Hoofdstraat 35
Inleiding
PASTORIE bij de R.K. kerk H. Odulphus, gebouwd in 1856 en 1911 en toont Ambachtelijk Traditionele vormen. Ontwerp van architect K. Weber.
Beschrijving
Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.
Inleiding
R.K. H. Odulphus KERK met KERKTOREN, in Neo-Gotische stijl, gebouwd tussen 1880 en 1911, naar ontwerp van architect K. Weber.
Omschrijving
De kerk is een driebeukige kruiskerk in Neo-Gotische stijl met toren en dakruiter van architect K. Weber, 1880-82, toren 1884-85.
De kerk is een baksteenbouw met natuurstenen sierdelen. Het schip telt zes traveeën, het uitspringende transept heeft een driezijdige sluiting, het koor telt vier traveeën van wisselende breedte en een 3/8 sluiting. Naast de toren een zijkapel. Het koor is voorzien van een omgang, zijkapellen en sacristie. De toren heeft overhoekse steunberen en vier geledingen. De eerste geleding is vlak, de tweede smalle, deels gekoppelde spitsboognissen. In de hoek tussen toren en linker zijbeuk bevindt zich een achthoekige traptoren op vierkante voet. De hoofdingang bestaat uit een rijzig portaal met ingang en een vierlichts raam dat de eerste en tweede geleding doorbreekt. De derde geleding heeft spitsboognissen, de vierde bevat de galmopeningen onder een wimberg met wijzerplaat. De steunberen hebben evenals de toren smalle, met natuursteen versierde gekoppelde nissen en eindigen ter hoogte van de balustrade rondom de achthoekige spits in hoekpinakels. In details toont de toren ontleningen aan de Kempense gotiek. Het kerkgebouw is beduidend eenvoudiger gedetailleerd met spaarzame toepassing van natuursteen. Afdekkingen en versnijdingen van de steunberen,de lijsten en traceringen zijn van hardsteen. Alle ramen tonen tweedelige traceringen. De luchtbeuk wordt geschraagd door luchtbogen. De dakruiter op de viering is een achtkant met lood beklede pinakels en luchtbogen.
Inwendig toont de kerk baksteenpolychromie met natuursteen en verguldsel, terwijl de muurvlakken gepleisterd en gewit zijn. De opstand is driedelig.
Ronde pijlers met kolonetten dragen de eenvoudig geprofileerde scheibogen.
Het triforium bestaat uit een reeks van spitsboognissen waarboven delichtbeukramen. Schip, transept en zijbeuken hebben kruisribgewelven met ribben in baksteen. Het koor, dat overigens dezelfde driedeling vertoontheeft netgewelven met natuursteenribben. De schiptravee voor de bogen iswat smaller en bevat het natuurstenen oksaal (1886) met drie spitsbogen met ajourtraceringen en twee engelen, Cecilia en David. In de koorsluiting onder de rijzige ramen een omgang met galerij, waarbij kleine ramen licht werpen in het koor en de omgang. De pilaren in de kapellen links en rechts van het koor tonen portretten van bouwpastoor Van de Velde en de architect door J. van der Mark te Eindhoven (1882). De inventaris van de kerk is Neo-Gotiek. Het Vollebregt-orgel (1852) met een front van drie pijpentorens en vlakke velden met ornamentaal snijwerk, de kruisweg (1850) de restanten van de preekstoel en de biechtstoelen zijn afkomstig uit de vorige kerk. Orgelkas, gemaakt door J. Vollenbregt in 1852, en delen van het pijpwerk zijn van waarde uit het oogpunt van monumentenzorg. Het hoogaltaar heeft een tombe met het H. Graf uit 1882 door Van der Mark, hetretabel bevat voorstellingen van geboorte, avondmaal, verrijzenis en Pinksteren en op de luiken schilderingen van J. Oosterman met Zacharias en Malachias en dateert uit 1917. De altaren van Maria en Odulphus (metannunciatie en visitatie) zijn in 1889 en 1890 vervaardigd door H. van der Geld. In transepten schilderingen van P. van den Boer uit 1896 met de offers van Abraham en Melchisedech. De doopvont, Neo-Gotiek (1887), de banken zijn van circa 1820. De ramen zijn in 1948-49 vervaardigd door Luc. van Hoek. Tenslotte is er een grote reeks beelden uit de 19e eeuw en jonger, waaronder werk van H. van der Geld en J. Custers.
Waardering
De kerk is van algemeen belang. Het gebouw heeft cultuurhistorisch belang als bijzondere uitdrukking van de ontwikkeling van het katholicisme in het zuiden. Het gebouw heeft architectuurhistorisch belang door de stijl en de detaillering en is van kunsthistorisch belang door de rijke oorspronkelijek inventaris. Het gebouw is tevens van belang als voorbeeld van het oeuvre van de architect Weber, die hier motieven uit de Brabantse streekeigen gotiek vermengt met motieven van elders. Het heeft ensemblewaarden vanwege de bijzondere situering, verbonden met de ontwikkeling/uitbreiding van het kerkdorp. Het is van belang vanwege de architectuurhistorische, bouwtechnische, typologische en functionele zeldzaamheid.
| Functie | Hoofdcategorie | Subcategorie | Functietype | Is hoofdfunctie |
|---|---|---|---|---|
| Kerktoren | Religieuze gebouwen | Kerk en kerkonderdeel | oorspronkelijke functie | – |
| Kerk | Religieuze gebouwen | Kerk en kerkonderdeel | oorspronkelijke functie | Ja |
| Straat | Getal | Achtervoegsel | Postcode | Plaats | Locatie | Situatie | Is hoofdadres |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Hoofdstraat | 33 | – | 5683 AC | Best | – | – | Ja |
| Kadastraal perceel | Kadastrale sectie | Kadastraal object | Appartement | Kadastrale gemeente |
|---|---|---|---|---|
| – | H | 5863 | – | Best |
| Start | Eind | Notitie | Beschrijving |
|---|---|---|---|
| 1880 | 1885 | – | vervaardiging |
| Hoofdcategorie | Subcategorie | Beschrijving | Notitie |
|---|---|---|---|
| Religieuze gebouwen | Kerk en kerkonderdeel | – | Kruiskerk |
| Stijl | Substijl | Zuiverheid | Notitie |
|---|---|---|---|
| Neo-Gotiek | – | stijlzuiver | – |
| Name | Beroep | Notitie |
|---|---|---|
| Weber, K. ; Noord-Brabant | architect / bouwkundige / constructeur | – |
Inleiding
PASTORIE bij de R.K. kerk H. Odulphus, gebouwd in 1856 en 1911 en toont Ambachtelijk Traditionele vormen. Ontwerp van architect K. Weber.
Beschrijving
Inleiding
BEELD van de H. Odulphus uit ca. 1911. Het beeld van Franse kalksteen stond voor 1960 in de topgevel van het gesloopte parochiehuis Odulphus rechts van de pastorie.
Inleiding
WOONHUIS en KANTOOR met TUIN uit 1942 met ingangspartij in neo-barokke stijl door beeldhouwer Toon van de Wiel. Het ontwerp in traditionalistische stijl is van de Eindhovense architect C. Geenen.