexnaam
Kröller Müller Museum
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Complex KRÖLLER MÜLLER MUSEUM bestaande uit museumgebouw en een gedeelte van de aanleg van de beeldentuin.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Museum Cultuur, gezondheid en wetenschap Welzijn, kunst en cultuur oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Houtkampweg 6 6731 AW Otterlo Ja
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
I 78 Otterlo
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1937 1938 vervaardiging
1944 1953 verbouwing
Naar boven