Deventerweg 10, Terwolde

HOOFDGEBOUW (DE MATANZE). In eclectische trant omstreeks 1855 gebouwd en omstreeks 1876 ingrijpend verbouwd hoofdgebouw van de historische buitenplaats De Matanze, met enkele toevoegingen uit het begin van de 20ste eeuw op polyforme grondslag met serre, 5 zijdige uitbouwen, toren, veranda en balkon. Het gebouw is opgetrokken in door speklagen gelede baksteen en wordt overkapt door met leien gedekte schilddaken met gebogen dakschilden. Het gebouw rust op een driedelige naar onder toe trapsgewijs uitzwenkende bepleisterde voeting. Het in een vijverpartij in landschappelijke stijl gelegen gebouw is aan de noord- en zuidzijde door middel van een brug toegankelijk. De hoofdentree is aan de noordzijde gelegen en wordt vooraf gegaan door een stenen rondboogbrug, waarvan het stenen plankier naar de oprit halfrond uitzwenkt en rust op een rechte keermuur met blokmotief. De toegangsbrug is aan de voorzijde voorzien van twee stenen sierbollen op sokkel en van een siersmeedijzeren balustrade met voluutvormige spijlen met rozetten. De entree wordt overkapt door een rechthoekige houten baldakijn op 4 smeedijzeren zuilen, die één geheel vormen met de brug-balustrade. Het baldakijn is aan de onderzijde door een siersmeedijzeren lijst versierd en wordt aan de bovenzijde door een siersmeedijzeren balustrade met voluutvormige bloemranken bekroond. De aan de linkerzijde van de noordgevel gelegen ingangspartij bestaat uit een dubbele paneeldeur met glas-in-lood bovenlicht. Aan de noord en oostzijden en deels aan de westzijde worden de vensters geflankeerd door geblokte lisenen. De hoeken van de toren aan de noord- en westzijde en de hoeken van de 5 zijdige uitbouw aan de westzijde zijn eveneens van geblokte lisenen voorzien. Ter hoogte van genoemde lisenen en ter hoogte van de vensters springt de voeting iets naar voren. Ter hoogte van de verdieping wordt de gevel door een kroonlijstvormige cordonlijst geleed. De velden tussen en aan weerszijden van genoemde lisenen liggen iets terug en vertonen op de begane grond speklagen tussen bepleisterde verticale vlakken en op de verdieping rechthoekige, iets vooruitspringende bepleisterde vlakken. Boven de ingangspartij aan de noordzijde een T-venster. Er boven, op de tweede verdieping, een rechthoekige 2 ruitsdakkapel met gebogen fronton. Rechts van de entree bevindt zich de enigzins vooruitspringende toren met een centraal gelegen venstertravee. Op de begane grond, de eerste en tweede verdieging zit een T-venster en in de torenkap een oeil de boeuf. De torenkap wordt door een rechthoekige, rijk geprofileerde bekroning afgesloten, waarboven een windijzer is aangebracht. De hoeken van de toren worden vanaf de tweede verdieping door rijk versierde lijstvormige hoekprofielen met diamantkoppen, tandlijst, blokmotief en samengestelde kroonlijst benadrukt. De torenvensters en de vensters aan de westzijde zijn van houten, geprofileerde luifelkasten voorzien. Aan de linkerzijde van de westgevel de toren, met een zelfde gevel- en vensterindeling als aan de noordzijde. Het rechtergedeelte van deze gevel vertoont centraal een 5-zijdige uitbouw met aan de voorzijde begane grond een T-venster en op de verdieping een enkelruitsvenster. De schuine zijden van begane grond en verdieping hebben een 2 ruitsvenster. De vensters van de uitbouw op de verdieping worden bekroond door drie gebogen nissen met versieringen in "Pompeijaanse" stijl. Het centrale veld vertoont een schild waarin oorspronkelijk de naam "Matanze", (thans 1996: Zandman State), met aan weerszijden twee allegorische figuren, vermoedelijk voorstellende Fortuna (rechts) en Pallas Athene (links). In de ernaast gelegen velden een voorstelling van een vaasvormig ornament, met grotesken met dolfijnmotieven. Het ornament is gesigneerd met A. Gillet 1887. In de kap is centraal een oeil de boeuf aangebracht en aan de rechterkant van deze kap zitten eveneens twee oeil de boeufs. Aan de linkerzijde van de uitbouw bevindt zich een venstertravee met op de begane grond en de verdieping een T-venster en met in de kap een 2 ruitsdakkapel bekroond door een gebogen fronton. Aan de rechterzijde van de uitbouw heeft de begane grond een open loggia, die aan de westzijde twee rondbogen heeft en aan de zuidzijde een enkele rondboog. De rondbogen van de loggia rusten op samengestelde rechthoekige pijlers en een ronde zuil in het midden aan de westzijde. Boven de loggia bevindt zich de wintertuin uit omstreeks 1876, met aan de westzijde 2 grote rechthoekige vensters tussen Ionische pilasters. De wintertuin wordt overkapt door een afgeplat schilddak met een in 13 ruiten geleed dakschild. Centraal aan de zuidzijde bevindt zich de achteringang, die bereikbaar is via een onderkelderde bakstenen brug van later datum, volgens de overlevering ontworpen door Berlage. De bakstenen balustrade springt ter hoogte van de entree iets rechthoekig naar binnen en is ter hoogte van de oprit halfrond beëindigd. Aan de zijkanten van de balustrade bij de oprit 2 rechthoekige bakstenen plantenbakken. Deze entree wordt door een houten overkapping bekroond, met een zinken dak met gebogen dakschilden. Boven de entree een langwerpig, halfrond trappenhuisvenster met erboven een door lijstwerk, guirlandes en met halfrond fronton bekroond uurwerk. Aan weerszijden van de centrale venstertravee zwenkt het middengedeelte kwartcirkelvormig terug. In dit kwartcirkelvormige muurvlak bevinden zich aan weerszijden van de entree een gebogen 2 ruitsvenster. Aan de linkerzijde van het linkervenster zit in een halfronde nis een 2 ruitsvenster met halfrond bovenlicht. Op souterrainniveau bevinden zich eveneens twee gebogen 2 ruitsvensters. De zijgevels van de onderkelderde brug vertonen 3 rechthoekige vensters. De oostgevel heeft aan de rechterzijde twee venstertraveeën met rechts op de begane grond en op de eerste verdieping een T-ruitsvenster en links twee later aangebrachte trappenhuisvensters: onder een 3 ruitslicht en erboven een 6 ruitslicht. Op de tweede verdieping zitten twee 2 ruitsdakkapellen met gebogen fronton. Links hiervan is een 5-zijdige uitbouw met aan de voorzijde een venstertravee met op souterrainniveau 2 enkelruitsvensters, op de begane grond een 2 ruitsvenster, op de verdieping een T-ruitsvenster en op de kap een 2 ruitsdakkapel met gebogen fronton. In de schuine zijden van de begane grond zitten 2 ruitsvensters. Op de verdieping aan de linkerzijde is een dubbele openslaande deur met een bovenlicht, dat toegang geeft naar een op de verdieping gelegen terras. Dit terras heeft een smeedijzeren balustrade met verticale, horizontale en cirkelvormige stijlen en regels. Op de hoeken van het terras bevinden zich 3 pilasters en een vrijstaande, vierkante zuil van een voormalige pergola. Aan de linkerzijde van de uitbouw bevindt zich begane gronds een 4 ruitsvenster en op de verdieping een houten paneeldeur, die eveneens toegang geeft tot het terras. INTERIEUR: het hoofdtrappenhuis (bij de hoofdentree) vertoont een ovaalvormige eikenhouten trap met een eikenhouten gesloten balustrade en een lambrizering, voorzien van paneelvakken en met inbouwkasten, en is in zijn geheel in het begin van de 20ste eeuw door Berlage ontworpen. De lambrizeringen komen ook op de verdiepingen terug. De vloer van hal, gang en trappenhuis is uitgevoerd in zwarte en witte vierkante marmeren plavuizen. In de hal bevindt zich de toegangsdeur naar een zijvertrek. Deze deur is ontworpen door Berlage in de trant van de lambrizering van het trappenhuis. Aansluitend aan het trappenhuis is de gang gesitueerd, met paneeldeuren en een lambrizering die waarschijnlijk uit de bouwtijd van het huis stammen. Het tweede trappenhuis ligt achter en aansluitend aan deze gang. Het bestaat uit een omgaande vierkante trap met siersmeedijzeren, balustervormige spijlen. Als aanzetstuk van deze leuning een siersmeedijzeren lantaarn. De deurpartijen in dit trappenhuis op de begane grond zijn van paneelvakken voorzien en dateren eveneens het trappenhuis zelf uit de bouwtijd. De eetkamer heeft naar de tuin toe een 3-zijdige uitbouw. De wanden worden door pilasters in vakken geleed. Deze vakken worden door een omgaande houten lijst benadrukt. De schoorsteen is voorzien van een nieuwe mantel, die niet beschermingswaardig is. De schoorsteen zelf heeft naar boven toe een konisch verloop en omlijst een iets verzonken kegelvormige spiegel. De spiegel wordt bekroond door guirlandes met eikenloof en een kroonlijst met eierlijst. In het rechtervak aan de linkerzijde bevindt zich een blinde deur, die toegang geeft tot de loggia. Rechts van het hoofdtrappenhuis een kamer en suite met oorspronkelijke lambrizering en deuren met paneelvakken met ornamenteel bovenstuk. De plafonds zijn voorzien van bloemmotieven in stuc en beschildering in rechte vakken, eveneens deels met bloemmotieven. Aan de zuidzijde van de kamer zit een marmeren schoorsteenmantel uit circa 1900 in zwart en rood marmer. Het oostelijke vertrek op de eerste verdieping heeft een oorspronkelijk eiken parket met een meanderende sierrand. Het vertrek is voorzien van een zeer rijke wandversiering en wordt door pilasters in vakken geleed. De wanden worden afgesloten door een kroonlijst. De overgang van de muren naar het plafond verloopt halfrond, door een zogenaamde kooflijst. Het rechte plafondgedeelte wordt door een rijk geprofileerd lijstwerk afgesloten, waarbinnen zich een plafondschildering met rozenguirlandes, treillage en een wolkenlucht bevindt. In het hart en in de hoeken van het plafond een rijk patroon in stuc, met schilden waarop bloemen omgeven door eikenloof, bladmotieven en vazen met fruit. De wandpilasters vertonen een geprofileerd voetstuk waarboven een stuk met paneel met bladranken, een bovenstuk met triglieven en een versierd kapiteel met eierlijst. Aan de onderzijde van de wandvakken bevindt zich een onderstuk dat het hele vertrek omgaat en door lijstwerk wordt geleed. De paneelvakken zijn voorzien van een omgaande eierlijst. Centraal aan de noordzijde is er een marmeren schouw uit de bouwtijd, met erboven een rijk geornamenteerde houten spiegel met guirlandes, bladranken en een eierlijst. Ter weerszijden van de spiegel zijn houten trofee-achtige ornamentstukken aangebracht, met cartouches, bladranken, guirlandes en bossen korenaren. De deurpartijen naar de beide trappenhuizen zijn van paneelvakken voorzien. Het tweede, grote trappenhuis is op de eerste verdieping voorzien van een halfrond venster met een in glas-in-lood geschilderd jachttafereel van aangeschoten vogels. De wanden van dit trappenhuis zijn op de verdieping in iets vooruitspringende vakken geleed en worden afgesloten door een brede, geprofileerde kroonlijst. Een console-achtig ornamentstuk met triglieven, briefpanelen en muizetanden zit tussen deze vakken. Het plafond wordt door een breed en rijk geprofileerd rechthoekig lijstwerk afgesloten, met in het hart een samengesteld ornamentstuk van 4 voluten op een geprofileerde cirkelvormige ondergrond. Boven de eetzaal op de eerste verdieping een kamer met eveneens een 3-zijdige uitbouw naar de tuin, die geheel in Lodewijk XVI-stijl is uitgevoerd. De kamer heeft door lijstwerk en paneelvakken ingedeelde rijk bewerkte wanden. De muur wordt afgesloten door deels terugliggend en vooruitzwenkend lijstwerk met eierlijst. Aan de onderzijde is het vertrek van een lambrizering voorzien met rechthoekige en ronde vakken. De lambrizering zet zich door in de deurpartijen. De wandvakken en de dessus-de-porte zijn bespannen met beschildering op doek met voorstellingen naar Francois Boucher. De schilderingen worden omlijst door rijk geornamenteerd lijstwerk met onder meer eierlijsten. Centraal aan de noordzijde van de kamer een rood marmeren schouw, waarboven een van breed lijstwerk voorziene rechthoekige spiegel die aan de bovenzijde door guirlandes wordt afgesloten en door een cartouche wordt bekroond. Het in terugliggende rechthoekige vakken gelede plafond vertoont in het centrum en aan de korte zijde een halfrond beëindigde plafondschildering van putti met bloemranken en een lint, tegen het fond van een wolkenlucht. In de 4 terugliggende, rechthoekige vakken van het plafond 4 ronde schilderingen, zogenaamde grauwtjes of witjes, voorstellend aan de noordzijde de Beeldhouwkunst, aan de oostzijde de Muziek, aan de zuidzijde de Schilderkunst en aan de westzijde de Bouwkunst. De ronde schilderingen worden omgeven door geprofileerd lijstwerk met bladranken. Op de kruispunten van het lijstwerk rondom de centrale plafondschildering bevinden zich kleine, ronde koperen en glazen kroonluchters. De overgang tussen muur en plafond bestaat weer uit een kooflijst. De vakken en het lijstwerk van het plafond en van de wanden zijn van beschilderde en gesneden bloempatronen in groen en goud voorzien. In de uitbouw is de lambrizering onder de vensters voorzien van gesneden bladranken en roosters, geplaatst voor de verwarming. De omstreeks 1876 aangebouwde wintertuin aan de zuid-westhoek van het huis op de verdieping en aansluitend aan de kamer in Lodewijk XVI-stijl heeft door pilastervormige kozijnen gelede grote vensterpartijen, die aan de bovenzijde door een kroonlijst met palmetmotieven wordt afgesloten. Hierboven bevinden zich enigzins terugzwenkende bovenlichten/dakschilden. In de vloer is een ingebouwde verwarming aangebracht, met een het vertrek rechthoekig omgaande siersmeedijzeren rooster met bladmotieven, identiek aan de verwarmingsroosters in de uitbouw van de Lodewijk XVI kamer. Aan de noord-westzijde, aansluitend aan de Lodewijk XVI-kamer, de bibliotheek.

Waardering

HOOFDGEBOUW (Huis De Matanze) van algemeen belang:

- vanwege de ouderdom;

- vanwege de architectonische vormgeving;

- vanwege het zowel in- als uitwendig een gaaf bewaarde en alszodanig zeldzame voorbeeld van een 19de-eeuws, in rijk geornamenteerde eclectische stijl opgetrokken hoofdgebouw van een Oost-Nederlandse historische buitenplaats;

- vanwege de kenmerkende ligging binnen het in diverse stadia in de 19de eeuw tot standgekomen park in landschapsstijl;

- vanwege de funtioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
511825
Complexnaam
De Matanze
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Omschrijving complex:

HISTORISCHE BUITENPLAATS DE MATANZE (Deventerweg 10, Terwolde). De geschiedenis van de historische buitenplaats de Matanze gaat terug tot in de 17de eeuw, toen omstreeks 1630 het eerste, omgrachte edelmanshuis met trapgevels gebouwd werd. Volgens overlevering werd dit huis gebouwd met gelden afkomstig van de Zilvervloot, die in 1628 door Piet Hein veroverd werd in de baai van Matanzas. In 1686 zou de Matanze verkocht zijn aan de weduwe van Hendrik ter Borch. Vervolgens was Bernard Heidentrijk ter Borch van 1725 tot 1739 met de Matanze beleend. Gedurende de 17de en 18de eeuw heeft de Matanze een classicistische aanleg gekend, waarvan in de huidige aanleg de plaats van het huis, het koetshuis, de rechte oprijlaan en waarschijnlijk enkele monumentale buxusstruiken (wellicht vormbomen in de formele aanleg) resteren. Van 1770 tot 1876 was de Matanze in handen van de familie Jordens, die veranderingen in landschappelijke stijl in het park lieten aanbrengen. Zo werd er begin 19de eeuw parallel aan de IJsseldijk in zuidelijke richting vanuit de gracht, een waterloop in landschappelijke stijl uitgegraven. De Deventer stadswerkbaas Hendrik Jan van Leusen heeft een rol bij de aanleg in 1858 gespeeld; hij verrichtte werkzaamheden in opdracht van Johanna Aleida Jordens. Zij zou enige jaren daarvoor, in 1855, het oude edelmanshuis hebben laten afbreken en op de oude fundamenten een nieuw huis hebben laten neerzetten. In 1876 gaat de Matanze over aan de familie Servatius, die vermoedelijk aan de zuidkant van het huis een stuk hebben laten aanbouwen, met onder andere het trappenhuis, de veranda, wintertuin en de zuidbrug. Het huis kreeg toen haar huidige uiterlijk. Rond 1900 werd aan de uit het begin van de 19de eeuw stammende dienstwoning een aanbouw gemaakt en verrees het prieeltje in de tuin. Het hart van de buitenplaats wordt gevormd door het 19de eeuwse, in eclectische trant gebouwde huis, dat in een vijverpartij in landschappelijke stijl gelegen is en aan de noord- en de zuidzijde via een brug toegankelijk is. Vanuit het huis zijn er twee zichtassen; één in oostelijke richting naar de IJssel en één in noordelijke richting naar de kerk van Terwolde. De rechte oprijlaan begint bij het (uit ca. 1990 daterende en niet beschermenswaardige) hoofdinrijhek aan de Deventerweg en is aan weerszijden met enkele eiken beplant. De laan eindigt cirkelvormig rond een rozenperk aan de noordkant van het huis. Ten noorden van de oprijlaan is het parkbos beplant met opgaand loofhout. Ten noordwesten van het huis staan aan dezelfde oprijlaan het 18de-eeuwse koetshuis met zijn in de 19de eeuw in 2 fasen gebouwde dienstwoning. Aan de westzijde van het koetshuis is omstreeks 1990 een (deels open) garage gebouwd, die wegens te geringe ouderdom buiten de bescherming valt. Ten zuiden van de laan en ten westen van het huis staat het laat 19de eeuwse houten tuinprieel annex menagerie, dat uitziet op de open ruimte ten westen en zuidwesten van het huis. Dit terrein wordt doorsneden door een in een curve verlopend wandelpad en is beplant met groepjes 19de eeuwse exotische bomen. Het pad leidt naar het zuidelijke gedeelte van de aanleg, waar aan de Deventerweg de voormalige jachtopzienerswoning ligt. Ten oosten van de jachtopzienerswoning ligt de voormalige, ovale moestuin, die voor driekwart door een beukenhaag en voor éénkwart door een laat 19de-eeuwse muur omgeven wordt. In deze moestuin bevinden zich nog twee kassen en de restanten van twee koude bakken, vermoedelijk uit dezelfde periode daterend als de tuinmuur. In de zuidelijke punt van de aanleg ligt een gekromd eikenlaantje en helemaal in de zuidpunt de boerderij met enkele fruitbomen. Tussen de moestuin, de gracht en de IJsseldijk bevindt zich opgaand gemengd loofhout, dat door een slingerend padenverloop wordt doorsneden. Iets ten zuiden van het huis bevindt zich een terras, omgeven door o.a. hoog opgeschoten buxus, en zijn restanten van een ijskelder aanwezig. Het hooischuurtje dat ten westen van het koesthuis ligt is wegens te geringe monumentale waarden niet beschermenswaardig. De ten oosten van het hoofdgebouw liggende kapel uit ca. 1990 is wegens te geringe ouderdom van betekenis.

De historische buitenplaats De Matanze bestaat uit de volgende samenstellende onderdelen:

1. Hoofdgebouw (Huis De Matanze), zie voor omschrijving hierna;

2. Historische tuin- en parkaanleg, zie idem;

3. Koetshuis met dienstwoning, zie idem;

4. Prieeltje, zie idem;

5. Jachtopzienerswoning, zie idem;

6. Boerderij, zie idem;

7. Moestuinmuur, twee kassen en twee koude bakken, zie idem.

De historische buitenplaats De Matanze is in cultuurhistorisch opzicht van algemeen belang vanwege:

- het hoofdgebouw, dat zowel in- als uitwendig een gaaf bewaard en alszodanig zeldzaam voorbeeld is van een 19de-eeuws in rijk geornamenteerde eclectische stijl opgetrokken hoofdgebouw van een Oost-Nederlandse historische buitenplaats is;

- de parkaanleg, die een gaaf bewaard voorbeeld is van een in diverse stadia in de 19de eeuw tot standgekomen park in landschapsstijl rond een eclectisch hoofdgebouw en die tevens een sfeerverhogend decorum van dit huis vormt;

- het ensemble- bestaande uit een eclectisch hoofdgebouw, parkaanleg, koetshuis met dienstwoningen, prieel, jachtopzienerswoning, boerderij, de moestuin met twee kassen en twee koude bakken deels omgeven door een tuinmuur- dat een goed voorbeeld vormt van een kleinere 19de-eeuwse Oost-Nederlandse buitenplaats.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Landhuis Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Deventerweg 10 7396 AX Terwolde Ja
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
D 2638 Nijbroek
Bouwperioden
Start Eind Notitie Beschrijving
1855 1855 vervaardiging
Naar boven