Inleiding

Het WINKEL-WOONHUIS is 1909 gebouwd in de stijl van de Jugendstil naar ontwerp van architect F.C. de Beer. De onderpui en het winkelinterieur zijn uitgebroken en veranderd rond 1980. Het pand maakt deel uit van een aaneengesloten gevelwand in de binnenstad.

Omschrijving

Het vierlaagse smalle pand heeft een rechthoekige plattegrond. Het dak is plat afgedekt met uitzondering van een paraboolvormig dak aan de voorzijde dat met rode keramische schubtegels gedekt. De gevel is opgetrokken uit bruine machinale baksteen met accenten in witte baksteen en hardsteen. De winkelpui is uitgebroken en geheel vernieuwd op de smalle hoeklisenen na. Hierop langgerekte schoren waarop zich brede bakstenen lisenen aan weerskanten van het opengewerkte middendeel bevinden.

Op de eerste etage bevindt zich een driehoekige erker met een witte bakstenen borstwering en twee schuifvensters. Deze hebben, evenals de overige ramen, een glas-in-lood bovenlicht. De onderrand van de borstwering en alle vensterdorpels zijn van hardsteen. Op het dak van de erker een balkon met een hek van siersmeedwerk. In het midden deuren, aan weerszijden schuifvensters met lateien rustend op hardstenen consoles. Rank gebogen ijzeren trekstangen verbinden het balkon aan de onderzijde van het driehoekige balkon daar boven. Dit balkon is eveneens voorzien van smeedwerk met spiraalkrullen en gebogen trekstangen, die doorlopen tot het overkragende parabooldak. Deur en schuifvensters op dit balkon eveneens voorzien van decoratieve lateien met consoles en aanzetstenen van hardsteen. Aan weerskanten van de vensters een witte bakstenen opbouw met forse hardstenen bekroningen.

Waardering

Het pand is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorisch belang als getuigenis van de sociaal-economische ontwikkeling, door de bouw van hoge winkelhuizen aan de oude straten van het stadscentrum en is tevens van belang als voorbeeld van de typologische ontwikkeling van het winkel-woonhuis. Architectuurhistorisch is het van belang vanwege de wijze waarop de ornamentiek en het materiaalgebruik in een regionale variant van de Art Nouveau in dienst worden gesteld van de detailhandel; het is tevens van belang in het oeuvre van de architect. Het gebouw is waardevol vanwege de gaafheid van het exterieur, de ensemblewaarde en in relatie tot de structurele en visuele gaafheid van de stedelijke omgeving.