Inleiding

BOERDERIJ 'Groenlust', van het type dwarshuisboerderij, met smeedijzeren HEKWERK, stamt uit de eerste helft van de negentiende eeuw. Het pand bevindt zich ten noordoosten van de Korte Kerkgracht en de Heycop in de dorpskern van Kockengen. De boerderij staat met de nokrichting haaks op de weg en de omstreeks 1385 gegraven watergang de Heycop, een bevaarbare wetering die het polderwater afvoerde naar de Vecht. In 1992 is in de blinde rechterzijgevel van het voorhuis een venster met zes-ruits schuifraam als in de voorgevel aangebracht. De dakkapel op het linker dakschild dateert van 1968 (gebouwd in verband met een interne verbouwing van de zolder). Na de Tweede Wereldoorlog is een gedeelte van de stallen van een betonnen vloer voorzien.

Het erf is recent aan de achterzijde verkleind ten behoeve van niet aangepaste nieuwbouw. Op het erf staat nog een zomerhuis, een spoelhok en een hooiberg, alsmede twee leilinden vóór het huis. Ter erfafscheiding staat langs de weg een smeedijzeren spijlenhek.

Omschrijving

De boerderij is in baksteen opgetrokken. Het voorhuis is geheel onderkelderd en bestaat voorts uit één bouwlaag en een kap. Het voor- en achterschild van het schilddak is gedekt met gesmoorde Oegstgeesterpannen. De eindschilden zijn gedekt met gesmoorde Tuiles du Nord. De dakvoeten zijn voorzien van bakgoten en afgewerkt met licht uitkragende houten lijsten. Op de nokeinden bevinden zich gemetselde schoorstenen. De stal staat haaks op het voorhuis en bestaat uit één bouwlaag met een rieten - aan de achterzijde afgewolfd - zadeldak. De symmetrische voorgevel (zuidwestzijde) van het voorhuis heeft vijf assen en wordt afgesloten met een lijstgevel. De centraal gelegen entree is toegankelijk via een hardstenen bordes met vier treden en gietijzeren balustrade. De entree bestaat uit een rechtgesloten, gecementeerde omlijsting met hardstenen neuten en onderdorpel. De paneeldeur bevat vier ruiten, waarvoor een gietijzeren rooster met in twee roosters een runderkop is geplaatst. Daarboven bevindt zich een bovenlicht. Ter weerszijden van de entree bevinden zich twee rechtgesloten vensters onder strek met zesruits schuiframen en houten lekdorpels. Onder de vensters bevindt zich een uitgemetselde rollaag waaronder zich vier rondboogvormige keldervensters onder rollaag met ijzeren raamtraceringen bevinden. Het dakschild is doorbroken door een houten dakkapel.

De zijgevels van het voorhuis zijn nagenoeg blind, op twee rechtgesloten keldervensters met diefijzers na. Er zijn gietijzeren roosters aangebracht. In de rechterzijgevel van het stalgedeelte (zuidoostzijde) is een modern venster ter plaatse van de achter de brandmuur gebouwde keuken geplaatst, dat het rieten dak van de stal doorsnijdt. In deze zijgevel bevinden zich voorts nog vier rechtgesloten houten stalvensters. De linkerzijgevel (noordwestzijde) bevat verschillende typen vensters en een deur. De mestluiken zijn dichtgezet.

De achtergevel van de stal (noordoostzijde) is met vlechtingen opgemetseld en is voorzien van staafankers. Alle deuren en vensters in de achtergevel van het achterhuis zijn in stijl vervangen en van nieuw geheng voorzien. In het midden bevindt zich een opgeklampte deur met roedenverdeeld bovenlicht met aan weerszijden een staldeur. Ter hoogte van de tasvloeren bevinden zich twee roedenverdeelde ramen. In de geveltop bevindt zich een getoogd ijzeren stalvenster. Het interieur heeft de oorspronkelijke indeling grotendeels behouden. Van belang zijn onder meer de tegelmozaïekvloer in de centraal gelegen gang, paneeldeuren, kaaskelder met troggewelven en houten liggers, stal met open houten kapconstructie rustend op bakstenen poeren, klinkers in stal en op de deel, tasvloeren, knechtenbedstee op tasvloer. Het smeedijzeren spijlenhek aan de straatzijde heeft een inrijhek aan de rechterzijde van de boerderij, waarbij op de hekpijlers van getrokken- en smeedwerk de naam van de boerderij vermeld staat.

Waardering

Het pand is van algemeen belang vanwege de architectuurhistorische waarde als gaaf bewaard voorbeeld van een dwarshuisboerderij met hekwerk uit de eerste helft van de negentiende eeuw met een volledig onderkelderd voorhuis; alsmede van stedenbouwkundige waarde vanwege de beeldbepalende ligging aan de Korte Kerkweg en de watergang de Heycop te Kockengen; als onderdeel van de boerderijenstrook langs de Korte Kerkweg.