0mschrijving onderdeel 1:

HOOFDGEBOUW met ORANJERIE, XIX, gebouwd op en tegen restanten van een middeleeuws kasteel, XIII-XVI. Van het oude kasteel resten nog de bouwvallen van enige hoektorens en het onderste gedeelte van een van de woonvleugels, dat als onderbouw fungeert van het huidige hoofdgebouw. In de restanten baksteen en mergel. Het hoofdgebouw, neoclassicistisch, XIXb, van mergel en hardsteen voor de ingangs- en vensteromlijstingen, heeft een min of meer vierkante plattegrond en telt boven de middeleeuwse parterre nog drie verdiepingen plus een zolder onder een afgeplat tentdak (grijze lei); vier- en zesruits vensters. Rond 1880 werden op de hoeken van het gebouw arkeltorentjes geplaatst; boven de hoofdingang in de westgevel werd een trapgevel ter hoogte van de goot toegevoegd. Aan de zuidmuur een serre van giet- en smeedijzer en glas (in 1996 geheel gerestaureerd), ong. 1880. Vanuit de serre spectaculaire uitzichten in diverse richtingen op het park en de oprijlaan. Ten oosten van het huis werd op de kelderverdieping van het middeleeuwse kasteel een terras gemaakt met een balustrade van gietijzer, ong. 1880. De oranjerie werd rond 1880 gebouwd tussen het hoofdgebouw en de westelijke hoektoren van het ruïnecomplex tegen en op de restanten van de middeleeuwse door steunberen geschraagde weermuur, mergel, plat dak met balustrade van lage mergelpijlers en ijzeren hekwerk; de vensters hebben een afgeplatte boog als beëindiging en ijzeren roedenindeling met kleine ruiten. De genoemde hoektoren kreeg in dezelfde tijd nieuwe kantelen. Inwendig onder meer: neoclassicistische wandgeleding in de voormalige vestibule, twee geelmarmeren schoorsteenmantels, XIXb, lichteiken trap met zeer fijn gesneden balusters, XIXb, houten bedstee- en kastenwand in de oude keuken, XIX.

WAARDERING

HOOFDGEBOUW met ORANJERIE is van algemeen belang:

- vanwege de ouderdom

- vanwege de combinatie van bijzondere, eclectische architectuur met de middeleeuwse bouwresten

- vanwege enkele interieuronderdelen

- vanwege de functionele en ruimtelijke relatie met de andere complexonderdelen

- vanwege de markante ligging in het geaccidenteerde terrein.