Inleiding

Het voormalige raadhuis van de gemeente Bunnik is in 1897 gebouwd naar ontwerp van de architect E.G. Wentink. In het raadshuis waren ook een brandspuitbergplaats en een congiërge woning ondergebracht. In 1938, na het vertrek van het gemeentebestuur diende het gebouw als brandweerkazerne en congiérgewoning. In de linkertravee werd daarvoor een garagedeur gezet. Het gebouw doet sinds 1982 dienst als bedrijfskantoor. De garagedeuren zijn verwijderd en de gevel is in oorspronkelijke staat teruggebracht. Het interieur is daarvoor aangepast.

Omschrijving

Een evenwijdig aan de straat gelegen neorenaissance RAADHUIS op nagenoeg rechthoekige plattegrond. Het gebouw telt twee bouwlagen onder een met grijze kruispannen gedekt afgeplat schilddak, waarop een viertal kleine dakkapellen onder uitzwenkende spitsen zijn gezet.

De gevels zijn in rode baksteen opgetrokken en verrijkt met gecementeerde cordonbanden en accenten naast de vensteropeningen, strekken en ontlastingsbogen. Onder de dakgoot is een bloktandlijst gemetseld. Tussen de eerste en tweede bouwlaag is een vrijwel omlopende (met uitzondering van de achtergevel) geprofileerde natuurstenen band aangebracht. Op de voorgevel zijn vier krulankers gezet. In de gevels zitten voornamelijk tweelichtsvenster met of zonder bovenlichten.

De voorgevel is drie traveeën breed. De middenas heeft een risaliet met een kleine voorsprong dat eindigt als trapgevel met pinakel bekroning, waarop een windvaan is gezet. De trappen zijn afgewerkt met natuurstenen platen. Op de begane grond bevindt zich een dubbele deur met bovenlicht. Het venster daarboven heeft een rondboogvormige ontlastingsboog met siermetselwerk in de boogtrommel. In de boogtrommel is het wapenschild van de gemeente Bunnik bevestigd, bestaande uit een rode haan op een gouden veld. In de top bevinden zich een vierlichtsvenster met bovenlicht, geflankeerd door een rondboogvormig blindvenster.

De achtergevel is drie traveeën breed en heeft op de middenas een risaliet dat eindigt als trapgevel conform de voorgevel. In de gevel is een glas-in-loodvenster gezet, waarachter de trappartij gelegen is. Het risaliet is geflankeerd door een bouwvolume onder licht hellend lessenaarsdak. Rechts van het risaliet bevindt zich in de gevel een getoogde, opgeklampte lattendeur en een getraliede vensterpartij. Hierachter bevond zich oorspronkelijk een kleine gevangenis. Links van het risaliet bevindt zich een aanbouw onder plat dak, die buiten de bescherming valt.

De rechter zijgevel heeft drie assen, waarvan de rechter iets teruggelegen ligt. De twee linker vensters in de bel-étage hebben rondboogvormige boogtrommels met siermetselwerk. De linker zijgevel heeft twee assen op de begane grond en drie assen op de verdieping. De twee rechter vensters in de bel-étage hebben rondboogvormige boogtrommels met siermetselwerk.

Waardering

Van architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een raadhuis en vanwege neorenaissance stijlinvloeden, alsmede van cultuurhistorische waarde vanwege de oorspronkelijke functie als raadhuis voor de gemeente Bunnik. Tevens van belang als onderdeel in het oeuvre van architect E.G. Wentink.