Inleiding

Boerderij van het krimpentype gebouwd in 1912, naar ontwerp van J.H. Prummel. In de vormgeving vertoont de boerderij trekken van de Nieuwe kunst. Het ontwerp is sterk vergelijkbaar met Zuiderdiep 279 in Valthermond. Het toont Oost-Groningse invloed van na de vervening.

Na de oorlog is het bedrijfsgedeelte nagenoeg verdubbeld.

Omschrijving

Krimpenboerderij opgetrokken in baksteen onder een zadeldak, het woongedeelte met geglazuurde platte friese pannen gedekt, het bedrijfsdeel met hollandse en betonpannen. Onderkelderd woonhuis, op een gemetselde plint met afzaat. Metselwerk voorzien van banden terhoogte van de onder- en wisseldorpels van de schuifvensters. Alle vensters zijn afgesloten met een zwaar aangezette latei met oren. De lateien zijn aan de onderzijde voorzien van motieven. In de zijgevels decoratieve banden onder de gootlijst.

De symmetrische topgevel, met verschillende tuiten met dekplaten, heeft een middenrisaliet. De entree, een paneeldeur met boven- en zijlichten, bevindt zich in een portiek met stoep, die de vorm heeft van een baldakijn. In de basementen hiervan gevelstenen met 1912 K.J./A.S. en 1944 A.J./A.K. Op het baldakijn een balkon. Boven de balkondeuren een halfrond drielicht venster met stucwerk deelkolommen en boogstenen. Op de begane grond aan weerszijden een drielicht venster met segmentboogvormige rollagen. Op de verdieping aan weerszijden drie klimmende vensters. De wisseldorpels van de vensters en de roedenverdeling bovenin de balkondeuren volgen dezelfde schuine lijn.

In de rechterzijgevel twee vensters en een deur met stoep. De rechtergevel heeft drie krimpen met stenen tuitstukken op de hoeken. In de kopgevels van de krimpen een venster, in afnemende maten. In de zijgevels van de krimpen respectievelijk drie vensters en een kelderraam, een venster en een deur met stoep en acht stalramen met facetroedenverdeling. In de zijgevel van de aanbouw uit de jaren na de oorlog een opgeklampte deur en zes stalramen.

In de linkerzijgeve drie schuifvensters. De krimp heeft een schuin geplaatste kopgevel, met daarin de inrit. Boven de inrit een rond venster met radiale roeden verdeling. In het bedrijfsgedeelte tien stalvensters met facetroedenverdeling, een opgeklampte deur en nog zes stalvensters.

In de achtergevel met wolfeind, vanaf rechts, een inrit onder segmentboog, een lager inrit en een loopdeur met bovenlicht. Tussen de deuren drie gietijzeren vensters met radiale roedenverdeling in het segmentvormige bovenlicht. Onder het wolfeind drie ronde vensters met radiale roedenverdeling.

Interieur

De indeling van de woning en van de stallen is oorspronkelijk. In de woning stucplafonds, kamers en suite en ingebouwde kasten gedetailleerd in nieuwe kunststijl

Waardering

Boerderij van algemeen architectuurhistorisch en stedebouwkundig belang:

- in het oeuvre van J.H. Prummel

- vanwege de rijke vormgeving in Nieuwe Kunststijl

- vanwege de beeldbepalende ligging aan het Zuiderdiep

- vanwege de gaafheid