Inleiding

PASTORIE, behorende tot het kerkcomplex 'St. Vitus', gebouwd in eclectische bouwtrant, onder leiding van K.P.C. de Bazel in 1891-1892 naar een ontwerp van P.J.H. Cuypers dat werd uitgewerkt door J.Th.J. Cuypers, terugliggend en omgeven door een tuin, ten zuiden van de kerk gesitueerd en daarmee verbonden via een gang. Omschrijving

Pastorie, opgetrokken op rechthoekige plattegrond met serre aan de oost- en zuidzijde in twee bouwlagen en een kapverdieping onder afgeknot schilddak aan de noordzijde aankappend aan een zadeldak over de topgevels aan oost- en westzijde met de noklijn haaks op de weg, bedekt met zwarte leipannen. De overstekende daklijst rust op gesneden consoles op oranjerode bakstenen steunen. Dakkapellen onder puntdak met zinken piron aan elke zijde. De gevels zijn opgetrokken in rode baksteen op een twee maal verspringende plint waarvan de bovenste afzaat van rode tegels onder de onderdorpels loopt, met banden ter hoogte van twee lagen in gele baksteen, siermetselwerk en vakwerk. Aan de noordzijde is de verbinding met de kerk gesitueerd, ter hoogte van een bouwlaag. Het merendeel van de recht afgesloten schuif- en stolpvensters, onder ontlastingsbogen met siermetselwerk in de boogtrommels, hebben dubbele bovenlichten met gekleurde ruiten in glas-in-loodramen en natuurstenen onderdorpels. De zijden van de vensters worden geaccentueerd door een band van oranjerode bakstenen.

De voorgevel (W) bevat rechts een iets risalerende topgevel met erker op de begane grond, twee vensters op de verdieping en stolpvensters met driedelig bovenlicht op de kapverdieping, temidden van stijl- en regelwerk, onder de vensters gevuld met siermetselwerk. De topgevel heeft windveren van horizontale houten delen op houten gesneden schoren, de top naar voren komend en bekroond door een zinken piron. Links van de risaliet bevindt zich een travee met dubbele houten glasdeur met decoratief ijzerwerk onder halfrond bovenlicht met gekleurde glas-in-loodramen, in portiek uit bogen in oranjerode bakstenen opgebouwd, met natuurstenen stoep en twee treden. Op de verdieping een hoekige erker op stenen consoles en houten klossen boven tandlijst met een venster tussen stijl- en regelwerk. De linker travee bevat op de begane grond twee dubbele vensters in bakstenen kozijnen, middenstijl en natuurstenen kalf waarboven rondboogbovenlichten, geheel gevuld met gekleurde glas-in-loodramen. Boven de vensters een rondboogfries onder siermetselwerk ter hoogte van de verdiepingscheiding. Op de verdieping twee stolpvensters. Vanaf de westzijde is de gang naar de kerk bereikbaar via een houten paneeldeur, ter weerszijden geflankeerd door glas-in-loodvensters.

De linker zijgevel (N) bevat rechts van de gang op de begane grond en de verdieping een venster, boven de gang een groot venster ter verlichting van het trappenhuis, en links daarvan op de begane grond een groot driedelig venster, enkele vensters op de verdieping en een koekoek, bereikbaar via een trap achter ijzeren hek.

De rechter zijgevel (Z) bevat geheel rechts een schuifvenster en een spitsboogvormig venster met gekleurde glas-in-loodramen ter verlichting van de serre en links een erker aan de serre waarboven een balkon achter opengewerkte borstwering waarop openslaande deuren openen. In de westgevel van de serre een rond venster met gekleurd glas-in-loodraam. In het geveldeel daartussen op de begane grond vijf vensters, op de verdieping twee vensters met rechts daarvan een erker.

De achtergevel (O) bevat links de serre waarboven gedeeltelijk een balkon. De topgevel daarboven bevat in het midden de risalerende schoorsteen, geflankeerd door vensters, de bovenste in stijl- en regelwerk en windveren zoals aan de westzijde. In het geveldeel rechts daarvan bevindt zich links een deur, rechts twee kleine vensters en een schuifvenster, en op de verdieping drie vensters. In de oostgevel van de gang oorspronkelijk een deur en vensters zoals aan de weszijde.

Waardering

De pastorie is van algemeen belang wegens architectuur- en cultuurhistorische waarde als gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een pastorie in eclectische bouwtrant, gebouwd in 1891-1892 onder leiding van K.P.C. de Bazel naar een ontwerp van P.J.H. Cuypers dat werd uitgewerkt door J.Th.J. Cuypers, en als functioneel-ruimtelijk onderdeel van het rooms-katholiek kerkcomplex 'St. Vitus'.