Rengerspark, Leeuwarden

Inleiding

STADSPARK, aangelegd in Gemengde Tuinstijl naar ontwerp van H. Copijn en in 1906 in gebruik genomen. Gelegen onmiddellijk ten oosten van de Algemene Begraafplaats - geregistreerd monument nr. 507429 - en daarvan door een sloot gescheiden. Aan de zuidzijde de met een sloot van het park gescheiden en met kastanjes beplante Spanjaardslaan en aan de noordzijde grenzend aan het halfopen gebied van weiden en de Kinderboerderij. Voorheen aan de oostzijde begrensd door de volksbuurt van Bleekerstraat en omgeving, thans door de in de jaren zeventig aangelegde ruime en aan de westzijde onbebouwde en deels beplante Rengerslaan waar op de hoek in het begin van de jaren negentig de grote VVV-plantenbak uit de jaren-twintig, afkomstig van het Stationsplein, is geplaatst. Met de begraafplaats, de resterende weilanden en kinderboerderij vormt het park even ten noorden van de binnenstad een aantrekkelijk groengebied.

Mr. W.J. van Welderen baron Rengers, oud-burgemeester (1877-1883) van Leeuwarden en zijn vrouw C.T. baronesse van Welderen Rengers-Looxsma boden in het najaar van 1902 de gemeente drie percelen weiland land ter grootte van 3,5 ha aan met de wens om dat terrein tot openbare wandelplaats in te richten. Na zijn burgemeesterschap was Rengers lid van de Tweede en Eerste Kamer en hij publiceerde in 1898-1905 de nog steeds geraadpleegde studie `Schets eener parlementaire geschiedenis van Nederland sedert 1849'. De geschonken weilanden waren gelegen tussen de Algemene Begraafplaats en de Bleekersstraat, de westelijke straat van het dichtbebouwde Camstraburen. De gemeente aanvaardde de schenking. Het Sint-Anthonygasthuis schonk f 5000,= en de directie van de Spaarbank f 2500,= voor de inrichting van het terrein, terwijl twee personen die onbekend wensten te blijven f 5000,= en f 1000,= bijdroegen.

De gemeente nodigde dertien deskundigen uit om een plan voor het park te maken. Voor geen van de ontwerpen bleken de beschikbare middelen toereikend te zijn. H. Copijn uit Groenekan bood vervolgens eigener beweging een vereenvoudigd plan aan dat met de te maken toegangen aan Spanjaardslaan en Bleekersstraat f 14430,= zou gaan vergen. Op 25 oktober 1904 besloot de gemeenteraad tot de aanleg van het park volgens het laatste ontwerp van Copijn. De noordoosthoek van het gebied werd tot een van het park afgescheiden speeltuin ingericht. In het midden van het park kwam een grote vijver; de uitkomende aarde diende om het omliggende terrein op te hogen. Vervolgens werd het gebied volgens het plan aangelegd en beplant. Het park werd zonder plechtigheid in april 1906 opengesteld. In 1908 schrijft gemeentearchivaris, mevrouw R. Visscher: het park "is een heerlijke aanwinst voor Leeuwarden. Al kan het jonge geboomte, dat later o.m. eene lommerrijke dubbele laan tegenover den ingang zal vormen, nog niet veel schaduw verspreiden, toch prijkt het park des zomers nu reeds met een schat van bloeiende heesters, die fraai afsteken tegen den donkeren achtergrond der hooge olmen van de begraafplaats". De aanleg van het park is sindsdien grotendeels gerespecteerd, al heeft de groene stoffering door onderhoud en vervanging wel enige veranderingen ondergaan. Het bomenbestand is goeddeels gerespecteerd; bij de heesters zijn wel veranderderingen opgetreden. De speeltuin is verdwenen en bij het park getrokken.

Omschrijving

De plattegrond van het terrein is onregelmatig; het park vult de ruimte tussen het ovale gebied van de Algemene Begraafplaats, de Spanjaardslaan en de Rengerslaan (voorheen de Bleekersstraat). Aan de noordwestelijke begraafplaatszijde is het park zwikvormig, de zuid- en oostzijden hebben nagenoeg rechte grenzen die onder een hoek van 80 graden ten opzichte van elkaar staan. Ook de noordelijke grens verloopt scheluw. Op deze onregelmatige plattegrond legde Copijn een contrast tussen een formeel gedeelte en een groter deel in een decoratieve variant van de Engelse Landschapsstijl. De entree is in de zuidoosthoek aan de Spanjaardslaan, zo dicht mogelijk bij de binnenstad, geplaatst op een aan één zijde bemetselde dam, waar de sloot ter afgrenzing van Spanjaardslaan en park op doodloopt. In het plaveisel met gele klinkertjes het jaartal 1904 in een gemêleerd roodbruin klinkerveld. De entree is voorzien een smeedijzeren hek, bestaand uit penanten en een dubbel draaihek. De penanten worden aan de voet door drie afgeronde steunen geschraagd en bestaan elk uit twee zware stijlen met ertussen liggende spijlen en bekroningen met aan de ene zijde `RENGERS' en aan de andere zijde `PARK' met bekroningen van elegant gevormde schilden. Het dubbele draaihek zwenkt naar de naald toe naar beneden en bezit afwisselende rechte en gewrongen vierkante spijlen. De naald is bekroond door een fleuron. Links achter het hek het ijzeren bord met gebruiksbepalingen (begeleiding van mensen beneden 18 jaar, geen loslopende honden) bestaand uit een vierkante stijl met basement en lijstkapiteel en een door rolwerk omvat rechthoekig tekstbord. Aan de oostelijke marge van het park volgt op deze entree een formele, dubbele promenade met uitgelijnde lindenrij in het middenperk en aan het slot twee siervazen op hoge piedestals met voorstellingen van offerfeestende putti met guirlandes, in 1922 door de VVV geschonken. Aan het einde van de promenade is aan de oostzijde een tweede ingang naar de Rengerslaan gekomen en in die hoek is in 1993 het monument voor de gevallenen in Indië geplaatst. Aan noord- en westzijde van de promenade waaieren de met asfalt verharde paden uit naar het gedeelte in de Landschapsstijl met een bewust gearrangeerde natuurlijkheid en sterk decoratieve composities.

Overigens slingerpaden om en door gevarieerde besloten beplantingsgroepen en coulissen van bomen en heesters en open grastaluuds en ligvelden met solitaire bomen die doorkijkjes en vergezichten verhevigen. Op veel plaatsen zijn (al enkele malen vernieuwde) banken met papierbakken geplaatst. De grote vijver is het opmerkelijkste element in het park; de nauwelijks met oevers geprofileerde overgang van glooiende grasvelden en de waterspiegel is er de belangrijkste karakteristiek van. Een ander opvallend effect is de perspectivische plaatsing van de vijver. Vanaf de brede zuidelijke strook van de tuin is vrijwel steeds zicht op de vijver die precies in het smalste deel van het park is gegraven. Over de noordelijke uitloper van de vijver is een bruggetje geslagen. Het zijn middelen om de vijver en het park groter te laten lijken dan ze zijn. Aan de westzijde ligt een klein, afgerond schiereiland in de vijver die het perspectief deels onderbreekt. Aan de noordelijke oever van de vijver staat het beeldje `Kind met vogel', in 1965 vervaardigd door Maria van Everdingen. In de uiterste noordwesthoek is in de jaren '70 een dam in de grenssloot tussen park en Algemene Begraafplaats gelegd, voorzien van een (niet passend) hekwerk. Ten noorden daarvan het belangrijkste vergezicht vanuit het park over de weilanden.

Het park bezit een rijk assortiment aan houtgewassen. Onder de ongeveer vijftig soorten bomen vallen bijzondere boomsoorten op: de grootbladige populier, de goudes, de amberboom, bruine beuk, suikeresdoorn en bontbladige esdoorn. Naast een aantal zomereiken staan in het park ook de moseik, Amerikaanse eik en moeraseik. Voorts zijn de trompetboom, verschillende notenbomen, honingboom, moerascypres en ginkgo biloba te vinden en staan er prieelberken en prieeliepen. Het gebruik van coniferen is opvallend, in het bijzonder de compositie van de groep van gevarieerde soorten tussen de zuidwestelijke zoom en de vijverpartij. De grote variëteit aan soorten zal aan de ene kant verband houden met de decoratieve tijdgeest, anderszijds met de toentertijd bestaande mogelijkheid om door aanzienlijke import vele exotische soorten toe te passen.

WAARDERING

Het Rengerspark is van algemeen historisch, tuinhistorisch en stedenbouwkundig belang

- vanwege het proces van de totstandkoming in een sfeer van de bevordering van de volksgezondheid, waarvoor particulieren en instellingen geldelijk bijdroegen;

- vanwege de Gemengde Tuinstijl die in het Rengerspark grotendeels decoratief landschappelijk gestalte kreeg met een formeel contrast van een promenade, alsmede de decoratieve effecten van een relatief zeer groot aantal soorten, kenmerkend voor deze periode in H. Copijns oeuvre;

- vanwege de ligging van het park nabij de noordelijke rand van de binnenstad en de samenhang met de Algemene Begraafplaats en het weidegebied ten noorden en westen die een opmerkelijk ruime groene wig in de stedelijke bebouwing heeft opgeleverd.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
519900
Provincie
Gemeente
Plaats

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Park Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Leeuwarden hoek Rengerslaan, Rengerspark Ja
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Kastelen, landhuizen en parken Tuin, park en plantsoen Stadspark
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
E 3947 Leeuwarden
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1905 1906 vervaardiging
Ambachten
Name Beroep Notitie
Copijn, Hendrik ; Stad Leeuwarden architect / bouwkundige / constructeur
Naar boven