Inleiding.

Het HERENHUIS MET KANTOOR werd gebouwd in 1901 voor A.M.A. Kerstens, één der firmanten van het kassiershuis Kerstens en De Charro. Het is in 1999 in gebruik als woonhuis. Het pand maakt deel uit van een ononderbroken gevelwand in de binnenstad.

Omschrijving.

Het tweelaagse pand met rechthoekige plattegrond telt vier traveeën en is half vrijstaand. Op het afgeknotte mansardedak liggen leien in Maasdekking. De gevels zijn opgetrokken uit machinale baksteen. De voorgevel is een pilastergevel met een centrale hoofdingang, geaccentueerd door een erker op de etage en een bakstenen topgevel. Het basement is van hardsteen, voorzien van cirkels met aansluitende velden onder de ramen en kussens bij de pilasters. De beide rondboogvensters links hebben een bewerkt kalf en een gedecoreerde sluitsteen. De geverniste vleugeldeuren in het midden geven toegang tot het woonhuis en zijn voorzien van bewerkte koperen duwstangen. Voorts zijn de deuren rijk voorzien van ornamenten en smeedijzeren deurroosters. De extra brede travee rechts bevat een poort met een korfboogvormig bovenlicht. Tussen geverniste zij- en bovenpanelen met smeedijzeren roosters voor de ramen bevindt zich in het midden de paneeldeur van het vroegere kantoor. De polygonale houten erker in het midden heeft in de borstwering diamantkoppen, zoals onder en naast de ramen op de etage in hardsteen zijn uitgevoerd. De erker rust op met bladloof voorziene hardstenen consoles en heeft sierlijk snijwerk in de stijlen en de gootlijst. De erkerramen bezitten evenals de overige vensters glas-in-lood bovenlichten. Midden tussen de ramen van de begane grond verheft zich de bewerkte hardstenen aanzet van het veelhoekige smeedijzeren balkon. Hier komen openslaande deuren op uit, geflankeerd door smalle zijramen. De bovenlichten hiervan zijn afzonderlijk geplaatst onder latei met segmentboog en baksteenmozaïek vulling. Deze afwerking, evenals de bewerkte sluitsteen, is ook toegepast boven het brede zesdelige samengestelde raam boven de ingang van het vroegere kantoor. Boven de ramen is een fries met tandlijst en een gootlijst op klossen, gedragen door voluutvormige consoles. Deze gootlijst wordt ter hoogte van de erker doorbroken door een op het dak hiervan geplaatst smeedijzeren balkon, met uitbuikende vorm met krulmotief, vóór een topgevel. Deze is van baksteen met een klimmend rondboogfries, overhoekse pinakel met obelisk en een openslaand raam met halfrond bovenlicht. Aan weerskanten hiervan een dakkapel met rondboogvensters en segmentboogvormige tympaan. Op de hoeken van het dakschild staan natuurstenen obelisken als pinakel. De rechterzijgevel heeft op de begane grond twee getoogde T-vensters en op de etage in het midden een klein identiek raam, alle met hardstenen dorpels. Het achterterrein wordt rechts afgesloten door een hoog smeedijzeren hekwerk met spijlen en pijlpunten.

Waardering

Het pand heeft algemeen belang. Het heeft cultuurhistorische waarde als voorbeeld van een sociaal-economische ontwikkeling, namelijk de bloei van de nijverheid en de stichting van fabrikantenwoningen binnen de oude stedelijke structuur; het is tevens van belang voor de typologische ontwikkeling van de fabrikantenwoning. Architectuurhistorisch is het belangrijk vanwege de stijl en de zeer rijke en verzorgde ornamentiek alsmede het materiaalgebruik. Het complex is belangrijk vanwege de grote mate van gaafheid van het exterieur en in relatie tot de structurele en visuele gaafheid van de stedelijke omgeving.