Baroniestraat 24, Boxtel

Inleiding.

De kruisbasilicale PAROCHIEKERK Heilig Hart van Jezus ligt met de lange zijde aan de Baroniestraat. Aan die zijde ter afscheiding van de straat een niet authentiek ezelsrugmuurtje, aan de voorgevel een diep voorplein, aan de noordzijde grenzend aan het kerkhof, en aan de oostzijde middels een overdekte gang verbonden met de belendende pastorie. De kerk werd gebouwd in 1899-1901, naar een ontwerp van C. Franssen. Onderin de eindgevel van de kooromgang een eerste steen, met tekst: 'PRIMUM/LAPIDEM POSUIT/F. ERAS/PAROCHUS/20 MARTII 1900'. Op 10 juni 1901 werd de kerk geconsecreerd. Het ezelsrugmuurtje is in de plaats gekomen van een sierhekwerk dat identiek was aan het hekwerk dat nu nog slechts voor de pastorie aanwezig is. Oorspronkelijk lag het in de bedoeling om in een later stadium een dubbele torengevel en uitbreiding van het schip met twee traveeën te realiseren. Dit is niet tot uitvoering gekomen.

Omschrijving.

Georiënteerde neo-gotische driebeukige kruisbasiliek; aan de zuidoostzijde van het koor bevindt zich de sacristie onder schilddak, met daartussen een met een naaldspits gedekte traptoren. De tuitgevel van het schip wordt geflankeerd door twee traptorens met naaldspits; op de viering een octogonale dakruiter met rijkversierde frontalen en naaldspits, op het schip een zadeldak, op beide driezijdig gesloten transeptarmen en op het koor een omlopend schilddak, op de zijbeuken een lessenaardak en op de kooromgang een omlopend schilddak. Alle daken zijn gedekt met leien in maasdekking; verschillende kleine dakkapellen onder schilddakje; kruis op nokeinden van het koor (smeedijzer) en het schip (hardsteen); verlengde makelaar op nokeinden van het transept. Het gebouw is opgetrokken uit in kruisverband gemetselde baksteen met toepassing van geprofileerde rode verblendsteen rond gevelopeningen en van hardsteen voor lijsten, afzaten, ornamenten en dekplaten op de versnijdingen van de steunberen en portalen. Het schip telt vier traveeën, de driezijdig gesloten transeptarmen twee, het koor telt één travee met een 7/12 sluiting en kooromgang. Aan weerszijden van het transept bevinden zich zeshoekige kapellen. De voorgevel heeft een driedelige opstand bestaande uit een driedelig portaal waarboven een groep van vijf klimmende lancetramen en een tuitgevel met vierpas-medaillons aan weerszijden van twee gekoppelde blinde lancetnissenen. Aan weerszijden hiervan een octogonale traptoren en kopgevel van de zijbeuken met lancetvenster. Over de gehele breedte van de gevel, boven genoemd portaal en vensters, een spitsboogfries. De zijbeuken hebben per travee twee gekoppelde lancetvensters, de lichtbeuk een triplet van klimmende dito vensters. Aan de schipzijde van het transept bevinden zich zijbeukachtige kapellen, die samen met de veelhoekige, overhoeks geplaatste, kapellen die het koor flankeren de centraliserende werking rond de viering versterken. De sluitingen van de transeptarmen bezitten gekoppelde lancetvensters onder een rondvenster. Het koor, geschraagd door over de omgang reikende steunberen, bezit boven de omgang lancetvensters en in de omgang gekoppelde lancetvensters. De omgang gaat aan de straatzijde deels schuil achter de sacristie met traptoren. De sacristie bezit in de straatgevel een viertal van diefijzers voorziene kloosterkozijnen onder spitsboog met in het boogveld een blinde tootboog en aan de oostzijde een overkragende dakkapel met puntgevel, waarin twee lancetvensters. Inwendig toont de kerk een afwisseling tussen baksteen en gepleisterde en beschilderde muurvlakken, karakteristiek voor het werk van C.J.H. Franssen. Schip, transept en koor hebben een tweedelige opstand, waarbij de scheibogen en de lichtbeuk met lancetbogig blind triforium en voornoemde venstertripletten rusten op gepolijste zwartgranieten zuilen met loofkapiteel. Schip, zijbeuken en koor zijn overwelfd met bakstenen kruisribgewelven, terwijl de viering een stergewelf op bakstenen vieringpijlers bezit. Het gebouw bezit een rijke neogotische inventaris, afkomstig uit bekende Brabantse ateliers. Het hoogaltaar is een werkstuk van H. van der Geld ('s-Hertogenbosch) uit ca. 1900, met voorstellingen rond de H. Hartdevotie en de Eucharistie. Uit het atelier van J. Custers (Stratum, Eindhoven) zijn afkomstig: de zijaltaren van Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand (1903) en de H. Familie (1909), waarop onder meer de portretkoppen van de ouders van bouwpastoor Eras, de (gedemonteerde) preekstoel (1919), de kerkbanken en biechtstoelen (1901 en 1916), het triomfkruis (1906), de gepolychromeerde houten Pietà (1905), H. Antonius (1902?) en H. Hart (1908). De naar de originele staties van J. Rosier in de kerk van Lanaken nageschilderde kruisweg (1906-1910) is van de hand van de Boxtelse kopiist Frans Knirsch, met op de 14de statie een afbeelding van pastoor Eras. De gebrandschilderde ramen door familiebedrijf F. Nicolas & Zoon (Roermond, 1902-1925): in het koor met de afbeeldingen van de sacramenten (op het raam van het Huwelijk staat pastoor Eras zelf afgebeeld) en hun oud-testamentische voorafbeeldingen, in de kooromgang de twaalf apostelen, de ramen bij het Maria- en H. Familiealtaar met bijpassende voorstellingen, in het zuidtransept een raam met het Ezelwonder van Antonius en in het noordtransept de Hemelvaart en de Ten hemelopneming van Maria.

Waardering.

De kerk is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling van de rooms-katholieke kerk voor wat betreft bestemming en verschijningsvorm in de late negentiende en de vroege twintigste eeuw. Het gebouw heeft architectuur- en kunsthistorische waarde vanwege het belang voor de geschiedenis van de architectuur en beeldhouwkunst, de plaats van het werk binnen het oeuvre van architect Franssen en van enkele Brabantse kunstateliers, de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het architectonische ontwerp in combinatie met het gedetailleerde materiaalgebruik en de rijke ornamentiek van het interieur en de inventaris. Het heeft ensemblewaarden als essentieel onderdeel van een historisch gegroeid religieus ensemble, bestaande uit de begraafplaats ten noorden van de kerk, de (graf)sculpturen, de pastorie en het belendende St. Ursulaklooster. Dit ensemble vormt een belangwekkend onderdeel van de Boxtelse stationswijk, die rond 1900 uitgroeide tot een afzonderlijke parochie. Daarnaast vanwege het markante silhouet als beeldbepalend onderdeel van de historische bebouwing aan de Baroniestraat. Het object is van belang wegens de gaafheid van de hoofdvorm en het interieur en de inventaris.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
516624
Complexnaam
H. Hartkerk/grafmonumenten
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Inleiding.

Tussen de Annastraat, de Baroniestraat, het Smalwater en het St. Ursulaklooster gelegen complex, bestaande uit een r.-k. PAROCHIEKERK (1) met voorplein in het westen, een via een ganggebouw met de kerk verbonden PASTORIE (2) met grote tuin en sierhekwerk in het oosten, en een aan de noordzijde van de kerk grenzende begraafplaats die buiten de bescherming valt met uitzondering van twee daarop gelegen GRAFMONUMENTEN (3 en 4), een dubbel GRAF (5) en een SCULPTUUR (6). In opdracht van het rooms-katholieke kerkbestuur van de parochie van het Heilig Hart van Jezus bouwde de uit Roermond afkomstige architect Caspar J.H. Franssen in de periode 1899-1901 de kerk met pastorie onder de bouwpastoor F. Eras. De kerkinventaris is afkomstig uit diverse Brabantse kunstateliers. Het sierhekwerk van de pastorie stamt uit 1926 en ook het ganggebouw met inrijpoort is pas gebouwd na voltooiing van kerk en pastorie. Aannemer G. van Rassel uit Utrecht voerde het werk uit. De familie van F. Eras heeft de bouw grotendeels uit eigen middelen bekostigd. Het complex behoort stilistisch tot de Neo-Gotiek. De te beschermen grafmonumenten, het dubbelgraf en de sculptuur dateren uit de periode 1944-1947 en zijn (deels) vervaardigd door de uit Utrecht afkomstige Jo Uiterwaal.

Omschrijving.

De kruisbasilicale parochiekerk Heilig Hart van Jezus ligt met de lange zijde aan de Baroniestraat. Aan die zijde ter afscheiding van de straat een niet authentiek ezelsrugmuurtje, aan de voorgevel een diep voorplein, aan de noordzijde grenzend aan het kerkhof, en aan de oostzijde middels een overdekte gang verbonden met de belendende pastorie. Aan de voor-, rechter- en achterkant van de pastorie een tuin met diverse solitaire bomen en fruitbomen. Aan de voorzijde, aan weerszijden van het inrijpad naar het achtererf en aan de oostzijde bij het St. Ursulaklooster een smeedijzeren sierhek, deels op stenen voet en tussen gemetselde pijlers met hardstenen dekplaten. Op de begraafplaats staan tegen de muur van het noordtransept van de kerk de grafmonumenten van de familie van Buul en van de familie Van Susante; in het verlengde van het noordtransept ligt het dubbel graf van de familie Verhoeven en gedeeltelijk ingemetseld in de zuidelijke transeptarm van de kerk aan de Baroniestraat staat de sculptuur.

Waardering.

Het complex is van algemeen belang. Het heeft cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling van de rooms-katholieke emancipatie voor wat betreft bestemming en verschijningsvorm en, in het geval van de graven, van een sociale ontwikkeling in de late negentiende en vroege twintigste eeuw. Het heeft architectuur- en kunsthistorische waarde vanwege het belang voor de geschiedenis van de architectuur, de plaats van onderdelen binnen het oeuvre van architect Franssen, diverse Brabantse kunstateliers en beeldhouwer J. Uiterwaal. Verder vanwege de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het architectonisch ontwerp in combinatie met het gedetailleerde materiaalgebruik en de zeer rijke ornamentiek in het interieur en, in het geval van de kerk, van de inventaris. Het complex heeft tesamen met het belendende St. Ursulaklooster ensemblewaarden als essentieel onderdeel van een historisch gegroeid religieus ensemble. Dit ensemble vormt een belangwekkend onderdeel van de Boxtelse stationswijk, die rond 1900 uitgroeide tot een afzonderlijke parochie. Verder is het belangwekkend als markant en beeldbepalend onderdeel van de historische bebouwing aan de Baroniestraat. Het complex is van belang wegens de gaafheid van het beeldhouwwerk, de architectonische hoofdvormen en grote delen van de interieurs. Verder wegens de hoogwaardige kwaliteit van de samenstellende onderdelen, bestaande uit kerk, pastorie met grote tuin en sierhekwerk, de monumentale graven en sculptuur.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Pastorie(F) Religieuze gebouwen Kerkelijke dienstwoning oorspronkelijke functie
Parochiekerk Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Baroniestraat 24 5281 JD Boxtel Ja
Baroniestraat 26 5281 JD Boxtel
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Religieuze gebouwen Kerk en kerkonderdeel Kruisbasiliek
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
F 6642 Boxtel
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1899 1901 vervaardiging
1900 1901 Betreft bouw pastorie verbouwing
Ambachten
Name Beroep Notitie
Franssen, C. ; Noord-Brabant architect / bouwkundige / constructeur
Geld van der, H ; Noord-Brabant beeldhouwer / steenhouwer / schrijnwerker
Custers, J. ; Noord-Brabant beeldhouwer / steenhouwer / schrijnwerker
Knirsch, F ; Noord-Brabant schilder / tekenaar / graveur
Nicolas en Zn ; Noord-Brabant glazenier
Naar boven