Omschrijving

De één verdieping hoge, geheel onderkelderde RENTENIERSWONING stamt uit 1876 en is opgetrokken in een Eclectische stijl. De woning op nagenoeg rechthoekige plattegrond heeft gepleisterde gevels op een naar voren springend gepleisterd trasraam en wordt gedekt door een afgeplat schilddak waarop zwart geglazuurde Friese golfpannen; vier gepleisterde schoorstenen; houten kroonlijst. De gevels worden geleed door T-vensters met afgeronde hoeken aan de bovenzijde en een gepleisterde omlijsting met decoratieve kuif; aan de voorzijde gepleisterde hoekpilasters.

De entree bevindt zich in het middenrisaliet van de voorgevel, (zuidzijde) dat is doorgetrokken boven de gootlijst en wordt beëindigd met een houten fronton; aan weerszijden een terugliggend driehoekig vlak. De entree bestaat uit twee houten paneeldeuren waarin gietijzeren panelen met bovenlicht met afgeronde hoeken; drie treden hoge hardstenen stoep met aan weerszijden een laag hardstenen muurtje; aan de linkerzijde `J.K.B. 18' en aan de rechterzijde `J.A.B. 76'. Boven de entree een balkon, dat rust op decoratieve consoles; balustrade van houten stijlen waartussen een decoratief hekwerk; twee openslaande houten balkondeuren waarin glas met bovenlicht met afgeronde hoeken en gepleisterde omlijsting met kuif. Aan weerszijden van het middenrisaliet twee T-vensters.

In de westgevel aan de rechterzijde een nis en een T-venster waaronder twee getoogde keldervensters; aan de linkerzijde een niet-originele entree (oorspronkelijk venster) en een niet-origineel wc-raam. Het koetshuis is middels een muur verbonden met de woning. In de muur verschaft een houten paneeldeur toegang tot de tuin.

In de achtergevel (noordzijde) centraal twee houten paneeldeuren waarin decoratieve gietijzeren panelen met bovenlicht met afgeronde hoeken waarin een gietijzeren levensboom; aan de rechterzijde een niet-origineel venster. Voor de paneeldeuren een veranda opgebouwd uit houten pijlers waartussen een beschoten segmentboogvormig fries waarvoor een twee treden hoge gietijzeren stoep; vloer van plaatstaal; plat dak waarop niet-originele golfplaat; niet-origineel hekwerk. Onder de veranda een tweedelig keldervenster. Aan weerszijden van de veranda twee T-vensters en twee tweedelige keldervensters; aan de rechterzijde een koekoek met stoep van acht treden die leidt naar een houten kelderdeur.

In de oostgevel drie T-vensters, een nis en drie keldervensters, waarvan één tweedelig, met diefijzer.

In het INTERIEUR zijn ondermeer van belang: de houten paneeldeuren waarboven gestucte decoraties, de houten blinden, de stucplafonds, in de hal de dubbele houten tochtdeuren waarin gekleurd glas met getoogd bovenlicht waarin een gietijzeren decoratie, in de voorkamers de marmeren schouwen waarboven gepleisterde pilasters en de decoratieve houten vensterbanken.

Het KOETSHUIS op rechthoekige plattegrond is opgetrokken in rode baksteen en wordt gedekt door een zadeldak waarop deels zwarte Friese golfpannen en deels niet-originele pannen; aan de voorzijde decoratieve en aan de achterzijde strakke houten windveren; zinken goot.

In de topgevel van de voorgevel (noordzijde) twee opgeklampte houten deuren onder rollaag, een liggend tweeruits venster en in de top twee ronde vensters met decoratieve ijzeren roedenverdeling onder rollaag.

In de oostgevel twee zesruits vensters onder rollaag.

De topgevel van de achtergevel (zuidzijde) is aangesmeerd.

In de westgevel een opgeklampte houten deur.

Een muur verbindt koetshuis en woonhuis.

Waardering

Rentenierswoning met aangebouwd koetshuis van algemeen belang vanwege architectuur- en cultuurhistorische waarde:

- als voorbeeld van een rentenierswoning met koetshuis uit het vierde kwart van de negentiende eeuw in de provincie Groningen

- vanwege de traditionele vormgeving en Eclectische detaillering van het woonhuis

- vanwege de vrij hoge mate van gaafheid van zowel exterieur als delen van het interieur

- vanwege de beeldbepalende ligging aan de Hoofdstraat