Inleiding.

Dubbel WOONHUIS, gebouwd in 1904 in chaletstijl, in opdracht van de familie Dekkers. In 1941 werd het huis verbouwd tot twee woningen. Het pand is op één van vier hoeken van de kruising Damstraat - Wilhelminastraat geplaatst. Hoewel deze elk anders zijn bebouwd geven de hoeken een goed tijdsbeeld, ze weerspiegelen tezamen het oorspronkelijke karakter van de buurt. In 1993 vond een grondige restauratie van het hoekpand plaats.

Omschrijving.

Het huis heeft een L-vormige plattegrond waarvan het grootste deel onder een zadeldak, evenwijdig aan de straten is geplaatst. De uiteinden van de gevels zijn voorzien van een risaliet met topgevel onder zadeldak met aan de achterzijde een schild. Het pand heeft een afgeschuinde hoek met topgevel onder een steil dak met wolfeind. Aan de zijde van de Wilhelminastraat heeft het huis een éénlaagse aanbouw onder zadeldak. In het verlengde hiervan ligt een tuinmuur. Het geheel is uitgevoerd in baksteen, voorzien van een hardstenen plint en gepleisterde speklagen ter hoogte van de onder- en bovendorpels van de ramen. De gemetselde segmentbogen boven de rechthoekige ramen op de begane grond zijn uitgevoerd in een afwijkende kleur baksteen met een witte sluitsteen. In de boogvelden is polychroom metselmozaïek aangebracht. In de hoekrisalieten bevinden zich brede rechthoekige ramen waarboven een brede band met metselmozaïek zichtbaar is. Daarboven zijn drie smalle ramen aangebracht met aan de bovenzijde witte natuurstenen blokken. Boven het middelste raam is een hoefijzerboog met diamantkop op de sluitsteen uitgevoerd, de natuursteen loopt aan weerszijden boven de andere raampjes horizontaal door. Onder het raam in de afgeschuinde hoek en tussen de consoles onder de gootlijst is eveneens metselmozaïek aangebracht. In beide gevels is naast de risaliet een ondiep portiek onder segmentboog aanwezig. Via enkele hardstenen treden wordt een paneeldeur bereikt. De deuren hebben smeedijzeren roosters, in een bovenlicht van Damstraat 40 is glas-in-lood met bloemmotief zichtbaar. Overige bovenlichten zijn sober uitgevoerd. Het dak is gedekt met kruispannen en voorzien van een terracotta sierkam. De afgeschuinde hoek vormt een uitzondering, hier is het dak met leien gedekt. De topgevels hebben pirons. Rond de topgevels zijn windveren met houten schijnspanten aangebracht. De aanbouw onder lessenaarsdak heeft een klimmend fries, halverwege de gevel is een speklaag zichtbaar. Deze doorsnijdt een klein rond raam. De aansluitende tuinmuur is eveneens uitgevoerd in baksteen en wordt geleed door hoger opgemetselde lisenen met een natuurstenen bekroning. De vlakken hebben aan de bovenzijde een tandlijst. De poort is tussen bakstenen peilers geplaatst, eveneens met natuurstenen bekroning in de vorm van een afdekplaat met waaiermotief waarop een soort granaatappel is geplaatst.

Waardering.

Het pand is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorisch belang als specimen van de sociaal-economische ontwikkeling en de uitleg van de stad. Het heeft architectuurhistorisch belang vanwege de bouwstijl, de afgewogen opbouw en het materiaalgebruik. Het heeft ensemblewaarden door de markante hoekligging. Het is gaaf bewaard gebleven.