Inleiding

Half vrijstaand BLOK VAN DRIE HERENHUIZEN in Engelse Landhuisstijl naar ontwerp van P. Kuiper uit 1910. Het staat aan de westzijde van het Oranjeplein op de hoek met de Prinsessestraat. De herenhuizen ressorteerden aanvankelijk onder Oranjeplein 7;9;11. Het meest zuidelijke herenhuis, Oranjeplein 7, dat de ingang aan de zijkant heeft, werd later Prinsessestraat 2.

Omschrijving

Op onregelmatig grondplan gebouwd blok van drie herenhuizen ter breedte van elk drie traveeën en ter hoogte van twee bouwlagen onder samengestelde schild- en zadelkappen met gelijke goothoogte, diverse nokrichtingen en dekking met rode Hollandse pan. Het grondplan van het blok komt voort uit de ten opzichte van elkaar verschoven plattegronden van de afzonderlijke herenhuizen. Bij Prinsessestraat 2 en het naar voren geschoven Oranjeplein 9 is de plattegrond rechthoekig. Bij Oranjeplein 11 is deze L-vormig. Oranjeplein 11 sluit aan op het buurpand.

Het muurwerk bestaat voor wat betreft de onderste helft van de parterre uit rode baksteen en is daarboven witgepleisterd. Bij Prinsessestraat 2 wordt dit pleisterwerk boven de ingangspartij tot in de geveltop geleed door verticaal vakwerk. Bij Oranjeplein 11 is het gehele pleisterwerk vanaf de deels overkragende verdieping door verticaal vakwerk geleed. Behalve bij Oranjeplein 11 zijn de meerruits draai- en schuifvensters aan de zijde van de openbare weg merendeels ondergebracht in zogenaamde bay-windows, dit zijn driezijdige erkers over de totale gevelhoogte. Bij Oranjeplein 11 bevinden de vensters zich merendeels in het gevelvlak. Alleen de parterre heeft een driehoekige erker onder de overkragende verdieping. Aan de achterzijde bevinden ale vensters zich in het gevelvlak. De vensters hebben nog vrijwel alle de oorspronkelijke roedenverdeling. In de onderramen van de schuifvensters is deze verdeling vierruits. De overige ramen hebben een fijnere roedenverdeling met minimaal acht ruiten. De voordeuren zijn alle oorspronkelijk en bestaan uit verticale ongeverfde delen met smeedijzeren scharnieren. Bij Oranjeplein 11 bevindt de voordeur zich in een kleine uitbouw onder lessenaarsdak met rode Hollandse pan. De dakvlakken aan voor- en achterzijde hebben alle een kleine dakkapel. Bij alle drie de huizen doorbreekt een schoorsteen de noklijn. Het vakwerk in de gevels is evenals de vensters op de verdieping donkergroen geschilderd. De vensters op de parterre zijn wit geschilderd. Deze kleurstelling is oorspronkelijk. De tuinen die het bouwblok aan drie zijden omgeven worden van de weg afgescheiden door een doorlopende volwassen ligusterhaag.

Waardering

Het in hoofdvorm en detaillering gaaf bewaarde blok van drie herenhuizen is van algemeen belang uit architectuurhistorisch en cultuurhistorisch oogpunt, vanwege de kwaliteit van het ontwerp en als goed voorbeeld van luxere woningbouw rond de eeuwwisseling (1900). Het blok is voorts van algemeen belang vanwege de stedenbouwkundige situering in de stedelijke villawijk Bos en Vaartkwartier.