Inleiding.

De BOERDERIJ JORISSENHOEVE werd gebouwd in 1941-1942 in een stijl verwant aan de Delftse School met Neo-barokke elementen. Rond 1980 zijn enkele vensters vereenvoudigd en de luiken vernieuwd. Ook het interieur is toen deels gemoderniseerd.

Omschrijving.

De boerderij heeft een vrijwel rechthoekige plattegrond en een zadeldak met rode en zwarte muldenpannen. De gevels zijn opgetrokken uit baksteen met rollagen en siermetselwerk. De voorgevel wordt gekenmerkt door een in- en uitzwenkende topgevel. Deze gevel aan de straatzijde heeft op de begane grond twee kruiskozijnen met kleine roedenverdeling en luiken. Deze ramen zijn onder een strek geplaatst, in tegenstelling tot de ramen op de verdieping. Deze stolpvensters met luiken worden afgesloten door een rondboog met spaarveld waarin metselmozaïek. Een natuurstenen cartouche met band- en rolwerk geeft de naam Jorissenhoeve en het jaartal 1941 aan. Daarboven is als zolderraam een ovaal liggend vierruits oeil de boeuf geplaatst. De trappen van de topgevel zijn bekleed met geprofileerde natuursteen platen, de topgevel wordt bekroond door een brede schoorsteen. De linkerzijgevel heeft aansluitend bij de voorgevel een inspringend gedeelte ten behoeve van het woonhuis. Hierin bevinden zich op de begane grond een klein raam, een paneeldeur en een vierruits raam. De luiken en de panelen van de deur hebben een bijzondere indeling, geïnspireerd op "à livre ouvert". Het gebogen bovenlicht van de voordeur heeft een sierroedenverdeling. Onder de goot is een fries van zig-zag siermetselwerk. Boven de deur is er in het dak een dakkapel geplaatst onder een langgerekt lessenaardak. De afsluiting van het woongedeelte is ook zichtbaar in de schoorsteen.

Daarachter bevindt zich het lange stalgedeelte. Als muuropeningen hierin een getoogde staldeur, twee getoogde ijzeren stalraampjes, een getoogde dubbele staldeur en weer twee getoogde ijzeren zesruits stalraampjes. De achtergevel van de stal is vormgegeven als een onversierde topgevel met een staldeur, een stalraampje rechts en een getoogd hooiluik. Het woongedeelte in de rechterzijgevel is wat breder dan bij het staldeel. Bij het woonhuis een kruiskozijn en verder een kelderraam en een stolpvenster met luiken voor de opkamer. Onder de pannen weer een fries met zig-zagrand. Het stalgedeelte heeft enkele kleine stalramen en in het midden een kleine ingezwenkte topgevel met hooiluik.

Waardering.

De boerderij is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorisch belang als voorbeeld van een sociaal-economische ontwikkeling, met name de stichting van modelboerderijen op landgoederen in het interbellum. Het heeft architectuurhistorische waarde vanwege de stijl, de esthetische kwaliteiten van het ontwerp en vanwege de ornamentiek. Het complex is belangrijk vanwege de gaafheid van met name het exterieur en de hoogwaardige kwaliteit van de samenstellende onderdelen. Het complex is belangrijk vanwege de architectuurhistorische zeldzaamheid van een dergelijk ontwerp.